Eén van de vreemdste dingen omtrent je geest is dat hij met zichzelf praat. Als je geest een enkelvoudig ding was, dan zou je denken dat hij niet met zichzelf zou gaan praten. Alles wat hij weet, zou hij weten zonder te moeten communiceren. Maar het is een feit dat je geest bestaat uit verscheidene beslissingscentra of kenniscentra. Hij vormt eigenlijk een heel comité waarvan de leden mekaar onderling boodschappen moeten sturen. Zij moeten elkaar op de hoogte brengen van hetgeen er gaande is. Er zijn momenten dat één onderdeel van je geest iets kan weten terwijl een ander onderdeel er niet van op de hoogte is. Gedeeltelijk komt dat doordat we in feite muurtjes optrekken binnen onze geest. Er zijn omstandigheden waarbij muurtjes noodzakelijk zijn om te kunnen functioneren. Als je je moet focussen op een specifieke taak, moet je alles wat niet met die taak te maken heeft voorlopig uitwissen.
Soms zijn de muurtjes heel erg ondoordringbaar, soms zijn ze het niet. Ze zijn meestal meer doorlaatbaar. Met andere woorden, je bent met een taak bezig, maar er bestaat een kans dat – als de noodzaak zich opdringt – een boodschap tot je kan doordringen zodat je die taak kan laten vallen, en je bezighouden met iets anders dat dringender is. Stel dat je geconcentreerd een boek aan het lezen bent, maar plots voel je een stekende pijn in je maag. Deze boodschap kan tot je doordringen zodat je kan stoppen met lezen en je aandacht focussen op die pijn. Dat betekent dus dat een deel van je geest nog steeds je lichaam in de gaten houdt om er zeker van te zijn dat er niets pijnlijks of vreselijks gebeurt, terwijl een ander deel van je geest zich concentreert op het lezen van het boek.
Maar die muurtjes kunnen ook voor moeilijkheden zorgen. Dat is precies één van de redenen waarom we problemen hebben met onze geest. Die is dan niet grondig geïnformeerd. Je kan bijvoorbeeld beslissen bij je meditatie te blijven. Je kan beslissen om iets te doen dat je zonder twijfel intense vreugde kan brengen. Maar even nadien ontdek je dat je blik is afgeweken door rond te kijken naar iets anders. Dus die diverse invalshoeken van onze geest kunnen een waar probleem vormen.
En toch is dit ook het begin van een oplossing. Het creëert in feite een mogelijkheid een oplossing voor dit probleem te vinden. Als je geest een monolithisch geheel zou vormen, als je zelfbewustzijn monolithisch zou zijn, dan zou dit leiden naar de vraag: “Hoe is het mogelijk dat iets dat zo onhandig is en zo onwetend, toch iets kan bijleren?” Als je geest een enkelvoudig ding zou zijn, als je zelfbewustzijn één iets zou zijn, dan zou het zichzelf niet kunnen veranderen. dat is precies het uitgangspunt van de aloude discussie omtrent zelfkracht versus anderkracht. De gedachtegang dat je – indien je persoonlijkheid zo om zeep is, en je ego zo om zeep is – nood hebt aan hulp van buitenaf. Enkel door je over te geven aan een kracht die buiten jezelf ligt, zal je in staat zijn om waar geluk te vinden, of om jezelf te redden van jezelf.
Dit is het uitgangspunt in heel wat Mahayana- en Reineland-scholen. Je hebt nood aan de reddende bijstand van Amida of van een boeddha buiten jezelf die naar je toe komt en je redt, omdat je ego zo om zeep is dat hij zich onmogelijk op zijn eentje uit die verloedering kan brengen. Bijna alle religies (levensovertuigingen) die vereisen dat jij focust op een kracht buiten jezelf om naar je toe te komen en je te redden, hebben als uitgangspunt de idee dat je persoonlijkheid één enkel ding is dat om zeep is en dat zichzelf dus niet kan redden Dit is precies waar de vraag omtrent zelfkracht en anderkracht ontstaat.
