Er zijn twee fundamenteel verschillende manieren om gelukkig te worden, schrijft Andrew Olendzki in The non-pursuit of happiness van zijn boek Unlimiting mind. De eerste manier om gelukkig te worden is zo diep geworteld in onze beschaving dat bijna alles in onze cultuur het ondersteunt. De tweede is de manier die de Boeddha ons schonk, 2.500 jaar geleden. De auteur vermoedt dat deze manier ons de meeste kans biedt op succes.
Elk organisme heeft een membraam dat de afscheiding vormt tussen het organisme en zijn omgeving. De gezondheid van het organisme hangt af van het evenwicht tussen het organisme (intern) en zijn omgeving (extern). Als voorbeeld hiervan noemt de auteur een amoebe, waarvan de interne temperatuur overeenkomt met de temperatuur van het water waarin het leeft. In deze situatie is de amoebe gezond en als het een mens zou zijn ‘gelukkig’. Daalt de watertemperatuur, dan wordt de amoebe ‘ongelukkig’. Er is spanning tussen gelukkig en ongelukkig zijn. Dit uit zich vervolgens in een verlangen om de spanning tussen beide op te heffen, ook wel genoemd begeerte.
Strategie
Hiertoe bestaan dus twee manieren, de twee strategieën. De eerste is de externe omgeving zo aanpassen dat het overeenstemt met de behoeftes van het organisme. De tweede is de interne staat van het organisme zo te veranderen dat het overeenkomt met de omgeving. Beide strategieën zijn erop gericht om de druk van verlangen weg te nemen door: of het vervullen van de verlangens of ze opgeven.
Mensen zitten zo in elkaar dat vervulling van hun verlangens verloopt via de zintuigen, in contact met het object en in combinatie met een gevoel van welbevinden, vervolgt Olendzki. Natuurlijk weten we dat deze momenten niet blijvend zijn. Zelfs al is het voor een ogenblik, maar het vervullen van verlangens wordt toch gezien als de meest geschikte manier van handelen voor ons op deze wereld. Bijna alles in onze cultuur versterkt dit idee en moedigt ons aan om onszelf te beschrijven door middel van een reeks verlangens en ons succes om ze te vervullen.
Uiteindelijk is de neiging om de wereld te veranderen gebaseerd op een voorstelling van hoe de dingen zouden moeten zijn. Wijsheid is van belang, want we kunnen namelijk allerlei meningen hebben over het verbeteren van de wereld. Zelfs al gaat de wereld stapje voor stapje vooruit, we kunnen anderen hierbij ook schade berokkenen. Het probleem is niet dat het ene verlangen beter zou zijn zou zijn dan het andere, het probleem is wel de aard van het verschijnsel verlangen.
Boeddha
We zijn zo doordrongen van de mening dat geluk te vinden is door de wereld te veranderen dat het vreemd over komt om de Boeddha te horen praten over het ontdekken van geluk in onszelf. Hij erkent het bestaan van de niet te vermijden onevenwichtigheid tussen verlangen en werkelijkheid en noemt dit dukkha.
De Verhevene beveelt ons aan de interne oorzaken van dukkha te onderzoeken en ze op te heffen door ons aan te passen. Volgens zijn analyse is het niet de objectieve onevenwichtigheid tussen wat is en wat wij wensen die ons ongelukkigheid maakt, maar het verlangen om de wereld te veranderen. Of niet, al naar gelang de situatie. De wereld is echter notoir veranderlijk en onderhevig aan factoren waarop we geen invloed hebben. Het is dus zinvoller om je aan te passen dan te proberen de wereld te veranderen.
Onze geest als producent van verlangens produceert bovendien meer verlangens dan we kunnen bevredigen door externe factoren te veranderen. We zullen nooit kunnen krijgen wat we wensen en sommige van die wensen komen niet overeen met andere, aldus de auteur. Veranderingen van de wereld kunnen nooit bijbenen wat onze geest produceert aan verlangens. Daarom zal de vervulling van onze verlangens als strategie altijd een hopeloze missie zijn.
Aanbeveling
Meditatie is een beproefd middel om onze verlangens los te laten en om ons aan de wereld over te geven. Zittend op ons kussentje passen wij ons rustig aan het ene moment aan, om vervolgens ons rustig aan te passen aan het volgende moment dat zich aandient. De ervaring hierdoor opgedaan draagt bij aan het herstel van het evenwicht tussen ons en wereld.
