De oplossing van het aloude en tragische misverstand over Boeddha’s Anatta-leer. Deze wordt vaak foutief geïnterpreteerd als zou zij betekenen: ‘De mens heeft geen zelf’ of: ‘De mens heeft geen ziel. Laten we eens gaan kijken wat Boeddha’s Anatta leer precies inhoudt. Dan zullen we kijken naar de misinterpretaties die ervan in omloop zijn.
In Boeddha’s tweede toespraak na zijn ‘ontwaken’ – in zijn ‘Anatta Lakkhana Sutta’ – zette hij de leer van Anatta, letterlijk: ‘niet-zelf’ uiteen. De taal die Boeddha sprak wordt Pali genoemd, en is op te vatten als een dialect van Sanskriet. In deze leer verklaart Boeddha (zijn naam betekent letterlijk: ‘de Ontwaakte’) dat in geen van de vijf onderdelen waaruit een mens bestaat, er zoiets te vinden is als een absoluut zelf.
Deze vijf onderdelen worden door Boeddha Khandhas genoemd (Sanskriet: Skandhas) en zijn de volgende: 1. Het stoffelijke lichaam 2. Gevoelens 3. Waarnemingen 4. Mentale factoren en 5. Persoonlijk bewustzijn. Verder benadrukte Boeddha dat niet alleen in ons ziel-geest-lichaam systeem er geen absoluut zelf te vinden is, maar dat er in de hele relatieve schepping – in het gehele veranderlijke universum – geen onveranderlijk zelf te vinden is. Dus bij het zien, ervaren of het bedenken van wat dan ook, horen we te beseffen dat dat niet ons zelf is; dat het iets anders is als ons zelf. Niets wat aan verandering onderhevig is, kan volgens Boeddha gelijkgesteld worden aan ons zelf. De wereld der verschijnselen, de hele relatieve werkelijkheid, waarvan onze individualiteit een onderdeel is, wordt daarom per definitie gekenmerkt door anatta: ‘niet zelf’.
In Boeddha’s eigen – beroemde – woorden, zouden we bij alles wat we ervaren moeten bedenken: ‘N’etam mama, n’eso’ham asmi, na me so atta’ – ‘Dit is niet van mij, dit ben ik niet, dit is niet mijn zelf.’ Hiermee wilde hij eens en voor goed duidelijk maken, dat verschijnselen in het relatieve bestaan – inclusief onze gedachten, gevoelens en ziele roerselen – vergankelijk zijn en dus geen vaste, blijvende kern hebben en dat we ons dus er beter niet aan kunnen hechten. Boeddha zei: ‘Daar de verschijnselen geen eigen onveranderlijke, eeuwige aard hebben, beantwoorden ze niet aan onze ware natuur, en daarom zijn zij ook niet onze eindbestemming: Nibbana (Sanskriet: Nirwana). Willen we ooit onze ware natuur bereiken – Nirwana bewustzijn – dan doen we er goed aan om ons nergens aan vast te klampen.
Dit is in het kort wat de Anatta leer inhoudt, niet meer en niet minder. Boeddha’s Anatta leer sluit naadloos aan op het bewustzijn-paradigma van de werkelijkheid, dat in deze serie van 22 inzichten geïntroduceerd wordt. Het hele universum, met al zijn tijdelijke verschijnselen verschilt radicaal van het waarnemende bewustzijn, waarvoor Boeddha een groot aantal specifieke termen hanteerde, zoals Buddha-Dhatu (ontwaakte natuur, ontwaakt principe), Bodhichitta (ontwaakt bewustzijn), Pabhassara Citta (stralend bewustzijn), Dharmadhatu (wijsheid natuur), Nirwanic bewustzijn (Bewustzijn dat vrij van fluctuaties is en daarom de werkelijkheid ziet zoals die is), Alaya-vijnana (allesomvattend fundamenteel bewustzijn), etc., etc.
Boeddha’s Anatta leer is onderdeel van zijn beroemde Ti Lakkhana leer, de leer van de drie karakteristieken van het relatieve bestaan. Deze drie karakteristieken zijn: Anicca, Dukkha en Anatta. Deze centrale begrippen van Boeddha’s leer staan respectievelijk voor de volgende Inzichten in de werkelijkheid:
- Anicca (Sanskriet: anitya. Letterlijk: niet eeuwig): Alle dingen zijn vergankelijk, het hele universum met alles erop en eraan is ooit ontstaan, en daarom zal het ooit ook weer vergaan. Niets blijft eeuwig bestaan.
- Dukkha (Sanskriet: duhkha. Letterlijk: pijn, moeilijkheid). Aangezien alle dingen vergankelijk zijn, geven ze aanleiding tot leed. Ook doordat ze een eigen ontwikkeling vertonen, kunnen ze ons teleurstellen, doordat ze niet aan onze verwachtingen voldoen. Dit is een bron van pijn, teleurstelling, verdriet.
- Anatta (Sanskriet: anatma. Letterlijk: niet zelf). Alle dingen zijn instabiel, zonder eigen kern, vergankelijk en daarom verschillend van ons ware zelf. De hele werkelijkheid is dus per definitie datgene, dat we zelf niet zijn.
Boeddha liet er geen twijfel over bestaan dat de relatieve werkelijkheid per definitie een soort ingebouwd ‘teleurstellings-mechanisme’ in zich heeft. Daarom raad hij ons aan niet naar relatieve zaken te streven, en ons niet aan vergankelijke dingen te hechten, willen we bevrijd worden van teleurstelling en leed. Boeddha onderwees:
Wanneer we inzien dat alle dingen vergankelijk zijn, en niet onszelf zijn, dan zien we de werkelijkheid zoals die is, en ontwikkelen we ons spontaan naar een bevrijde, ontwaakte en gelukkige bewustzijnstoestand:
Nibbana (Sanskriet: Nirwana).
Volgens Boeddha hoort het bereiken van Nibbana het doel van het leven te zijn; wanneer we ons dáárop richten, worden we van alle soorten lijden bevrijd. De toestand van Nibbana wordt gekenmerkt door niet aflatend geluk, geluk dat onafhankelijk is van alle relatieve dingen.
Gezien vanuit het bewustzijn-paradigma kunnen we de waarheid van deze drie leerstellingen gemakkelijk inzien. De mens als mens is immers relatief. Alleen zijn onpersoonlijke essentie is absoluut: alleen het waarnemende bewustzijn is absoluut; alleen datgene dat de relatieve werkelijkheid überhaupt waarneemt, dat is absoluut. Boeddha, die klaarblijkelijk diep gevestigd was in het transcendente zijn – in het absolute, onpersoonlijke, ontwaakte bewustzijn – zag enerzijds duidelijk in dat de relatieve werkelijkheid zich radicaal onderscheidt van het absolute zijn, dat hij betitelde als het ‘Boeddha principe’ of de ‘Thatha Gatha Garbha’ (de schoot waar alles vandaan komt en waar alles weer naar terugkeert). Anderzijds zag hij duidelijk in dat onze absolute essentie, het universele bewuste zijn, niets persoonlijks heeft.
