(een handleiding voor keurige hardheid)
De ouder zit aan tafel. De jeugdbeschermer ook.
Tussen hen in ligt een plan met datumstempel en paraafvakjes. Het lag er al voordat iemand vroeg: “Hoe gaat het met u?”
Het gesprek begint vriendelijk. Er is koffie. Begrip. Een glimlach die net iets te vaak terugkomt, alsof hij ook in het protocol staat. De ouder vertelt over de kinderen. Over angst. Over nachten zonder slaap. De jeugdbeschermer knikt en zegt: “Ik hoor wat u zegt.”
Dat is geen erkenning. Dat is een handeling: registreren, afsluiten, door.
Dan komt de boodschap: er kan niets veranderen. Niet omdat niemand het wil,
maar omdat niemand het mág. En vooral: omdat niemand verantwoordelijk is.
En dit is geen verhaal over moeders alleen. Soms is het de moeder. Soms de vader. Vaak allebei. Altijd het kind. In dit systeem kun je ouder zijn en toch behandeld worden als een variabele in een risicoformule.
Onlangs las ik over pathocratie: een land geleid door psychopaten. Helder, want het kwaad heeft een gezicht. Maar wat ik vaak zie, is iets anders. Geen pathocratie. Dit is het kwaad in fleecevest. Dit is athocratie.¹
Een athocratie is een bestuursvorm waarin bijna niemand expliciet slecht is, maar waarin moed, geweten en verantwoordelijkheid worden uitbesteed aan “het kader”, “de lijn” en “het proces”. De kernzin is: “Dit is niet mijn beslissing.” Je hoort hem overal. Soms zelfs met zachte ogen.
En toch is er ook een tweede zin, meestal onuitgesproken: “Ik bepaal.”
Alsof de functie een kroon is. Alsof professioneel handelen betekent: de ander klein houden terwijl je vriendelijk blijft.
Het wonderlijke is: in een athocratie kunnen mensen best empathisch zijn.
Vijf minuten. Daarna begint het formulier.
Een athocratie is ook een taalregime.
Het kind is geen kind, maar “de minderjarige”. De ouder heet “de opvoedende partij”.
Angst wordt “emotionele weerstand”. Wanhoop heet “escalatie”.
En wie breekt, “kan zich niet beheersen”. Alles wordt keurig benoemd, behalve de waarheid.
De jeugdbeschermer zegt: “We moeten de samenwerking verbeteren.” Dat betekent: u moet instemmen met iets waar u niet mee instemt. Hij zegt: “We kijken naar veiligheid.”
Dat betekent: het besluit is er al, we zoeken nu de juiste redenen. Hij zegt: “Er komt een evaluatiemoment.” Dat betekent: later leggen we uit waarom dit zo moest lopen.
En ondertussen blijft het echte gesprek liggen:
Wat is hier goed? Wat is hier waar? Wat is hier menselijk?
En ja, soms verschijnt er machtshonger. Niet als groot plan, maar als kleine verslaving: het genot van controle. Wie lang genoeg werkt in een systeem waarin je niet als mens wordt gezien, zoekt ergens anders voeding.
Sommigen vinden die in het recht om te bepalen. In het stille triomfje wanneer iemand breekt en eindelijk “meewerkt”.
Maar de tragiek is: veel mensen beginnen hier niet hard. Ze worden hard. Niet omdat ze slecht zijn, maar omdat open blijven pijn doet in tijdsdruk, dreiging, protocollen en afrekenbaarheid. Wie gevoelig blijft, brandt op. Wie sluit, kan door.
Dat is de logica van athocratie: ze produceert ontsporing zonder dat iemand zichzelf ontspoord vindt. Ze maakt hardheid fatsoenlijk. Ze maakt schadelijkheid professioneel.
Athocratieën bloeien in keurige landen. Met overlegtafels. Met kwaliteitskaders. Met beleidsnota’s waarin “mensgericht” vaker voorkomt dan een mens. Misschien is het tijd dat we minder vragen of de procedure zorgvuldig is gevolgd, en meer of iemand werkelijk durfde te zeggen:
Stop. Dit klopt niet. Dit is een kind. Dit is een mens.
Rob van Boven (1951) is psycholoog en geregistreerd psychotherapeut. Hij was consultant voor verschillende organisaties (drugs en verslaving counseling, vaardigheden workshops) en werkte vijftien jaar als een behandelingscoördinator in een psychiatrische instelling. Bij Rob van Boven wordt het geloof van de overlever bewust gemaakt en een juiste plaats gegeven. Het doel is om los te komen van de dwang van het geloof en bewustzijn te ontwikkelen naast deze denk- en voelpatronen. Hoe meer je van het geloof van de overlever bevrijd bent, zonder het te bestrijden, maar door het de juiste plek te geven, hoe vrijer je kan leven.
Luuk Mur ( 1952) is psycholoog en heeft een drietal boeken geschreven over de door hemzelf ontwikkelde hulpverleningsmethode communitysupport. Hij is lid van de Dzogchen Community Nederland. Dzogchen is een vorm van Tibetaans boeddhisme waarbij veel belang wordt gehecht aan de ontwikkeling van individueel bewustzijn. Bij deze traditie streeft men naar non-dualiteit van het bewustzijn. Mensen zijn zich niet alleen bewust ( je weet dat je dit leest), maar je kunt je ook bewust zijn van dit eerste bewustzijn. Dit meta-bewustzijn wordt ‘gewaarzijn’ genoemd.
a- (zonder) + thymos (moed/ruggengraat): macht is er wel, maar verantwoordelijkheid verdampt, omdat iedereen kan zeggen: “niet mijn beslissing”.


M.J.Prins zegt
Helaas… ik zou willen dat ik een ander geluid kon laten horen, maar dat kan ik. Ik kan weinig anders dan het hier mee eens te zijn.