Het pad van transformatie dat de boeddhistische traditie uitzet, is een pad van het zorgvuldig vervangen van een reeks niet heilzame gewoontes door een andere reeks heilzame gewoontes, concludeert de auteur. Dit houdt echter niet in dat we moeten stoppen om op een tactvolle manier dingen te veranderen in de wereld, die overduidelijk schadelijk zijn of onrechtvaardig.
Aan het slot van The non-pursuit of happiness staat een aanbeveling van auteur Andrew Olendzki. Onvertaald om de boodschap niet tekort te doen: ‘Let’s try giving the world a rest from our restless need to transform it, and work a bit more on changing ourselves. I trust the Buddha’s promise that by doing so we will happier in the long run.’
Het beste ervan maken
Dit is vertaald de titel van het artikel veertig bladzijden na The non-pursuit of happiness in het boek van Olendzki. Aan het begin van Making the best of it staat dat onze zintuigen ‘bestookt’ worden met informatie, die via een elektrochemisch signaal, in een flits van de ene zenuwcel naar de volgende overgaat. Hiermee kunnen we omgaan, doordat we het grootste gedeelte van inkomende informatie blokkeren zodat we het restant wel kunnen verwerken.
Het resultaat daarvan is een geconstrueerde virtuele wereld, gebaseerd op zintuigelijke ervaringen, met min of meer als patroon van wat ‘daarbuiten’ gebeurt. Over het algemeen is dat georganiseerd rond de behoeftes en beperkingen van het apparaat dat dit beeld produceert. Dit apparaat zijn wijzelf. Het lijkt erop dat ons brein en onze zintuigen gehaast momentopnames maken van onze omgeving en deze daarna aan elkaar rijgt tot een film (‘stream of consciousness’), aldus Andrew Olendzki.
Boeddhisten omschrijven dit als een illusie, een waanvoorstelling (‘delusion’). Dit wil beslist niet zeggen dat we dom zijn, maar onze lichaam en geest zijn gemaakt om de werkelijkheid op een zeer fundamentele wijze te vervormen. We weven allerlei zaken aaneen tot samenhangende verhalen en vullen de gaten daarin op met op met aannames, projecties en met verwachtingen waardoor een samenhangend geheel ontstaat. Als we deze aannames, projecties en verwachtingen echter voor waar aannemen zetten we onze zoektocht door naar bevestiging en veiligheid, die het geconstrueerde systeem nu eenmaal niet kan bieden.
De onvrede hierover concentreert zich rond het ‘ik of ikzelf’. Dit is degene die wil dat de dingen anders zijn dan ze zijn en die lijdt als de dingen niet willen meewerken. We zijn geprogrammeerd om de aard van de werkelijkheid te vervormen door de veranderlijkheid en de teleurstelling weg te werken. Ook bereikt de meeste inkomende informatie niet eens ons bewustzijn, omdat dit niet noodzakelijk is. Wanneer we een taak of handeling eenmaal aangeleerd hebben en de patronen daarvan vastgelegd zijn in ons geheugen, dan verloopt deze daarna ‘automatisch’. Ons gedrag is grotendeels geautomatiseerd.
Lijden
Omdat het proces van informatieverwerking efficiënt werkt, zonder dat we ons daarvan al te bewust zijn, is er alle mogelijkheid om wat ons niet bevalt opzij te schuiven. Ons bewustzijn gebruiken we dan om nieuwe verlangens na te jagen. Dit heet lijden volgens boeddhisten.
Dankzij meditatie kunnen we leren om open te staan voor wat zich in het heden bij ons aandient als zintuigelijke informatie, aldus de auteur. Meditatie helpt ook om bewust te worden van de negatieve kanten van ons aangeleerde gedrag.
Andrew Olendzki sluit zijn artikel af met de opmerking dat we het nu eenmaal moeten doen met een onvolmaakt beeld van de werkelijkheid. Het doet ertoe in te zien te dat ons virtuele beeld van die werkelijkheid beperkingen heeft. Als we kunnen inzien dat dit virtuele beeld beperkingen heeft kunnen we dit gebruiken om ons welzijn en dat van anderen te bevorderen. Dit noemt de auteur wijsheid.
Amoebe in motion
https://www.youtube.com/watch?v=7pR7TNzJ_pA
https://www.youtube.com/watch?v=JX6J023m20Q