Boeddha wist uit eigen ervaring dat het universele, eeuwige en abstract zijn volledig verschillend is van ons persoonlijke zelf. En omgekeerd, wist hij dat ons persoonlijke zelf volledig verschillend is van het Boeddha principe, van het ontwaakte bewustzijn. Volgens Boeddha is de uiteindelijke werkelijkheid ‘shunya’: absoluut niets, absoluut leeg. De essentie van de werkelijkheid is geen materie en zelfs geen energie, het is het alomtegenwoordige niets.
Met zijn Anatta leer wilde Boeddha eens en voor goed twee dingen klaar stellen. Ten eerste: De individuele mens met al zijn niveaus (lichaam, geest en ziel) is vergankelijk. Ook onze ziel is een samengesteld systeem – een soort ‘licht-lichaam’ – en is daarom uiteindelijk ook vergankelijk. Ten tweede wilde Boeddha klaar stellen dat omgekeerd, onze ware essentie, onze boeddhanatuur niets persoonlijks heeft.
Eenvoudig samengevat:
Het relatieve bestaan bevat geen absolute essentie, geen wezenskern, geen atma. En onze absolute essentie, ons atma, onze boeddhanatuur is vrij van persoonlijke eigenschappen.
Hiermee bracht Boeddha dus een strikte scheiding aan tussen de wereld der verschijnselen – het hele veranderlijke universum – en de boeddhanatuur – het ontwaakte bewustzijn – dat hij zag als de essentie van alles en iedereen. Boeddha zag ‘de boeddha’ in alles en iedereen; hij beschouwde iedereen als een Boeddha, ook indien men zich niet bewust was van zijn of haar boeddhanatuur.
Hij maakte zijn medemensen erop attent dat de werkelijkheid uit deze radicaal separate niveaus bestaat: de een is absoluut, eeuwig en universeel (Nirwana of boeddhanatuur of ontwaakt bewustzijn, etc.), de ander is relatief en vergankelijk: de wereld der veranderlijke, vergankelijke verschijnselen (Deze benoemde hij conform de vedische leer met de term: Samsara).
Voor alle duidelijkheid wil ik hier benadrukken, dat het dus niet zo is dat Boeddha het bestaan van een universeel en eeuwig bewustzijn ontkende. Het is alleen zo dat hij er andere als de traditionele, vedische namen aan gaf. Boeddha was een soort vernieuwer, eigenlijk een soort rebel. Zoals Luther zich afzette tegen het katholicisme van de middeleeuwen, zo zette Boeddha zich af tegen het Hindoeïsme van zijn tijd. Let wel: Ondanks zijn eigen specifieke jargon komt de essentie van zijn leer volkomen overeen met de essentie van de vedische en de vedantische leer, zoals wijzen en geleerden door de eeuwen heen hebben benadrukt. Dit blijkt ook uit het feit dat binnen het Hindoeïsme Boeddha gezien wordt als een Avatar; de negende van tien incarnaties van Lord Vishnu.
Voor het onpersoonlijke, universele en absolute zijn – de uiteindelijke essentie van alles en iedereen – vinden we in de boeddhistische literatuur veel specifieke termen, zoals Buddha-Dhatu (Boeddhanatuur, Boeddha principe), Bodhichitta (ontwaakt bewustzijn), Pabhassara Citta (stralend bewustzijn), Dharmakaya (lichaam van wijsheid), Dharmadhatu (wijsheid natuur), Shunyata (leegte), Sugatagarbha (schoot waar de Ontwaakte vertoeft), Tatha Gatha Garbha (schoot waar alles vandaan komt en waarnaar alles weer terugkeert), Tathata (zodanigheid, zijn als zodanig), Nirwana (uitgeblazen, vrij van fluctuaties), Nirwanic Bewustzijn (bewustzijn dat vrij van fluctuaties is en daarom de werkelijkheid ziet zoals die is), Alaya-vijnana (allesomvattend fundamenteel bewustzijn), etc.
Wanneer we geestelijk volwassen worden, of zo je wilt ‘spiritueel ontwaken’, in Boeddha’s term ‘Nirwana bereiken’, dan realiseren we ons dat onze individualiteit tot het gebied van de relativiteit behoort en daarmee vergankelijk is. Samenvattend: De uiteindelijke werkelijkheid, door Boeddha onder andere met bovenstaande begrippen aangeduid, is een absoluut, onpersoonlijk veld van bewustzijn. Zodra we dit absolute, abstracte niveau van de werkelijkheid realiseren, dan zien we in dat onze persoonlijkheid, inclusief de meest subtiele lagen die we gewoonlijk ziel noemen, relatieve, tijdelijke fenomenen zijn. Het individuele zelf – het ego – heeft dus inderdaad geen absolute substantie.
So far so good. Maar waar komt dan het misverstand rond de Anatta leer vandaan? Waaruit bestaat het misverstand precies?
Uit het bovenstaande wordt gewoonlijk de scheve conclusie getrokken dat de mens geen zelf heeft … en ook: dat de mens geen ziel heeft … Zelfs door gerenommeerde boeddhisten. Er daarom ook door westerse New Age pioniers en ‘Satsang’ leraren …
Maar uit het feit dat onze individualiteit niet ons zelf is, horen we niet te concluderen dat wij niet ons zelf zijn. En wat de ‘geen ziel’ opvatting betreft: Het begrip Atma (of in Boeddha’s taal Atta) wordt vaak verkeerd vertaald met ziel … en dan wordt het misverstand nog tragischer. Alsof de mens geen ziel zou hebben. En dat terwijl Boeddha wereldwijd bekendheid geniet vanwege zijn inzichten in het natuurlijke proces van zielsverhuizing en reïncarnatie. De verwarring van zelf met ziel heeft te maken met het feit dat men geen onderscheid weet te maken tussen de ziel en het ware zelf. Veel tradities gaan ervan uit dat we de ziel zijn.
Het is zonneklaar dat we niet onze ziel zijn, maar dat we een ziel hebben. Dit onderscheid is velen, in Oost en West, niet helemaal helder. Zowel boeddhisten als Hindoes gooien deze begrippen dikwijls door elkaar. Westerlingen die geïnspireerd worden door boeddhistische ideeën, nemen deze verwarring gewoonlijk over. Men hoort dan beweringen als: de mens heeft geen ziel. Zelfs de huidige Dalai Lama verkondigt en plein public, dat de mens volgens het boeddhisme geen ziel heeft (zie YouTube: Dalai Lama 5 juni 2009 Rai Amsterdam) De werkelijkheid ziet er natuurlijk anders uit:
In ‘Nirwana’ beseffen we dat we onpersoonlijk ontwaakt bewustzijn zijn, en vanuit die bewustzijns toestand zijn we de onpersoonlijke, onveranderlijke en volkomen onthechte waarnemer van het functioneren van ons lichaam, onze geest en onze ziel.
