Nog een vaak gehoorde instructie Is: ‘Laat het los’. Ik noem het mijn lijstje van misbruikte woorden: aanvaarden, loslaten, relativeren, verwerken … Er zijn er meer.
Ze zijn gemakkelijk te herkennen. Als iemand tegen je zegt: ‘Je moet dat kunnen loslaten, aanvaarden, relativeren …’ Je voelt je meteen niet begrepen. Het zijn beleefde manieren om tegen iemand te zeggen: ‘Zwijg erover.’
Het beste recept voor mislukking is iets proberen wat onmogelijk is. Je kunt een industrie bouwen op goedkope raad en valse beloften. Als het niet werkt ligt de fout bij de ander.
In mindfulness gaan we altijd op zoek naar wat wel mogelijk is. Waar zitten we wel aan het stuur? Waar zit onze interface met de werkelijkheid?
Als het ons niet loslaat, wordt de vraag: hoe kan ik mij ertoe verhouden?
Omslagfoto Arrèt sur image, Erik Pevermagie, CC SA 04 door Onlysilence.
Kay zegt
“Met mindfulness op zoek naar wat mogelijk is”, dus niet het vinden van onontgonnen, latente mogelijkheden en eigenschappen, en het vergroten van capaciteiten en mogelijkheden.
Ellen Deimann zegt
Volgens mij is het misbruikte woord : moeten, of : moeten kunnen. Aanvaarden is voor mij heel belangrijk…….
Bart Verberkt zegt
Aanvaarden en accepteren klinkt m.i. nog iets teveel als een soort actie, iets doen. Volgens mij gaat ’t er om iets er te laten zijn. Laat het waar zijn dat het er is, het is er immers toch :).
Volker Hinten zegt
Het is belangrijk om als de 8 factoren (Acceptatie, loslaten, niet oordelen, geduld, frisse blik, compassie, niet streven, vertrouwen)aan de orde komen binnen de mindfulness training, dit goed uit te leggen als een werkzame kracht die zich uitdrukt in openheid. Dat daar dus geen “doen” aan te pas komt. Net zo min als dat je je haar “doet” groeien, of het hart “doet” kloppen. En dat is voor velen een lastige omdat we gewend zijn acties te koppelen aan hetgeen we willen bereiken. Liefst met een certificaat aan het einde. Ik overweeg daarom ook om als grapje een certificaat uit te geven waarop staat;
” Certificaat voor de beste conceptualisering van de oorspronkelijke geest..”
VH
Siebe zegt
De boeddhistische training in mindfulness wordt bijvoorbeeld hier verwoord: http://www.sleuteltotinzicht.nl/d22.htm
Ik vind zelf een belangrijk element daarin dat het bij mindfulness kennelijk draait om ‘een weet hebben van’.
Er is een weet hebben van (bijvoorbeeld) dat de ademhaling kort is of lang, een weet hebben van wanneer geest verkrampt is of open, afgeleid of niet-afgeleid. Er is een weet hebben van wanneer er hindernissen aanwezig zijn in de geest, zoals kwade wil en ook wanneer dat niet zo is, etc.
Je kunt je afvragen of dit ‘weet hebben van’ een activiteit is of niet. Ik denk het wel. Dit weet hebben van is wat anders dan keusloos gewaarzijn. Dit weet hebben van is een cognitief actieve staat van her-kennen. Het is verbonden met conditionering, met leren identificeren, herkennen, herinneren, lijkt me.
Bijvoorbeeld, je leert eerst wat ‘afgeleide geest’ is en leert wat ‘boosheid’ is of ‘zorgelijkheid’ oid , en vervolgens kun je dit her-kennen wanneer het zich voordoet bij jezelf en anderen. Het weet hebben van is zo bezien een actieve zaak waarbij herinnering een belangrijke rol speelt.
Mindfulness lijkt misschien een passief niks doen maar ik denk dat er in werkelijkheid heel veel mentale activiteit is om überhaupt mindful te kunnen zijn. In ieder geval kun je je afvragen in hoeverre her-kennen een niks-doen is.
Dat wat her-kent kan geen oorspronkelijke geest zijn.
Een andere element van mindfulness in de boeddhistische training is dat mindfulness hierin vooral bedoeld is als een soort bewaker of poortwachter van de geest. Het heeft een signalerende functie.
In beginsel is het in de training niet de bedoeling alles maar te verwelkomen, zoals driftigheid, agressie, hebzucht, traagheid etc. Dus mindfulness is niet alleen een weet hebben van welke gasten de geest binnenvallen, en zich dreigen te vestigen,
maar het staat ook in verbinding met kennis over welke gasten welkom zijn en niet, en hoe je ongenade gasten verjaagt en zorgt dat ze zich niet vestigen. Het staat dus in verbinding met Juiste IJver en vaardige middelen.
Daarom staat er bij mindfulness training ook zaken bij als: …”Hij begrijpt hoe het opkomen van kwade wil dat nog niet is ontstaan tot stand komt; hij begrijpt hoe het opgeven van reeds opgekomen kwade wil tot stand komt; en hij begrijpt hoe de opgegeven kwade wil in de toekomst niet meer tot stand zal komen.”
Dat er geen ‘doen’ aan te pas komt bij mindfulness, daar kun je je op bezinnen.
Mindfulness is niet hetzelfde als een keusloos gewaarzijn, lijkt me.
groet,
Siebe zegt
In antwoord nog op Volker Hintens lijst met 8 factoren die aan de orde komen bij mindfulness training, waaronder niet-oordelen en niet-streven:
1. Mindfulness verbonden met oordelen
Mindfulness heeft in de boeddhistische training een soort functie als poortwachter van de geest. In die zin is het toch ook wel verbonden met oordelen.
Een sutta waarin mindfulness als poortwachter wordt opgevoerd is Anguttara Nikaya 7.67, waar de geest wordt vergeleken met een fort.
De poortwachter mindfulness bewaakt de ingang van dat fort. Kenmerk van deze poortwachter is juist diens discriminerend vermogen. Hij maakt onderscheid in welkome en onwelkome gasten. Hij is niet totaal open, in de zin dat een poortwachter niet iedereen maar binnenlaat of zich laat vestigen.
2. Mindfulness verbonden met streven/ijver
Mindfulness is naast met oordelen ook verbonden met streven of ijver. “Met mindfulness als poortwachter doet de edele leerling afstand van wat niet heilzaam is, ontwikkelt wat heilzaam is, doet afstand van wat niet vaardig is en ontwikkelt wat vaardig is, doet afstand van wat laakbaar is en ontwikkelt wat onberispelijk is en handhaaft zichzelf in zuiverheid”.
Je ziet dus dat in de boeddhistische training van de geest mindfulness als poortwachter optreedt en een signalerende functie heeft en wel of niet aanzet tot ijver. Misschien is dit anders bij andere mindfulness trainingen zoals in het bedrijfsleven of mindfull in de natuur wandelen.