In de rijke geschiedenis van 750 jaar Amsterdam is het Joodse leven vier eeuwen lang diepgeworteld. De stad kreeg door de tijd liefkozend de naam Mokum, het Jiddische woord voor plaats of stad. Een naam die door vele Amsterdammers is omarmd en bezongen. Denk aan de hits van onder anderen Johnny Meyer en Manke Nelis met Mokum wat maak je me nou en André Hazes die Amsterdam weemoedig toezingt in Wat was jij toch mooi, m’n Mokum.
Wereldberoemde Joodse Amsterdammers als Baruch Spinoza, Samuel Sarphati en Anne Frank, en uit het Jiddisch afkomstige woorden als stiekem, mazzel, jatten, gozer en tof zijn onlosmakelijk met de stad verbonden. Zelfs het typisch Amsterdamse tafelzuur danken we aan Joodse straatventers. Spraakmakende iconen zoals de Bijenkorf, Tuschinski en het Amstelhotel zijn het initiatief van Joodse ondernemers.

De Nieuwe Kerk sluit het jubileumjaar van Amsterdam af met de tentoonstelling Mokum, de biografie van Joods Amsterdam. Deze tentoonstelling belicht een bewogen, vaak weerbarstige en veelzijdige geschiedenis. Daarmee werpt de tentoonstelling een blik op één van de oudste pijlers van het meerstemmige Amsterdam. Het vertelt de verhalen van bekende en onbekende inwoners van Mokum: beginnend bij de eerste Joodse bewoners die op de vlucht waren voor vervolging op basis van hun religie, via burgerlijke gelijkstelling en relatieve bloei en de moord op 60.000 Amsterdamse Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog, tot de voorzichtige heropleving van religieuze en culturele identiteit. Er is ook ruimte voor de enorme diversiteit onder Joden in Nederland, maatschappelijke verharding, de protesten in de stad en de zoektocht naar verbinding in het Mokum van vandaag.
Vier eeuwen Mokum
Vanaf het einde van de 16e eeuw komen Joden vanuit verschillende delen van Europa naar de bloeiende handelsstad Amsterdam waar een relatief grote vrijheid van godsdienst is. Hierdoor ontstaat er al snel een bloeiende Joodse gemeenschap in de stad. Vlak bij het stadscentrum worden twee grote synagogen gebouwd, de Hoogduitse Grote Synagoge in 1670 en de Portugese Synagoge in 1675. Dit laat het vertrouwen van Joden zien in Amsterdam als hun thuis. In Amsterdam is er geen getto, maar Joden wonen wel vaak bij elkaar zoals op en rond het stadseiland Vlooienburg, het tegenwoordige Waterlooplein met een grote verscheidenheid aan inwoners. Rembrandt woonde hier om de hoek en portretteerde verschillende Joden. Tot aan de Tweede Wereldoorlog was dit het bruisende Joodse centrum, waar ook het typische Amsterdamse tafelzuur werd verkocht door straatventers.
In deze stad groeide filosoof Baruch Spinoza op die in 1656 werd verbannen uit zijn Joodse gemeenschap vanwege zijn radicale opvattingen. Zijn ideeën vormen de basis van het verlichtingsdenken in West-Europa.
Er was lange tijd zeer beperkte vrijheid van beroepskeuze voor Joden en de burgerrechten kwamen pas in de tijd van Napoleon. De diamanthandel en -bewerking vielen niet onder een gilde en het is mede daarom, en dankzij de sterke internationale banden van verschillende Joodse ondernemers en families, dat Amsterdam uitgroeide tot internationale diamantstad.
Een van de meest markante figuren uit de geschiedenis van de stad is de 19e -eeuwse arts en weldoener Samuel Sarphati. In 2025 werd hij door de lezers van Het Parool uitgeroepen tot grootste Amsterdammer van alle tijden. Hij zette zich in voor een gezonder en eerlijker Amsterdam. Hij was de initiatiefnemer van de bouw van het Amstelhotel en het verloren gegane Paleis voor Volksvlijt. De meest iconische Amsterdamse warenhuizen heeft de stad te danken aan succesvolle Joodse ondernemers, zij richtten de Bijenkorf, Hirsch & Cie. (waarin nu de Apple store is gevestigd) en Maison de Bonneterie op.
De Tweede Wereldoorlog betekent een harde breuk in de ontwikkeling van het Joodse leven in Amsterdam. De stad laat haar joodse inwoners in de steek, wat resulteert in een bijna volledig verdwenen gemeenschap. Driekwart van de 80.000 Joodse stadsbewoners wordt tijdens de oorlog vermoord. Eén van hen is Anne Frank, haar dagboek groeide na de oorlog wereldwijd uit tot een symbool van veerkracht waar velen hoop en moed uit putten.
Weinig Joden overleven de oorlog. Zij die wel terugkeren krijgen een ijskoud ontvangst bij hun terugkeer in de stad. Pas vanaf de jaren 60 komt er meer aandacht voor de specifiek Joodse ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Max Tailleur vindt na de oorlog een groot publiek met zijn nostalgische moppen over Sam en Moos. Voor hem was de lach een vorm van overleven. Erwin Olaf portretteert in 2013 voor het stadsarchief zestien Joodse Amsterdammers. In een stad die voortdurend verandert en waar vrijheden niet vanzelfsprekend zijn, viel het Olaf op dat uitingen van Joods leven steeds minder zichtbaar werden in het straatbeeld. Als voorvechter van gelijke rechten, en met de overtuiging dat iedereen zichzelf moet kunnen zijn en uiten, ongeacht religie of seksuele geaardheid, zijn deze portretten blijvend onderdeel van de stad en haar geheugen. Het duurt 80 jaar tot Amsterdam excuses maakt voor het grote leed dat deze groep inwoners is aangedaan. Op 24 april 2025 verwoordt burgemeester Femke Halsema het tijdens de Jom Hasjoa (de dag waarop de Joodse gemeenschap de slachtoffers van de Sjoa of Holocaust herdenkt) als volgt: “Zonder joods leven is er geen Amsterdam.”
Mokum in De Nieuwe Kerk
In het hart van Amsterdam, aan de Dam, is De Nieuwe Kerk een monument van ontmoeting. Het zijn de spraakmakende tentoonstellingen en de veelzijdige programmering die actuele maatschappelijke verhalen tot leven brengen. Zij stimuleren de dialoog en dragen bij aan maatschappelijke cohesie, met een focus op inclusiviteit, diversiteit en culturele uitwisseling. De afgelopen decennia zijn er geschiedenissen verteld die lang zijn genegeerd of onderbelicht zijn gebleven. Meest recentelijk waren dit De Grote Suriname-tentoonstelling (2019) en De Grote Indonesië-tentoonstelling (2023). In 2026 opent Queer Amsterdam, de roze stad.
Mokum bouwt ook voort op de eerdere samenwerking met het Joods Museum in de tentoonstelling Jodendom (2011), waarin 3000 jaar Joodse religie centraal stond binnen de serie over wereldreligies van De Nieuwe Kerk.
Te zien van 25 oktober 2025 t/m 6 april 2026.
Tijdens de tentoonstelling wordt een rijkgeschakeerd publieksprogramma georganiseerd. Verdere details hierover volgen later.
Bron persbericht de Nieuwe Kerk.
Geef een reactie