Hoe vanzelfsprekend deze leer ook is in het licht van het bewustzijn paradigma, moeten we toch constateren dat Boeddha’s Anatta leer door de eeuwen heen het object van veel discussies, polemieken en eindeloze misinterpretaties is geweest. Het is dan ook niet moeilijk de verwarring voor te stellen, die oprechte zoekers ten deel valt wanneer hen verteld wordt dat de ziel niet zou bestaan, of dat ze geen zelf zouden hebben. Men heeft bij wijze van spreken net begrepen dat men een ziel heeft, en hoe belangrijk het is om voor de ziel te zorgen, en dan krijgt men te horen dat de ziel niet bestaat. Men heeft bij wijze van spreken net begrepen hoe belangrijk het is om jezelf te zijn in alle omstandigheden, en hoe belangrijk zelfrealisatie wel niet is, en dan krijgt men te horen dat het zelf niet bestaat, en dat het ego een illusie is, en dat het de oorzaak is van alle lijden.
Laten we nog eens onder de loep nemen hoe dit tragische misverstand kon ontstaan. Zoals we boven zagen, onderwees Boeddha dat het persoonlijke zelf, het ik, het individu, de mens als zodanig, geen blijvende, geen absolute, op zichzelf staande substantie is. Alles is vergankelijk, ook de individualiteit. Uit dit simpele, ware gegeven wordt de scheve, onhoudbare conclusie getrokken dat het ik, het individuele zelf slechts een illusie is en dat er in werkelijkheid geen ik, geen ego bestaat. De Anatta leer wordt dus zo begrepen, als zou het ik-gevoel dat elk levend wezen heeft, een illusie zijn. Er is immers ‘geen-zelf’.
Deze vorm van misinterpretatie treffen we bijna overal aan waar zgn. ‘satsangs’ (bijeenkomsten in waarheid) worden gegeven. Daar krijgen oprechte zoekers te horen dat ‘ze niet bestaan’… en dat ‘er niemand is’. ‘Er is geen doener, er is geen denker, er is geen voeler: er zijn alleen handelingen, er zijn gedachten en er zijn gevoelens.’ ‘Er is alleen dat wat er is, en daarin valt helemaal geen keuze te maken, want er is niemand die iets doet.’ Je kunt je voorstellen waarom de meerderheid afstand houdt tot een dergelijk soort onderricht. Mensen echter die naar de ‘Satsang-’leraren blijven luisteren, raken van dit soort beweringen diepgaand verward, en wel meer en meer, naarmate zij dit soort ideeën serieus proberen te nemen. Heel triest, hierin ligt mijns inziens een van de grootste redenen waarom spiritualiteit geen goede naam heeft bij het brede publiek.
De meerderheid der New Age leraren beweert dat het ego, het ik-besef, een illusie is die we ‘los moeten laten’…Volgens deze leraren horen we in te zien dat het ik, het ego, überhaupt niet bestaat.
Vanuit het bewustzijn paradigma weten we echter, dat het ik-besef – aanwezig in elk levend wezen – de reflectie, de weerspiegeling ofwel de manifestatie is van het ik-besef dat aanwezig is in bewustzijn als zodanig.
Bewustzijn is het kosmische ik-besef. Bewustzijn is het zelf van het universum. Bewustzijn is het ware zelf van elk levend wezen. Bewustzijn is van nature bewust van zichzelf en heeft daarom een universeel en kosmisch ik-besef. Ons ik-besef kan dus nooit verloren gaan, hoe ‘verlicht’ of geestelijke volwassen we ook worden, we blijven we ons altijd ik voelen. Het ik is in wezen kosmisch. In de gewone waaktoestand is het ik besef aanwezig, en wordt het geassocieerd met ons lichaam, onze naam en onze functie in de samenleving. Bewustzijn identificeert zichzelf spontaan met wat het ook maar ervaart. Door meditatie leren we de bron van onze gedachten kennen – onze boeddhanatuur, zou Boeddha zeggen – en dan identificeren we ons spontaan daarmee. Ons ik-besef gaat niet verloren als we geestelijk volwassen worden of als we Nirwana bereiken. Alleen de definitie van wie of wat we zijn verandert. In de waaktoestand identificeren we ons met ons lichaam, omdat het lichaam het meest intieme is dat we ervaren. In zelfbewustzijn, in transcendentaal bewustzijn, in Nirwana – de meest eenvoudige toestand van menselijke bewustzijn – identificeren we ons met absoluut, oneindig bewustzijn, omdat dat het meest intieme is dat we dan ervaren. De identificatie – ons ik-besef – verschuift van iets sterfelijks naar iets onsterflijks; van iets persoonlijks naar iets onpersoonlijks. Het Ik-besef blijft… Het gevoel een ego te zijn blijft eeuwig bestaan. Alleen verruimt ons ego zich van begrensdheid naar onbegrensdheid. In kosmisch bewustzijn is ons ego kosmisch geworden.
Wanneer we dus gaan geloven dat ons ego een illusie is en dat het de oorzaak is van al ons lijden, dan gaan we op een heel onnatuurlijke (en onmogelijke) manier proberen ons ego weg te poetsen, weg te redeneren, te ontkennen, of proberen het te doden, of proberen we ‘egoloos’ of ‘zelfloos’ te worden. Dit is een effectief recept voor geestelijke verwarring, verlies van realiteitszin, schijnheiligheid, schizofrenie, borderline en meer van dat soort aandoeningen. We worden gewoonweg onrealistisch, en dat is het laatste wat Boeddha wilde, en dat is het laatste dat elk levend wezen wil. Nirwana, verlichting, ofwel geestelijke volwassenheid, moeten we eens en voor goed begrijpen als synoniemen voor: realistisch zijn; de werkelijkheid zien en begrijpen zoals die is. Geestelijke volwassenheid betekent: Jezelf zijn in alle omstandigheden. Een gezond ego, een sterk ik-besef hebben. Had Boeddha geen sterk ik-besef? Had Jezus geen sterk ik-besef? Had Krishna geen sterk ik-besef? We kunnen alleen maar geestelijk verward worden, als we gaan geloven dat het ik besef een illusie is die we los moeten laten.
G.J. Smeets zegt
“De taal die Boeddha sprak wordt Pali genoemd”.
Dat is onjuist. Gautama heeft nooit Pali gesproken om de eenvoudige reden dat hij het niet kende. Hij hanteerde het Magadhi, de voertaal in de Ganges vallei waar hij als rondreizende goeroe werkte. Op de eerste algemene vergadering na zijn overlijden werden zijn toespraken dan ook in het Magadhi op schrift gezet. Later werd de zaak in het Paishachi vertaald, de lingua franca tijdens het regime van koning Asoka. Pas toen Asoka’s zoon in Zuidoost Azië ging missioneren werd de zaak in het Pali vertaald. [Bron: Kogen Mizuno, Buddhist Sutras. Origin, Development, Transmission. Tkyo 1982.]
Door al die historisch vastgestelde maar redactioneel niet te controleren vertaalslagen zijn de sutras uiteraard geen betrouwbare bron voor wat Gautama Shakyamuni daadwerkelijk gezegd heeft. Derhalve pretendeert de inleiding op dit stuk iets te leveren wat het stuk principieel niet leveren kan: “Laten we eens gaan kijken wat Boeddha’s Anatta leer precies inhoudt.”
