Iedereen herkent ze wel op straat, de mensen met de dreadlocks en vervreemde blik in de ogen, of met een rugzakje en een blikje goedkoop bier, hangend op een bank – daklozen. In Nederland lopen er op iedere persoon die je herkent als dakloos minstens 15 mensen rond die je niet als dakloos zou herkennen. Hier in de VS, waar ik nu ben, vermoed ik dat het anders is, misschien zelfs wel omgekeerd.
Eerst ben ik in Santa Fé, een rijke stad, dure huizen, kunst voor de mensen met een ruime beurs, veel dure toeristische winkels. Veel daklozen ook, hoor ik. Ik loop rond in de stad, ik zie geen daklozen. Twee keer per maand maken de zenleerlingen van Upaya, waar ik verblijf, een maaltijd in een opvang voor 170 mensen, en dat is dan alleen de shift niet-verslaafden. Ik mag niet mee, ben immers voor mijn eigen training en mag het terrein niet af. Aan het eind van mijn training bezoek ik Need and Deed, door Martha georganiseerd met kerkelijk geld en kerkelijke vrijwilligers. Ze was zelf 10 jaar dakloos. Elke maandagmiddag is er lunch en gratis kleren en badspulletjes. Deze keer ook gratis buskaarten. Ik ben te vroeg en ga op de stoep zitten bij Olivia, en we praten een tijdje samen. Ze is 62 en zoekt een baan. Ze woont in een mobile home maar kan het niet meer betalen. We eten, we bidden, we mediteren, we zeggen affirmaties na: “We zijn sterk, we zijn geliefd, we kijken op niemand neer.” Martha houdt van iedereen. Maar begeleiding naar werk, dat is er niet hier. Olivia gaat verder op zoek. Er is een boekje gemaakt met alle initiatieven in de stad. Handig voor wie zoekt. Coördinatie is er niet, maar sinds kort dus wel dit overzicht. Begeleiding naar werk voor nog-niet-helemaal-daklozen kunnen we er niet in vinden.
Na mijn zenretraite ga ik op bezoek bij een vriend. Laguna Beach is rijk, een van de rijkste plaatsen in Californië. Ik kom in de meest prachtige omgevingen. Ook hier veel daklozen. De meesten, vermoedt men, zijn hierheen verhuisd vanwege het weer. Sinds een paar jaar is er een nachtopvang, een grote zaal met bedden, een containerhok ergens ver buiten de stad. We gaan er langs, maar overdag is er niemand die open doet. Er liggen wat mensen te slapen in de bosjes. Ze zeggen vriendelijk gedag.
In Los Angeles zijn de daklozen meer dan zichtbaar. Overal in de stad mensen met supermarktkarretjes of met grote oude rugzakken. Sommige mensen lopen op blote voeten. Tot mijn verbazing wordt er nergens gebedeld. Een sjiek plein met stoelen en tafels wordt voor de helft door daklozen bezet. Er staat een fiets met spullen, volgepakt.
Bij de Midnight Mission in Los Angeles (de kosten van 6 miljoen dollar per jaar worden gefinancierd door particulier geld!) wonen er ruim 200 mensen en slapen er het dubbele aantal mensen op de binnenplaats, bij wijze van nachtopvang. Iedereen kan er komen eten (er zijn 2700 maaltijden per dag!), er zijn toiletten en douches voor vrij gebruik. De binnenplaats wordt ’s nachts afgesloten en bewaakt. Er slapen iedere nacht 400 mensen op die binnenplaats, vertelt programmamanager Don mij. Ik schat dat deze 15 bij 15 meter is. Dat is een halve vierkante meter per persoon. Hutjemutje dus. Deze mensen willen wel veilig slapen, maar willen zich nog niet aan de discipline van een programma onderwerpen. Als ze het wel willen, zijn ze welkom binnen. Hier zijn de slaapzalen voor degenen die ‘eligible’ zijn. In Nederland zou je zeggen ‘ze moeten gemotiveerd zijn’, maar eligible is net wat anders: capabel, verkiesbaar. Er ligt iets van je moeten bewijzen in, ze komen in aanmerking voor opvang. Een bed, een kastje en een bureautje, half afgescheiden van andere bedden. De vrouwen slapen met 42 op een slaapzaal, zonder kast of bureau.
We worden rondgeleid door Don, een kennis van mijn vriend. Don wijst ons op het dak op nog 2 grote opvangorganisaties. We zijn op Skid Row, een industrieterrein met hier en daar wat kunstenaars. We kijken neer op de straten. Er slapen tussen de 2000 tot 5000 mensen op straat, afhankelijk van het seizoen. Overal tentjes en plastic zeilen op de stoepen, karretjes en bergen bezittingen afgeschermd met karton of plastic. Don vertelt dat de stadsreiniging eens per maand alle straten schoon spuit. Daarna bouwt iedereen zijn tentje weer op. Er zijn veel particuliere initiatieven die mensen eten brengen, slaapzakken uitdelen. Eigenlijk wordt de hele hulp, opvang en begeleiding betaald door kerken en particulieren. Je kúnt overleven op straat. Don baalt daar soms van, zegt hij. Enerzijds de drugs en de criminaliteit, de gevangenis en daardoor nog kanslozer worden, anderzijds het eten dat je krijgt en de gratis kleren – op straat leven ís een levenswijze die voor velen moeilijk te veranderen is.