Maar het feit is precies dat je zelf, je geest, je persoonlijkheid geen monolithische dingen zijn. Er zijn heel wat verschillende zelven, heel wat verschillende geesten, heel wat verschillende persoonlijkheden rondom ons. Het gaat hem hier in feite om een comité, een team. Precies omdat het een team is, kan je jezelf veranderen. Het ene lid van het team kan naar een ander teamlid kijken en zeggen: “Jouw beleid werkt niet, jouw strategie is niet functioneel. Je zou jezelf moeten veranderen.” Vermits er geen enkel teamlid is dat het gehele zelf overspant, hebben de vele teamleden geleerd dat ze moeten luisteren naar elkaar. De mensen bij wie de verschillende teamleden niet naar elkaar luisteren, vertonen kenmerken van een gespleten persoonlijkheid. Een normaal functionerend iemand heeft verschillende onderdelen in zijn geest die luisteren naar mekaar, en zij weten dat ze naar mekaar moeten luisteren om te kunnen functioneren. Dit is het wat nodig is om die praktijk mogelijk te maken. De moeilijkheid ligt precies in hetgeen nodig is om die zijde van de geest te kiezen die wil mediteren, die zich wil blijven focussen op de ademhaling, en om dat comitélid de sterkte te geven zodat het kan beginnen invloed te hebben op de andere comitéleden, zodat allen kunnen gaan samenzitten.
Dus als iemand ons vraagt welke soort boeddhisme we hier aan het toepassen zijn, of wij behoren tot een school van zelfkracht of van anderkracht, is het antwoord: “Geen van beide.” Het is immers de school die de sterkte van het team (of van het comité) benadrukt. Je kan dit standpunt onmiddellijk herkennen als je je concentreert op de ademhaling. Er zal een deel van je geest zijn dat de bedoeling heeft om het eigenlijke werk te doen: te focussen op de ademhaling. En je zal merken dat er een ander deel van je geest is dat toekijkt, dat zowel de ademhaling kan verwittigen als het bewustzijn om gefocust te blijven. Leer dus gebruik te maken van die waarnemer. Namelijk de waarnemer die kan instaan voor een alarm, die al de onderdelen van de geest kan laten samenwerken, die de bedoeling heeft bij de ademhaling te blijven, die het vermogen heeft die bedoeling te onthouden, en dan het onderdeel te zijn dat kan blijven toezien.
Eens dat je die comitéleden kan laten samenwerken, kan je vooruitgang boeken. Ze helpen elkaar vooruit. En hoe meer ze leren samenwerken, hoe meer ze erin gaan slagen om andere delen van je geest er ook bij te betrekken. Dan kunnen meer en meer comitéleden gaan neerzitten en meewerken. Je merkt, wanneer de Boeddha het meditatieproces omschrijft, het niet één kwaliteit is op zijn eentje die al het verschil gaat maken. Hij zei nooit: “Alles wat je nodig hebt, is mindfulness (bewustzijn),” of: “Alles wat je nodig hebt, is concentratie.” Het zijn steeds bundels van factoren. Het is precies door het bundelen dat we sterker worden in de praktijk. Wees dus niet verbaasd als je heel wat verschillende stemmen in je geest ontwaart, of als je ontdekt dat er deeltjes in je geest zijn die op de hoogte zijn, en andere deeltjes die zich van niets bewust zijn. Dat moet je nu eenmaal kunnen toestaan. En hij zei dat dat een deel van het probleem is, maar ook een deel van de oplossing. Van zodra je verstaat wat het eigenlijke probleem is, kan je werk maken van meer en meer deeltjes van je geest bij het gebeuren te betrekken. Zo geef je het deeltje dat graag onmiddellijke voldoening heeft, bijvoorbeeld, een klein iets door je ademhaling comfortabeler te maken. Het deeltje dat zich makkelijk verveelt, geef je iets door jezelf vragen over de ademhaling te stellen, door het hele ademhalingsproces in je lichaam als energiestromen te onderzoeken. Het deeltje dat graag spreekt, wel, geef je iets om over te praten door over de ademhaling te praten. Als je behendig bent, kan je al die verschillende stemmetjes, al die verschillende neigingen een of andere voldoening geven zodat ze zich betrokken voelen bij de inspanning. En zoals het bij iedere taak geldt: hoe meer mensen aan die taak werken, hoe sneller ze afgelopen is.