Wat de Anatta doctrine volgens Gautama precies inhoud kan geen mens weten. Niettemin onderschrijf ik van harte de conclusie van het stuk:
“Geestelijke volwassenheid betekent[…] een gezond ego, een sterk ik-besef hebben.”
Siebe zegt
Boeiend onderwerp: Ik-besef, inherent aan geest of toch bijkomstig? Wat is overgeleverd via de Pali sutta’s?
De Pali sutta’s bespreken twee soorten Ik-besef:
1. eentje die de vorm heeft van “Ik ben dit/dat” of “dat ben Ik” (van dit type bestaan 20 vormen). Bijvoorbeeld je ziet het lichaam en beschouwt dat instinctief als “dat ben Ik”.
De sutta’s geven aan dat dit type Ik-besef op actuele wijze ontstaat in de geest. Het ontstaat wanneer de latente neiging tot het vormen van dat type identiteitsvisie (sakkaya ditthi) actief wordt. Die neiging ontlaadt zich dan in de geest. Dit gebeurt doorlopend, ongewild, vaak onbewust en op ongecontroleerde wijze. De sutta’s geven aan dat dit type Ik-besef niet inherent is aan de geest. Sterker, het is een aan geest bijkomstige bezoedeling. Het kan ook eindigen. Dit is gebeurd bij een stroom-intreder.
2. Een ander, nog dieper wortelend Ik-besef wordt vermeld als de visie of notie van “Ik ben”. Er is dan geen identificatie met de khandha’s meer, maar er resteert ten aanzien van die khandha’s nog altijd wel een soort restgeur/kleur van subjectiviteit in de geest.
De sutta’s geven aan dat ook dit type Ik-besef niet inherent is aan de geest. Ook dit type Ik-besef ontstaat en bestaat als een tijdelijke visie. Die identiteitsvisie ontstaat vrijwel voortdurend, ongewild, onbewust en op ongecontroleerde wijze. Ook dit type Ik-besef is een bijkomstige bezoedeling. Het kan ook eindigen. Dit is gebeurd bij een arahant.
Deze vormen van Ik-besef worden dus NIET onderwezen als inherent aan geest, sterker, juist als bijkomstige bezoedelingen.
Via de Pali sutta’s wordt ook overgeleverd dat de Boeddha het verdwijnen van de notie “Ik ben” de grootste zegen noemde. Uiteraard is dat niet alleen maar een verdwijnen van die notie maar tegelijkertijd het hoogtepunt van wijsheid.
Persoonlijk denk ik ook dat het klopt Ik-besef te zien als een identiteitsvisie die tijdelijk in de geest ontstaat maar niet altijd aanwezig is.
Het in het artikel geopperde idee van een verschuivend Ik-besef (van het tijdelijke naar het eeuwige) wordt via de sutta’s echt duidelijk overgeleverd als een vorm van onbekwaamheid, als het niet echt begrijpen wat er aan de hand is, als niet-zien, niet-begrijpen.
Maar ja, wie gelooft Siebje:-)
groet,
Frans Langenkamp zegt
Dank je Siebe, voor je sympathieke commentaar!
Ik meen ook dat het ik.besef niet inherent is aan de geest, net zo min als aan het lichaam. Volgens mij is het inherent aan Bewustzijn als zodanig. Bewustzijn is datgene dat zichzelf kent. Daarom benoemden onze voorvaderen het überhaupt als: Bewust Zijn. Dit moge een nieuw gezichtspunt zijn binnen de meeste stromingen in het Boedhhisme (waarvan, zoals je weet, er heel veel zijn…)
Maar het is nu eenmaal logisch ervan uit te gaan, dat het ik.besef niet uit de lucht komt vallen, maar een inherente eigenschap is van de hele kosmos. Ik geloof dat de hele kosmos een self-aware systeem is… Zoals ook een aantal moderne natuurkundigen menen. Vanuit dit kosmische (alomtegenwoordige)self-awareness, ontvangt elk bestaan iets zijn gevoel van identiteit. Lage entiteiten hebben een laag ik-besef, hogere bestaansvormen hebben een hogere mate van ik-besef. Ontwaakte levensvormen hebben een absoluut Ik-Besef. LET WEL: dit is niet langer persoonlijk!!!
Dat is de paradox die misschien vreemd aanvoelt… maar waarvan ik meen/ geloof/ denk dat het geval is.
Hartegroet,
Frans
Siebe zegt
Hallo Frans, bedankt voor je reactie. Ik heb wel gevoel voor die uitleg.
Wat denk ik interessant voor jou (en wellicht anderen ook?) zou kunnen zijn is dat de Pali sutta’s op een aantal plekken een vorm van bewustzijn benoemt (kennelijk niet de zes zintuiglijke) waarvan gezegd wordt dat dit grenzeloos is, geheel-lumineus, niet-manifesterend, onzichtbaar, tekenloos. Bewustzijn, eindeloos, van alle kanten stralend”.
Het wordt op dat soort manieren vertaald (tenminste ik heb het zo vertaald uit Engelse vertalingen). Het heet in Pali; vinnanam anidassanam.
Ik heb dit hier ooit besproken (openbaar forum):
http://www.boeddhaforum.nl/index.php/topic,2427.msg18361.html#msg18361.
Het lijkt me toch dat dit type bewustzijn niet valt onder de khandha bewustzijn.
Het schijnt een punt van debat te zijn wat hier precies wordt bedoeld maar het is denk ik goed te weten dat dit wordt vermeld in de sutta’s(of misschien ken je dit ook wel?).
AN10.81 bespreekt ook hoe de Tathagata verwijlt met een geest zonder grenzen, bevrijd, onthecht en vrijgemaakt van de khandha’s (ook van de khandha bewustzijn) en ook van geboorte, ouderdom, dood, lijden en bezoedelingen.
Dit zegt wat mij betreft ook iets over de identiteit van de Boeddha. Het lijkt me toch niet vergezocht dat latere leerlingen hebben gewezen op dit aspect als het ware gezicht of de ware natuur of ware zelf van de Boeddha.
Overigens, ik heb dit onlangs eens onderzocht, de term “ware zelf” wordt, voor zover ik heb kunnen nagaan (en dat is zeker in 85% van de sutta-pitaka) op slechts 1 plek genoemd, in een Jataka (nr. 444). Het wordt daar niet gebruikt door de Boeddha maar door een huishouder.
Je kunt je afvragen waarom dat gebruik van “ware zelf” zo weinig voorkomt in de Pali Canon terwijl latere leerlingen, tot op de dag van vandaag, juist daar hun mond voortdurend vol van hebben.
Ik vermoed dat dit toch komt omdat overgeleverd wil worden dat elke vorm van identificatie onjuist is. Het gebruik van de term “ware zelf” lokt denk ik identificatie uit. Maar ook als je je identificeert met Nibbana, het ongeconditioneerde, en daar op baseert, “dit ben Ik”, gaat het mis, wordt aangegeven.
Naar het theravada onderricht vertaald…de keten of neiging tot het vormen van identiteitsvisie eindigt dan niet, terwijl dat nou wel precies de bedoeling is. Als de neiging tot het vormen van identiteitsvisie niet stopt, door de zaken te zien zoals ze zijn, dan treedt je feitelijk ook niet de stroom in. Er wordt dan geen niveau van verlichting gerealiseerd.