Het is lastig de juiste cijfers te verzamelen. De duizendtallen vliegen me om de oren. Uiteindelijk kom ik hier op uit. 3,5 miljoen mensen zijn dakloos (al dan niet met opvang) in de VS op 321.000.000 officiële bewoners. Dat is 1 op 92! Het Nederlandse equivalent zou 150.000 daklozen zijn! Het zijn er ‘slechts’ 31.000, volgens het CBS.
Iemand vertelde me dat in Los Angeles 1 op de 127 inwoners dakloos is. Ik kom overal andere cijfers tegen. Een Hollandse vriendin die ik bezoek vertelt dat er op een bepaalde dag in januari daklozen worden geteld. Ik stel me er zoiets bij voor als onze tuinvogel-teldag. Ook zij deed mee met het tellen in haar buurt van het aantal buitenslapers. In heel LA zijn er 46.874 geteld op een dag in jan 2016, waarvan 75% zonder opvang. In de binnenstad waren dat 4.700 daklozen op straat of in shelters. Ik bereken met 3.900.000 inwoners dat dat 1 op 83 moet zijn. Maar ik lees dat in New York de dakloosheid het grootst is, 1 op de 113 inwoners, gevolgd door San Francisco met 1 op 125. Het aantal dat ik voor LA berekend heb, kan dus niet kloppen. Waarschijnlijk iets met verschillende wijken. 1 op 127 lijkt beter te kloppen.
Ter vergelijking bereken ik uit de losse pols wat we in Den Helder aan verhouding hebben. Ongeveer 75 daklozen op een doorsnee-nacht, in en buiten de opvang, op een aantal inwoners van 56.000. Dat is 1:750 waarvan 5% op straat.
Het aantal daklozen is hier dus 5 à 6 keer zo erg als bij ons. Maar dat is niet eens het belangrijkste verschil. In Noord-Holland (laat ik niet te makkelijk generaliseren) kan iedereen opvang krijgen. Dat driekwart van alle daklozen op straat leeft, kennen wij niet. Bij ons zijn er altijd een paar mensen die niet in de opvang willen of het tijdelijk te bont gemaakt hebben (lees gewelddadig waren). In de VS start de opvang op straat, of bij de Midnight Mission: op hun binnenterrein. In Nederland kan je worden opgevangen, direct na verlies van je woonplek. Een uitkering zet mensen weer snel in hun zelfstandigheid. Dat is er veel minder in de VS, afhankelijk van de staat waar je woont en je eigen verzekeringen. Met een slechte of geen uitkering kan je zomaar ineens alles kwijt zijn. In Nederland hoef je niet zover terug te vallen, dat je op straat tussen dealers en geweld moet zien te overleven.
Het programma van Midnight Mission is intern, alles eigenlijk is intern. Dat is ook een verschil met Nederland waar veel samenwerking is, en dus ook veel langs elkaar heen werken. Daklozen betalen bij Midnight Mission niets voor hun verblijf en scholing. Ze krijgen ook geen zwerversuitkering, zoals bij ons. Maar doen ze niet mee aan het programma, dan belanden ze weer op straat. Daar is niets, behalve de foute vrienden, de gratis maaltijden en het overleven. De motivatie is sterker want de consequentie zwaarder. Als er ruimte is kun je vanuit de binnenplaats doorschuiven.
Sport is verplicht; onderwijs, afgestemd op iemands niveau; werkzaamheden in de keuken, het huishouden, de beveiliging of elders in het pand; gezondheidszorg, drugsprogramma of therapie; persoonlijke begeleiding. Iedereen moet aan alles meedoen. Binnen 14 dagen crisisopvang, 92 dagen programma en nogmaals 92 dagen zou iemand gereed moeten zijn voor de arbeidsmarkt en zelfstandig wonen. Dat is dus binnen een half jaar. Werk vinden staat gelijk met de opvang kunnen verlaten. En dat zelfstandig wonen is een kamer in een pension, of een appartement met anderen delen. Echt zelfstandig wonen in deze stad is voor gewone mensen te duur.
In Nederland wordt hoog opgegeven van het Amerikaanse Housing First, waar mensen een huis krijgen als basis voordat er ook maar een ander programma begint. Het zou fantastisch werken, juist met de mensen die jaren op straat leefden. Ik vraag Omar er naar, een social worker die met Housing First werkt. Ook zij kiezen de mensen met de zwaarste problematiek voor Housing First. Niks niet eligible. Maar er zijn wel degelijk eisen, zegt hij. En omdat mensen blij zijn met hun huis en beseffen hoe uitzonderlijk het is wat hen ten deel is gevallen, is hun motivatie mee te werken met een programma sterk. Ze willen hun huis niet kwijtraken.
Ik heb geen tijd meer om uit te zoeken hoe het zit met preventie, met snelle hulp voor verslaafden, programma’s voor mensen die nog niet dakloos zijn, maar op het randje staan. Stimuleringsprogramma’s zoals onze sociale diensten opstarten, sollicitatietrainingen, hulp bij het vinden van werk: programma’s voor mensen als Olivia, die willen voorkomen dat ze dakloos raken – ik vraag me af of ze er zijn. En sociale woningbouw, bestaat dat ergens?
Het laatste jaarbericht (mei 2016, LAHSA) zegt dat het aantal daklozen in Los Angeles met 6,5% toenam. Erger is dat het aantal in de opvang met 9,4% afnam en het aantal mensen op straat met 5% toe. Dweilen met de kraan open, hier in de V.S.