Ze is trotse mama van vier kinderen en zet zich daarnaast met hart en ziel in voor haar werk bij het Leger des Heils en haar eigen onderneming: Marcela staat naast mensen en helpt hen perspectief vinden. Want wat ze zelf heeft meegemaakt, maakt haar strijdbaar. Haar motto is: ‘Er is altijd een uitweg’. Dat Kansfonds in Roermond gaat afrekenen met schulden juicht ze toe: ‘Schulden laten je gezin in angst leven en hulp is niet eenvoudig te vinden.’ Als zij destijds in aanmerking had kunnen komen voor het programma ‘Afrekenen met schulden’ had ze na al haar ervaringen niet geloofd dat haar schulden in een klap afgekocht konden worden.
Geld betekent vaste grond onder je voeten
Als tiener leert Marcela hoe belangrijk het is om je eigen boontjes te doppen. Ze ziet haar moeder worstelen in relaties en met geld. ‘De schulden achtervolgden haar.’ Daarom neemt Marcela zich voor: ‘Dat zal mij niet gebeuren. Geld maakt je niet gelukkig, maar betekent wel vaste grond onder je voeten.’
De toeslagenaffaire drukte Marcela in een onmogelijke positie, maar toch hield ze vast aan haar motto ‘Er is altijd een uitweg’.
Nadat Marcela op haar 19e het huis uitgaat, ontdekt ze een jaar later dat haar moeder een telecom abonnement heeft op haar naam. Dat betekent een rekening van 2.000 euro. Ze ontdekt dat schulden vanzelf hoger worden wanneer je niet direct in actie komt. Toch wist Marcela ‘ik ga hier uitkomen.’ Ze maakt een plan om af te lossen, gaat aan het werk, volgt ondertussen een studie en brengt haar kinderen naar de kinderopvang. De toekomst ziet er hoopvol uit.
Meegesleurd in het Toeslagenschandaal
Net voor ze haar diploma Sociaal Cultureel Werk in ontvangst zal nemen, wordt plotseling haar kinderopvangtoeslag stopgezet. Ze staat er alleen voor en heeft geen opvang meer voor haar kinderen. Noodgedwongen stopt ze met haar opleiding, die de gemeente financiert, maar daar heeft de gemeente geen begrip voor. ‘Ze wilden de reden niet horen, ik moest gewoon terugbetalen.’ De puinhoop is compleet als er een blauwe envelop op de mat valt met een brief waarin 68.000 euro wordt teruggeëist, die ze in 24 maanden moet betalen. Dan weet ze: ‘Hier kom ik niet meer uit.’ Dan wordt ook nog haar huurtoeslag stopgezet, de elektra én het water afgesloten. ‘Ik kon niet eens meer het toilet doorspoelen.’ Ze wordt meegesleurd in het Toeslagenschandaal, waarvan op dat moment nog niemand weet wat dat betekent.
‘Ik weet welke deuren er bij instanties open kunnen gaan, maar ze blijven dicht. Iedereen laat je vallen, je bent een nummer. ’Ik kreeg zelfs te horen: “jullie buitenlanders weten wél hoe je problemen moet veroorzaken, maar niet hoe je ze op moet lossen.” Dat doet pijn.’
Haar grootste angst op dat moment is Jeugdzorg. Marcela weet dat deze stressvolle omstandigheden niet goed zijn voor haar kinderen, maar wil koste wat kost zelf voor ze blijven zorgen. En ze kent de verhalen van kinderen die uit huis geplaatst zijn. Daarom neemt ze een drastisch besluit. Ze vertrekt voor een tijdje naar Spanje waar ze samen met haar kinderen overleeft in de schaduw van het bestaan.
Een reddende engel
Als ze na 2 jaar van een bekende hoort ze dat haar dossier bij Jeugdzorg gesloten is, waagt ze het erop en keert terug naar Nederland. Ze meldt zich bij de opvang in Rotterdam. Ze heeft immers een eigen plek nodig, zodat haar kinderen weer naar school kunnen en om te voorkomen dat ze opnieuw in de kijker komt bij Jeugdzorg. Er blijkt weinig mogelijk. Marcela staat al snel weer buiten en veegt haar tranen weg. Dan stapt er een man op haar af die het mailadres geeft van de burgemeester. Voor Marcela is de onbekende man tot op de dag van vandaag een reddende engel, want met spoed wordt een veilige plek geregeld voor Marcela en de kinderen.
Hoe Marcela schulden zou omschrijven? ‘Angst, onzekerheid, leven zonder toekomst. De toeslagenaffaire is een uitvergroting van wat tot op de dag van vandaag doorgaat: de jacht op mensen met schulden.’ Marcela ziet in de levens van haar cliënten opnieuw hoe moeilijk het is. ‘Instanties vinden te vaak een manier om iemand niet te hoeven helpen.’ En ze herkent de angst voor de blauwe of grote witte enveloppen. ‘Als ik de brievenbus hoorde, klopte mijn hart in mijn keel.’ Ze roept op om te stoppen met het stapelen van (incasso)kosten op rekeningen die iemand al niet kan betalen. ‘Mensen worden zó bang gemaakt dat de schulden verder oplopen en ze alles verliezen. Ik heb weleens tegen een deurwaarder gezegd: “Ik hoop dat jij kunt slapen vannacht. Mijn kinderen en ik in ieder geval niet. Begrijp je niet dat iemand doodsbang is?” Het is de manier waarop ze met je omgaan.’
Marcela is lid van het Exepertiseteam dat Kansfonds adviseert over armoede en daarbij put uit eigen ervaringen.
Meelopen tot het einde
‘Hulp vragen is moeilijk. Je wilt je situatie zelf oplossen. Bovendien weet iedereen hoe negatief er gedacht wordt over mensen met schulden. Als er daadwerkelijk hulp klaar staat, zonder dat je als schuldige wordt gezien, is het makkelijker om je schaamte en angst aan de kant te zetten en hulp te vragen. ‘Het direct afkopen van schulden had er al veel eerder moeten zijn om gezinnen een schone lei voor de toekomst te bieden.’
Ook ontdekt Marcela waar ze wel voor haar klaarstonden. ‘Het is daar waar ze je als mens zien en kijken naar je situatie van vechten om boven water te blijven. Daar laten ze je voelen: je mag er zijn. Je moet mensen niet van het kastje naar de muur sturen, maar meelopen tot het einde.’ Daar zet Marcela zich nu als social worker zelf voor in bij het Leger des Heils en als zelfstandig ondernemer: samen zoeken naar perspectief om een nieuw begin te maken. Ondertussen bouwt Marcela zelf hard aan haar toekomst en droomt ze van een nieuw thuis met haar kinderen.
Geef een reactie