Identificatie is een bezoedeling, met wat dan ook, zeker ook met het ongeconditioneerde. Er wordt zelfs wel gezegd dat dat laatste nog begoochelder is dan te identificeren met het lichaam, gevoel etc.
Dat identificatie verschuift van de khandha’s/het geconditioneerde naar het ongeconditioneerde is denk ik het risico van het onderwijzen van het onware-zelf versus het ware-zelf of kleine en grote zelf.
groet,
Ujukarin zegt
De eindconclusie is niet slecht, al zou ik andere woorden gekozen hebben. Heel wat tussenstappen zijn echter bar slecht en veel teveel hindoe-gekleurd; boeddhisme heft wedergeboorte, pertinent GEEN zielsverhuizing, om maar eens wat te noemen. Heb ik ergens vorig jaar in BD praatjes uitgewert, En over anatta o.a. hier
https://boeddhistischdagblad.nl/boeddhisme/pali-canon-boeddhisme/82357-de-wijsheid-niet-in-pacht-deel-2-leegte-en-wijsheid/
en dat is 100& in lijn met (Mahayana maar indirect ook Pali-) boeddhisme. Dit betoog helaas niet ;-)
With folded palms,
G.J. Smeets zegt
“De eindconclusie is niet slecht, al zou ik andere woorden gekozen hebben.”
Doe eens een gooi naar andere woorden?
Ujukarin zegt
Okay, het is niet flauw bedoeld maar terugverwijzen helpt soms. Weer een ander praatje
https://boeddhistischdagblad.nl/achtergronden/32061-ontkennen-om-te-kunnen-groeien-anatman/
Het gaat erom dat je anatman niet ziet als opgaan-in-een-grote-universele wil (en nog erger, die ‘gehoorzamen’ en dan ook nog eens zoals verwoord door een boodschapper van die wil). Maar wel als iets dat essentieel je oude idee van ego en ziel verandert. Het is inderdaad ‘Ik, boeddha/Ujukarin.Smeets, ervaar en zeg’ en niet zoiets als ‘Het universum laat via mij weten…’, Maar anatman betekent wel dat je er meer en meer alert op wordt dat handelingen doen die alleen jou baten en andere levende wezens schaden gewoon niet kunnen, iets van het verleden zijn. En daarvoor neem ik persoonlijk verantwoordelijkheid,
De zwakte in de formulering van de eindconclusie is toch weer gebruik van het woord ego, dat in de alineas ervoor deels verkeerd uitgelegd wordt; het hele bespreken van Ziel en Karma klopt nauwelijks, zoals gezegd is dat veel te veel Hindoeisme/Vedanta en in fragrante tegenspraak met een aantal kernbegrippen van boeddhisme….
With folded palms,
Ujukarin zegt
En wellicht ten overvloede: de bedoelingen van de schrijver zijn zonneklaar door een kernfrase op het punt waar het verhaal m.i. ontspoort in onzin/claimgedrag:
“Ondanks zijn eigen specifieke jargon komt de essentie van zijn leer volkomen overeen met de essentie van de vedische en de vedantische leer, zoals wijzen en geleerden door de eeuwen heen hebben benadrukt. Dit blijkt ook uit het feit dat binnen het Hindoeïsme Boeddha gezien wordt als een Avatar; de negende van tien incarnaties van Lord Vishnu.”
Ja dat is nu precies waarin Hindoes menen dat alle religies hetzelfde zijn en in de kern de hunne, en alle andere religies waaronder de Boeddha-dharma melden dat de Hindoes eens hun tengels thuis zouden moeten houden ;-) En in ieder geval eerst eens orde op zaken zouden moeten stellen rond o.a. racisme, kastenstelsel en vrouwendiscriminatie die onder hun naam welig tieren voordat ze enige claim op universaliteit kunnen stellen.
Leuk geprobeerd, maar boeddhisme is gewoon fundamenteel anders dan wat hier beschreven wordt; o.a. in het ontkennen van een persoonlijke ziel (–> dus ook geen zielsverhuizing, overigens wel reincarnatie). En in het ontkennen van de Atman-wordt-Brahman doctrine die hij neerzet als “ik-besef – aanwezig in elk levend wezen – de reflectie, de weerspiegeling ofwel de manifestatie is van het ik-besef dat aanwezig is in bewustzijn als zodanig.”
With folded palms,
Kayschwarz zegt
Boeddhisme benadrukt zichzelf altijd als iets exclusiefs, aparts, ontkennend. De werkelijkheid is illusoir, niet bestaande.
Frans Langenkamp zegt
Hallu Ujukarin,
iets in je commentaar roept een vraag bij me op. Nl: hoe kan er reincarnatie zijn zonder zielsverhuizing? Ik zie uit naar je uitleg, Hartegroet,
Frans
Ujukarin zegt
Hoi Frans,
Fijn dat je meeleest en reageert. Als ex-Vedanta-volgeling en aktieveling-in-India-voor-ex-hindoe-dalits had je op dit punt repliek van me kunnen verwachten ;-)
Zie
https://boeddhistischdagblad.nl/dharma-en-filosofie/65874-karma-en-continuiteit-filosofie-inclusief-wedergeboorte/
voor de uitleg. Niets wat ook maar enigszins zou kunnen passen in het Westerse of vedische begrip ‘ziel’, sorry…
With folded palms,
Frans Langenkamp zegt
Hoi Ujakarin!
Ik heb je artikel over Karma en reïncarnatie AANDACHTIG bestudeerd. Klopt allemaal, mijns inziens, alleen een dingetje wil ik eraan toevoegen en ter overweging op je levenspad meegeven: Reïncarnatie impliceert NIET dat de ziel eeuwig is…. hij leeft gewoon een stuk langer dan een fysiek lichaam. (Je moet weten dat de ziel een soort “Licht-Lichaam” is, een uiterst subtiele creatie.)
Daarom overleeft hij het stoffelijke lichaam, en tendeert ernaar weer een vehikel te vinden, waarin hij verdere levenservaring kan opdoen, en waarmeer hij zich kan uitdrukken. Maar ook dat licht-lichaam komt eens aan zijn eind, en lost op in de elementen waaruit het werd samengesteld. Zo varen we dus door de klippen van Nihilisme en van Eternalisme heen, precies zoals die goedheiligman ons heeft aangeraden!
Piet Nusteleijn zegt
Alles bestaat. Wat bestaat is alles.
Het is interessant om te ontdekken wat dat Alles is.
Je komt er natuurlijk niet achter. Je komt het nooit te weten, maar dat is ook niet nodig. Je ziet het wel.
Het is volkomen onnodig om te strijden over de aspecten die niet zouden bestaan.
Je kan zeggen: niets bestaat. Oké, dan bestaat het Niets. Dat schrijf ik dan voor mijn plezier met een hoofdletter. Dat Niets (dat weer Alles is)
Voor mij is het inmiddels duidelijk dat wanneer je Alles, laat ik het “één Geest” noemen (‘om maar’s wat te noemen) gaat onderVerdelen en uit gaat splitsen, je de waarheid en de werkelijkheid geweld aan doet. En verder kent Niemand de Waarheid. Het spijt me, ook de Boeddha niet, in welke taal hij ook vele jaren geleden gesproken heeft. In elk geval heeft hij gezegd: “en nu geen ruzie maken; vier het leven”.
