
De Haag 15 juni. Van het Malieveld, langs het Paleis ven de Vrede en weer terug. Voor mij begon de rode lijn op station Barendrecht. Ik was in den Haag een stipje op de rode lijn. Met veel andere stipjes. Heel veel meer dan 100.000 mensen, een stevige lijn. Een rode lijn. Een rode lijn gevoed vanuit verdriet, wanhoop en boosheid over de genocide die Israël voltrekt, Israël dat het Palestijnse volk uitmoordt. Eén grote kreet: ‘dit mag niet, dit willen we niet, dit kan toch niet!’ Een massale hartenkreet tegen de cynische harteloosheid van het (demissionair) kabinet Schoof en zijn blijvende steun aan Israël. Een antwoord van velen: ‘niet in mijn naam’. Het stemgeluid uit het hart van vrouwen, mannen, ouderen, jongeren, mensen van allerlei gezindten en met alle kleuren die de menselijke huid maar kan aannemen. Ik verwacht niet direct verandering in politieke zin door dit massale stemgeluid. De betekenis van deze collectieve manifestatie valt te vinden in de invloed ervan op de collectieve menselijk geest. Het geeft expressie aan én voedt de diepe stem van de menselijke ziel, een stem die hunkert naar liefde, mededogen en vrede.
Geef een reactie