Een verbod op termen als ‘worst’, schnitzel’ of ‘burger’ voor plantaardige voedselproducten, waar het Europees Parlement in oktober mee instemde, is in strijd met het Europees recht. Dat is de conclusie van een juridisch advies dat in opdracht van voedselwaakhond Foodwatch is opgesteld. Deze week staat dit onderwerp in Brussel opnieuw op de agenda. Foodwatch wil dat de Europese Unie haar eigen wetten serieus neemt. De consumentenrechtenorganisatie eist van de EU om de plannen te staken en niet te vallen voor de schijnargumenten van de agro-industrie.
‘Een EU-breed verbod op ‘tofuworsten’ of ‘veggieburgers’ is niet alleen absurd, maar ook onwettig. De besluitvormers die woensdag in Brussel samenkomen, moeten deze onzin stoppen,’ aldus Frank Lindner van Foodwatch. ‘Onze politici moeten inzetten op duidelijke en eerlijke voedseletikettering, niet op taalverboden die alleen in het voordeel zijn van de vleesindustrie. Niemand koopt per ongeluk tofuworsten in de veronderstelling dat het runderworsten zijn.’
Het juridisch advies baseert zich op de EU-Verordening Voedselinformatie voor consumenten en een arrest van het Europees Hof van Justitie van oktober 2024. Daarin verduidelijkt het Hof dat lidstaten wel benamingen voor bepaalde voedingsmiddelen kunnen vastleggen, maar niet zomaar productnamen kunnen verbieden zonder eerst te bepalen welke benamingen dan wel moeten worden gebruikt.
De conclusie van het juridisch advies luidt dan ook: ‘Zolang er geen duidelijk gedefinieerde (wettelijk voorgeschreven) benamingen voor veganistische en vegetarische voedingsmiddelen bestaan – of geen exclusieve definitie die stelt dat alleen vlees ‘steak’, ‘worst’ of ‘schnitzel’ mag heten – zijn verboden op het gebruik van afzonderlijke termen zoals ‘steak’ of ‘worst’ voor veganistische of vegetarische vleesvervangers in strijd met de rechtspraak van het Hof van Justitie.’
Het voorstel tot het verbod is in het Europees Parlement ingediend door de conservatieve Europese Volkspartij (EVP), aangevoerd door de Franse Europarlementariër Céline Imart. Volgens het voorstel zouden termen als ‘worst’, ‘schnitzel’ of ‘burger’ enkel nog voor vleesproducten mogen worden gebruikt, omdat consumenten anders in verwarring raken.
Volgens Foodwatch is dit een vals argument: in werkelijkheid voelt maar een zeer klein aantal consumenten zich misleid, grote meerderheden wijzen het voorgenomen verbod af. Dat blijkt onder meer uit een representatieve opiniepeiling in Duitsland, uitgevoerd in opdracht van Foodwatch. 84% van de ondervraagde Duitsers vindt niet dat vegetarische burgers of sojaschnitzels dusdanig misleidend zijn, dat strengere wettelijke regels nodig zijn. Ook in Nederland is men hoofdzakelijk tegen een verbod. Uit onderzoek onder het ruim 20.000 leden tellende panel van Radar (AVROTROS) is vorige maand gebleken dat ruim twee derde (69%) tegen een verbod is op dierlijke namen voor vega(n) producten. 96% van de ondervraagden weet dat een ‘vegaworst’ een vegetarische worst is, dus eentje zonder vlees.
Voor melk ligt de situatie anders: de EU heeft daar ondubbelzinnig vastgelegd dat alleen melk van onder meer koeien, geiten, schapen zo mag worden genoemd. Plantaardige alternatieven moeten bijvoorbeeld ‘haverdrank’ heten. Maar voor termen als ‘worst’ of ‘schnitzel’ ontbreekt in het voorstel van het Europees Parlement juist zo’n duidelijke en consistente definitie.


Geef een reactie