G.J. Smeets zegt
Ujukarin,
Ik heb erop gewezen dat de auteur elementaire historische feiten aan zijn laars lapt. Jij hebt erop gewezen dat hij kwalitatief verschillende leerstellingen op één kwantitatieve hoop gooit. Merk daarbij op dat de auteur niet de moeite neemt om te reageren op fundamentele kritiek op zijn gedachtengang die hij ons ter overweging heeft voorgelegd.
Als ik die drie dingen op een rijtje zet vermoed ik de contouren van wat in goed NL ‘charlatan’ heet. Om mijn vermoeden te checken bezoek ik zijn website. Daar blijkt dat de auteur uitbater is van een astrologisch eenmansbedrijfje. Hij is gespecialiseerd in duiding van het individuele levensplan van zijn klanten, met de vedische horoscoop als leidraad. Ik verzin het niet. En ik verzin ook niet dat hij liefst twintig mensen als zijn ‘geestelijke leraren’ opsomt, waaronder de beruchte racist wijlen Mellie Uyldert.
Kortom, wat mij betreft hebben we te maken met spam van een malle new age kruidenier.
G.J. Smeets zegt
;)
Ujukarin zegt
Okay dank voor de toevoeging! Blijft prima van JoopH dat ie ook dit soort verhalen plaatst, dan is het publiek breed voorgelicht over zowel Boeddhistische Zin als ook – zoals deze – onZin ;-)
With folded palms,
G.J. Smeets zegt
Ujukarin,
of het o.k. is dat BD dit soort verhalen plaatst betwijfel ik. De auteur verspreidt via BD des-informatie over historische feiten en over (verschillen tussen) leerstellingen. Verspreiden van des-informatie is echt niet o.k..
Bovendien: het was niet de BD redactie – zoals je stelt – maar jij, Siebe en ik die ‘het publiek breed hebben voorgelicht’ (jouw woorden) over de leugens in deze spam. Leugens? Ja, leugens want de auteur is eerder al [in het draadje achter zijn stuk van 4 december 2016] gewezen op desinformatie die hij propageert voor zijn eigen bestwil. De BD redactie liet toen weten dat er in het Huis van de Boeddha plaats is voor vele meningen. Ik neem aan dat de BD redactie ook nu weer meeleest: het gaat niet over een mening. Het gaat over het verspreiden van des-informatie. Liegen.
Jos de Vries Spaans zegt
@Ujukarin “Spam van een malle new age kruidenier”
Pijnlijk om na zoveel inhoudelijk betoog af te sluiten met een ondermaatse op de persoon gespeelde opmerking.
Met of zonder gevouwen handen, niet liefdevol noch wijs.
Het staat de auteur vrij om al dan niet te reageren.
Ik doe mijn voordeel met inzichten door hém en jullie doorgegeven. En weeg ze zelf in mijn hart.
Elkaar bestrijden op ‘de juiste inzichten’ is vaak een nieuwe bron van lijden. Jammer, pijnlijk en verwacht je juist liever niet hier.
Liefdevolle groet !
Jos Salutary Moonlight de Vries Spaans
G.J. Smeets zegt
“Elkaar bestrijden op ‘de juiste inzichten’…”
Nee beste Jos, het gaat hier om aantoonbare en aangetoonde des-informatie. Als je het daar niet mee eens bent dan staat het je vrij om ons te voorzien van controleerbare informatie van het tegendeel. Je toevoeging “niet liefdevol noch wijs” is een paternalistische en moralistische kwalificatie voor jouw rekening. Dus terzake, beste Jos: wat vind je zelf van het feit dat de auteur des-informatie verspreidt?
G.J. Smeets zegt
P.s. de link naar je website is spam. Irrelevant en ondermaats (jouw woorden) in een gedachtenwisseling als deze.
Ujukarin zegt
@Jos,
Het was een tekst van GJ, maar in de inhoud (niet perse de toon) sluit ik me bij hem aan.
With folded palms,
Siebe zegt
“De identificatie – ons ik-besef – verschuift van iets sterfelijks naar iets onsterflijks; van iets persoonlijks naar iets onpersoonlijks. Het Ik-besef blijft…” Frans Langendijk)
Uit Majjhima Nikaya 1:
“He perceives Nibbāna as Nibbāna. Having perceived Nibbāna as Nibbāna, he conceives himself as Nibbāna, he conceives himself in Nibbāna, he conceives himself apart from Nibbāna, he conceives Nibbāna to be ‘mine,’ he delights in Nibbāna. Why is that? Because he has not fully understood it, I say”.
groet,
Piet Nusteleijn zegt
Goed Frans, hartelijk dank voor je uitvoerige uiteenzetting:
Ik ben het waarnemende, onpersoonlijke Bewustzijn en heb een lichaam, een geest en een ziel.
Dan zijn we daarmee klaar! Een fijne dag toegewenst. Met groet.
Morgen zal ik je artikel weer herlezen. Op de een of andere manier denk ik dat je niet alles….nu stop ik, morgen verder.
Siebe zegt
“… alleen het waarnemende bewustzijn is absoluut; alleen datgene dat de relatieve werkelijkheid überhaupt waarneemt, dat is absoluut.” (Frans Langendijk)
Hierbij wat bedenkingen:
Het onderstaande zeggen de sutta’s over de zes vormen van bewustzijn (visueel, auditief, olfactorisch, gustatorisch, tactiel en mentaal) die zintuiglijke objecten waarnemen:
fragment uit Majjhima Nikaya 22 (komt op veel andere plekken voor)
§26 (…) “Wat denken jullie bhikkhu’s? Is bewustzijn vergankelijk of onvergankelijk?”- ”Vergankelijk, eerwaarde heer”. – “Is datgene wat vergankelijk is lijden of geluk?”- “Lijden, eerwaarde heer”.- “Is wat vergankelijk is, lijden en onderhevig aan veranderingen, geschikt om zo te worden beschouwd: ‘Dit is van mij, dit ben ik, dit is mijn zelf’?”- “Nee, eerwaarde heer”.
§27 (…) “Daarom, bhikkhu’s, welk soort bewustzijn dan ook, ofwel van vroeger, toekomstig of actueel, intern of extern, grof of subtiel, inferieur of superieur, ver of nabij, al het bewustzijn dient met de juiste wijsheid aldus gezien te worden zoals het werkelijk is: ‘Dit is niet van mij, dit ben ik niet, dit is niet mijn zelf’.
§40 (…) “Daarom, bhikkhu’s wat dan ook niet van jou is, doe daar afstand van; wanneer je er afstand van gedaan hebt, zal dat voor een lange tijd tot je welzijn en geluk leiden.”