Denk hierbij als aan de inspanningen van een team. Je blijft in de gaten houden welke onderdelen van je geest zich onttrekken aan de taak. Je kan nagaan wat je kan doen om hun medewerking te bekomen. Het is immers op deze manier dat we – stap voor stap voor stap – meer bekwaam worden in het gehele proces om een weg te vinden die ons van het lijden kan verlossen. We betrappen ons erop dat we allerlei manieren creëren om lijden te veroorzaken, en leren de diverse neigingen van onze geest om te buigen naar dit ene doel, zodat wanneer we eensgerichtheid bereiken, het een heilzame houding is, eentje gericht op het pad. En van zodra die eensgerichtheid er is, kan je er inderdaad uit leren. Daarom komt concentratie vóór onderscheiding. En er is ook een element van onderscheiden nodig voor de concentratie zelf. Maar het onderscheiden dat feitelijk doorheen het onbegrip van je geest kan breken moet gebaseerd zijn op het betrekken van zoveel mogelijk teamleden bij de boodschap. Ik bedoel: je kan een boek lezen en alles over de basisleer opsteken. En als je dan het boek weglegt, ontdek je dat je dingen eruit vergeet. Of zelfs al je je ze herinnert, begin je je toch nog op een andere manier te gedragen. Je valt terug in je oude gewoonten. Dat is omdat niet je hele geest erbij betrokken was.
Stel, je wil je volledige aandacht naar je ademhaling brengen. Je wil je volledige aandacht naar de kwestie brengen waarbij je geest zich in een gemakkelijke situatie voelt. Hoe meer partijen, hoe meer teamleden er zijn. Wanneer dan de boodschap aankomt en ze zijn alle in een stemming om te luisteren, dan pas heeft dit een indringend effect op je geest. In veel gevallen zullen de inzichten die een reëel verschil in je geest uitmaken, niet iets nieuws zijn, noch zal je er voorheen nooit van gehoord hebben. Je kan gewoon zeggen dat niet iedereen er was om te luisteren, dat niet iedereen er was om de ware toedracht van dat specifieke inzicht te zien. Eens je je volledige teamgeest verzameld hebt, kan die ene boodschap door alles heendringen.
Dit is waarom we zeggen dat het bij mediteren niet gewoon een kwestie is van je geest te focussen, je lichaam moet er evenzeer bij betrokken zijn. Dat beeld in de leer waarbij concentratie leidt tot een gevoel van gemak en rust, en dat komt van een rustige ademhaling, je hele lichaam doordringt, bewerkt en kneedt, zodat ieder onderdeel zich voelt als betrokken bij die concentratie, dat is werkelijk belangrijk. Daarzonder zullen boodschappen niet diep doordringen. Sommige delen van je geest zullen afstand nemen. Maar wanneer iedereen samenwerkt, wanneer iedereen gevoelens van rust ervaart, van voldoening en volwaardigheid, dan horen ze alle de lering. Ze zijn alle gelukkig om de boodschap te horen omdat ze kunnen ervaren hoe waarachtig ze is. Dit specifieke inzicht dat je er op vooruitgaat maakt echt het verschil, snijdt echt door onwetendheid, snijdt echt doorheen het probleem waarbij willekeurige teamleden moeilijkheden veroorzaken.
Probeer iedereen erbij te betrekken, probeer iedereen te laten samenwerken, zodat het team als een geheel bevrijd wordt van lijden.
Reinder zegt
Dit artikel is voor mij het meest aansprekende van dit jaar.
Het komt bij vele delen van mijn brein binnen. Dank u.
Joop Ha Hoek zegt
Fijn dat je het BD leest en dit met ons wil delen.