Het bewustzijn dat ‘de relatieve wereld’ waarneemt,
is dus niet een continuum of een soort absoluut verschijnsel of absolute grond van alles. Nee, deze momenten van waarnemend bewustzijn ontstaan tijdelijk, in combinatie met een zintuiglijk object en bestaan heel kort. Ze zijn vergankelijk.
Ik heb het zo begrepen dat je bewustzijn in theravada boeddhisme het beste kunt zien als een tijdelijke fase of een tijdelijk moment in een cognitief proces dat doorlopend plaatsvindt en zelfs de dood passeert en dat ook bestaat uit voor/onbewuste momenten.
Een moment iets horen schijnt, bijvoorbeeld, nooit onmiddellijk een moment iets zien te kunnen opvolgen.
Dit auditief bewustzijn, dit moment van iets-horen, is dus niet een continuum zoals de sutta ook aanhaalt.
Het is slechts een vergankelijk moment.
Altijd eerst keert het cognitieve proces terug in een voor/onbewuste fase waarin er geen zintuiglijke objecten worden waargenomen die zich aan de zintuigen presenteren. Na die voorbewuste fase is geest kennelijk weer rijp voor het ontstaan van een moment bewustzijn (visueel, auditief, olfactorisch, gustatorisch, tactiel, mentaal).
Het is wellicht vergelijkbaar met een atoom wat je steeds weer in een aangeslagen toestand brengt. Bewustzijn lijkt ook op zo’n soort aangeslagen toestand van de geest. Je kunt niet zeggen dat bewustzijn de oorspronkelijke staat is, volgens mij. Bewustzijn wat ‘de wereld’ waarneemt wordt getriggerd te ontstaan door zintuiglijke objecten. Het ontstaat als een aangeslagen toestand.
Via de sutta’s is dus overgeleverd je niet te identificeren met deze vergankelijke momenten van bewustzijn. Dit is nogal tegen-intuitief, vind ik, want als mens heb je toch het idee ‘ik ervaar iets, dus ik besta’. Stel je eens voor dat alle waarneming & gevoel plots zou eindigen, dan zal menigeen in paniek raken want dan heeft ie het gevoel er niet meer te zijn. Toch, de Boeddha kon dit kennelijk zonder paniek meemaken. Maar nam hij toen een relatieve werkelijkheid waar? Nee, waarneming en gevoel was toch beeindigd?
groet,
Frans Langenkamp zegt
“Via de sutta’s is dus overgeleverd je niet te identificeren met deze vergankelijke momenten van bewustzijn.”
Geachte Siebe!
Inderdaad, we horen ons niet te identificeren met iets dat vergankelijk is, ook niet met alle vormen van persoonlijk bewustzijn!!!! In Budhas woorden: “welk soort bewustzijn dan ook, ofwel van vroeger, toekomstig of actueel, intern of extern, grof of subtiel, inferieur of superieur, ver of nabij”.
Dat is niet alleen een goede tip van Buddha, maar het is de essentie van ALLE wijsheid, zou je kunnen zeggen. Waarom is dit zo? Gewoon omdat we inderdaad niets vergankelijks ZIJN. Onze Essentie is Onvergankelijk en Ontwaakt Bewustzijn, “Buddha-Dhatu” in boeddhistische termen. In wezen zijn we dus ABSOLUUT, en hebben we allen dezelfde oorsprong en essentie (wat hetzelfde is), in wezen – op het niveau van absoluut bewustzijn – zijn we allen EEN. Daarom kon een ontwaakt Bewustzijn als dat van Buddha, de Buddha overal waarnemen: het Ontwaakte Bewustzijn is overal aanwezig, als de essentie van alles en iedereen. Niet alleen wij mensen zijn in WEZEN Bewustzijn, het hele universum is in wezen Bewust-Zijn. We leven in een levend Universum: Het hele universum is een manifestatie van Bewustzijn. Al in 1926 schreef Max Planck: bewustzijn is primair, materie is een product van bewustzijn.
Dit weet iedereen die wel eens een transcendentale ervaring gemaakt heeft. Het is alleen zo, dan niet iedereen dan automatisch het woord: “Bewustzijn” in de mond neemt, om de transcendentale, uiteindelijke werkelijkheid te beschrijven. Voor de uiteindelijke werkelijkheid zijn er ontelbare begrippen in omloop. Zal ik er een paar noemen? Hier gaan we dan: Boeddha Natuur, Thatha Gatha Garbha, Bodhichitta (Ontwaakt Bewustzijn), Pabhassara Citta (Stralend Bewustzijn), Dharmadhatu (Wijsheid Natuur), Nirwanic Bewustzijn (Bewustzijn dat vrij van fluctuaties is en daarom de werkelijkheid ziet zoals die is), Alaya-vijnana (Allesomvattend fundamenteel bewustzijn), God, De Onbewogen Beweger, de Oorzaakloze Oorzaak, Ain Sof, Abraxas, Adonoi, Waken Tanka, het Absolute, Het Zijn, het Niet-Zijn, de Leegte, Allah, Brahman, Atma, Tao, Shunya, Shunyata, Het Niets, Het Al-Dat-Is, de Waarheid, de uiteindelijke werkelijkheid, het Nulpunt-veld, het Verenigde Veld van alle wetten van de natuur, de Vacuüm Toestand.
Kennis is gestructureerd in Bewustzijn. Zonder bewustzijn, geen kennis, geen ervaring, geen gedachte, geen weten.
Kennis is verschillend in verschillende bewustzijnstoestanden: slapen, dromen, waken, transcendentaal bewustzijn, kosmisch bewustzijn, Godsbewustzijn en Eenheidsbewustzijn.
En ook binnen elke bewustzijnstoestand zijn er oneindig veel variaties mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan de gangbare waaktoestand: ieder mens heeft zijn eigen niveau van bewust-Zijn, ook binnen het waakbewustzijn… MAAR er is een gemeenschappelijke bron van alle relatieve bewustzijns- toestanden, en dat is het bewuste ZIJN als Zodanig. Dat is ons aller essentie… welke naam we er ook aan willen geven… maar mij lijkt na 42 jaar full time research naar de aard van de werkelijkheid, de term Bewustzijn de meest geschikte, vrij van plaatselijke of tijdelijke, religieuze, sektarische jargons.
Alles heel simpel dus! Maar deze kennis maakt pas echt vrij en gelukkig, nadat we de Essentie ervaren hebben… Gelukkig zijn er steeds meer mensen die deze universele ervaring gemaakt hebben. Ik ben bij lange na niet de enige… Iemand die het ook heel aardig verwoordt is Anita Moorjani. Zojuist haar boek “Ik moest doodgaan om mezelf te genezen” gelezen; een aanrader voor alle mensen!
Love, Joy, All possibilities!
Frans
p.klene zegt
Ik ben lichtelijk verbijsterd over een paar azijnpissers die elkaar vliegen afvangen over de bovenstaande teksten. Ik ben zelf ook via Vedanta gegaan waar ik tientallen les in gaf naast mijn Boeddhistische aspiraties en steeds dieper in Theravada Boeddhisme gegroeid.
Waarom niet gewoon een auteur waarderen en te respecteren die zijn visie weer geeft in plaats van elkaar als rotte vis te benoemen omdat toevallig iets gezegd wordt dat niet precies in jullie verkokerde straatje past. Er valt nog een hoop te leren in Boeddhisme van Nederlandse bodem……….. En de Hybris om te beweren dat de commentatoren de hele Boeddhistische wetenschap in pacht hebben……..
G.J. Smeets zegt
“Waarom niet gewoon een auteur waarderen en te respecteren die zijn visie weer geeft in plaats van elkaar als rotte vis te benoemen omdat toevallig iets gezegd wordt dat niet precies in jullie verkokerde straatje past.”
Beste P, de auteur van het stuk hierboven verspreidt des-informatie en er is geen enkele reden om een verspreider van des-informatie te respecteren, zeker niet als hij er hier eerder al eens op gewezen is – dat is één.
Twee: hoezo ‘rotte vis’? Er is gewoon inhoudelijk kritiek geleverd op de info die in het stuk staat en op de track record van de auteur van dat stuk. Daarbij is je opmerking over ‘verkokerd straatje’ een gratis slag in de lucht: wat weet jij over de diameter van mijn koker?
Dus P, laat eens weten: wat vind je zelf van de info die de auteur van het stuk ons hier voorlegt?
Ujukarin zegt
Wel, het is simpel: boeddhisme verklaart nadrukkelijk een aantal inzichten als Michcha-Ditthis oftewel verkeerde inzichten. En laten een aantal daarvan, zoals eternalisme en atman/ziel, nu net de hoekstenen van het toenmalige brahmanisme zijn. Dus plotseling verklaren dat Boeddha gewoon zou passen in het vedische/hindoe denken is een fundamentele ontkenning van wat Boeddha wilde neerzetten, en in zekere zin (verbaal) geweld gebruiken. De volgende stap is geheid zeggen dat Indiase slachtoffers van het kastensysteem ook wel gewoon in de hindoe-religie kunnen blijven inplaats van zoals nu gebeurt ‘uitwijken’ naar o.a. boeddhisme – die religie vereist eerst HEEL grondige revisie in de praktijk/in daden, niet alleen woorden van vooral zijn Westerse volgelingen.
Daarom deze afbakening/repliek. Als je zelf vedanta meent te kunnen kombineren met Theravada dan is dat buitengewoon knap maar ik betwijfel ten zeerste of de mainstream Theravadins jou dan nog wel zien als een-van-hen. Het leven ook in spiritualiteit is keuzen maken voor jezelf en duidelijke grenzen stellen wat je leer is, broeder.
Pas op die basis van duidelijkheid kun je vervolgens in de _praktijk_ best goed samenwerken met dominees, Langenkamps, moslims en noem maar op; daarvoor zijn o.a. de Mahaprajapati Gotami-soetra en Kalama-soetra de bruggen, die benadrukken dat het om Ethisch-juist gedrag gaat (dus het beestje) en niet om vanuit welk naampje dat gedrag gebeurt. Waardoor je dus in de praktijk beduidend beter kunt babbelen en werken met een ethisch Christen of Vedantist dan met een onethisch boeddhist.
Maar dit alles werkt dus alleen door duidelijk af te bakenen waar jij als boeddhist voor staat. De 2e helft van het Langenkamp-verhaal ontspoort gruwelijk op dit vlak, claimt allerlei dingen over Anatta en Boeddha die faliekant strijdig zijn met alles wat Boeddha er zelf over zei conform de Pali soetras, etc. etc. Gemiste kans dus ;-)
With folded palms,
Piet Nusteleijn zegt
Frans, de morgen werd overmorgen, opnieuw gelezen en opnieuw
wil ik er iets over zeggen dat ‘mijn hart’ heeft.
Mijn zwager gaf me het boek van Hein Thijssen te lezen, ‘leeg en bevrijd’, op p. 98 schrijft de inmiddels 80 jarige schrijver: “De poging om datgene te denken en te zeggen wat niet gedacht en gezegd kan worden, is de oorzaak dat we onderscheiden gaan maken, die er in werkelijkheid niet zijn”.
Frans, is jouw artikel een poging om iets duidelijk te maken, iets te zeggen wat niet gezegd kan worden?
Of…ja wat wil je met je artikel?
Wil je ‘ons’ iets duidelijk maken wat voor jou duidelijk is?
Wanneer je spreekt over een tragisch misverstand, dan moet jij het begrepen hebben. Heb jij ‘het’ begrepen?
Misschien zet jij ook wel weer een nieuw dwaalspoor uit. Hou je daar rekening mee? Wellicht draagt ook jouw artikel bij aan wat Thijssen ‘het systeem’ noemt.
Het boek is een aanrader: ISBN 9066655542.
Met groet ‘zonder aandelen’.
Met groet.
Frans Langenkamp zegt
Lieve Piet!
Ja Piet, met mijn artikel wilde ik iets uitleggen dat voor mij duidelijk is.
Ik weet: het wordt in “spirituele” kringen – en zoals ik hier bemerk in kringen van Boeddhistische experten – als een bewijs van onwetendheid en arrogantie gezien, als iemand beweert iets met absolute helderheid begrepen te hebben… Volgens velen behoort zo iets tot de Onmogelijkheden…
Mijn vraag is dan: hoe kon Boeddha dan het een en ander zeker weten?
Het is net zoals bij het “Christendom”: alleen Jezus is de zoon van God, en daarom kon hij meer weten (alles) als wij onwetende stervelingen.
In alle deemoed plaats ik daartegenover: ja, het is ons mensen gegeven tot absolute, tijdloze inzichten te komen.
En bij alles wat ik schrijf heb ik de absolute zekerheid, dat ik weet waarover ik het heb… en dat het nuttige en ware woorden zijn, en is wat ik schrijf niet misleidend maar bevrijdend…
Maar als men gevangen is in een zeker JARGON, zonder de WAARHEID achter de woorden te kunnen waar-nemen, dan helpen mijn teksten ook weinig…
Zelfs het begrip WAARHEID is onder een algemene verdachtmaking komen te staan…
Ik begrijp natuurlijk wel waarom…
Maar dat weerhoudt me niet daarvan tijdloze en universele inzichten onder woorden te willen brengen…
Hij of zij die DOOR DE WOORDEN heen kan ZIEN, hij of zij is heel blij met mijn bevestigingen van de waarheden die men van binnen, intuïtief, ook had begrepen. Wij mensen zijn de belichaming van Waarheid, van Bewustzijn, van Vrede, Van Geluk, van Onbegrensdheid, van Ontwaakt Bewustzijn. PRECIES zoals die goede man ons mensen gedurende de laatste 45 jaar van zijn leven heeft willen doen inzien.
Het is allemaal VEEL eenvoudiger dan de meeste mensen denken…
Maar dat kan men alleen Inzien en Begrijpen nadat men de Absolute Eenvoud ervaren heeft… net als die goede man op zijn 35e wedervaren heeft…
Lieve Groet!
Frans
Piet Nusteleijn zegt
Samenvattend; ben ik dus Zijn.
Frans, bedankt voor je reactie van 10 augustus.
“Ik ben/Zijn”. In dit boek van Nisargadatta Maharaj verwoordt hij dit ook heel “aardig”.