De titel is een halfzachte poging om kwalijkere mogelijkheden nog even open te laten: wordt Nepal door India ingelijfd tot deelstaat, ontwikkelt zich een nieuwe burgeroorlog, hoe velen dreigen er deze winter dankzij kwaadwillende politici van honger en kou om te komen en waarom wil de rest van de wereld zich er niet mee bemoeien – ondanks dat de ingezamelde internationale slachtofferhulp aan de grens blijft steken.
‘Waar blijft ie?’ kopte een artikel afgelopen januari in de Kathmandu Post over aardbevingen in de Himalaya. Op basis van losbladige geschriften en stenen inscripties bij tempels en paleizen was becijferd dat het jonge gebergte globaal om de tachtig jaar heftig in beweging komt – met desastreuze aardbevingen tot gevolg. Mij leek het toen niet zo slim om met zo’n krantenkop de goden te verzoeken als je er officieel 333.333 telt.
In dezelfde krant stond een interview met Shekhar Koirala, de toenmalige premier, die onder meer vertelde: ‘De vlakke strook langs de grens met India beslaat zo’n 17 procent van ons land, maar inmiddels leeft 51 procent van onze bevolking daar. Het oude districtenstelsel willen we niet openbreken, maar ik moet toegeven dat dit ondertussen op sentiment berust.’
En even verder merkte hij op: ‘We zullen op onze hoede moeten zijn voor Westerse belangen die Nepal in gecontroleerde instabiliteit willen houden.’ Ik nam toen aan dat hij met het westen Bharat bedoelde, hetgeen westelijk betekent, de oude Nepalese benaming voor India.
Inmiddels mag je aannemen dat hij doelde op internationale geopolitieke ontwikkelingen rond de Grote Oceaan, de Pacific Rim, de reden waarom de ‘machtigste democratie’ de laatste jaren dikke vriendjes wil worden met ‘de grootste democratie ter wereld.’ Oftewel: hoe de VS samen met India de invloed van China in Azië probeert terug te dringen. Is het arme bergstaatje Nepal in deze strategie, in dit vervolg op the Great Game, slechts andermans wisselgeld?
Rampjaar 2015
Achteraf bezien stond in die ene krant voorspeld wat voor rampjaar jaar 2015 voor Nepal zou worden. Sinds de zeventiger jaren komen we zo’n twee keer per jaar in Nepal. Afgelopen november vroegen we vrienden en kennissen hoe het hun vergaan was tijdens de aardbevingen. ’s Avonds tekenden we hun ervaringen op, twee herinneren zich meer dan een. Teruglezend merk ik hoe anekdotisch hun verhalen eigenlijk al waren geworden, doordat zich dagelijks nieuwe bedreigende situaties aandienden dankzij een lang aanhoudende Indiase boycot.
Af en toe verschenen er op straathoeken kleine busjes die kennelijk over enige benzine beschikten. Ogenblikkelijk renden er tientallen mensen op af. Door frisdrank-flessen met benzine op de zwarte markt te scoren, konden we ons in een kleine taxi verplaatsen op wegen die sterk aan de zeventiger jaren deden denken: leeg en stil. Tamelijk asociaal, zeker, maar met excuus dat we de lopende verplichtingen met smederijen, werkplaatsen en kunstenaars wilden nakomen, want als ze nu iets goed konden gebruiken was het wel geld. Voor de treurige feiten omtrent de aardbevingen verwijs ik hier liever naar internet, het staat er uitgebreid gedocumenteerd.
Urgenter en bedreigender is de huidige Indiase boycot, die niet alleen het aardbevingsleed verhevigt en extra mensenlevens dreigt te gaan kosten, maar ook ingewikkelder is toe te lichten – want politiek. Oftewel: de oorzaak en gevolg-pinballs van geschiedenis, geheime agenda’s en politieke ego’s. Met grote instemming van de bevolking installeert Nepal afgelopen 20 september een nieuwe grondwet. Na een periode van tien jaar burgeroorlog – waarin een maoïstische guerrilla zich van de jungle naar regeringszetels vochten en zo’n 15.000 slachtoffers maakten – en na vervolgens acht jaar eindeloos politiek gehakketak en gesjoemel, is er volgens betrokken politici en internationale deskundigen beslist een prestatie neergezet.
Opmerkelijke timing
De opmerkelijke timing, pal na de desastreuze aardbevingen, blijkt achteraf opzettelijk. Achter de schermen hield grote buur India de grondwet tegen – ze eisten veranderingen – maar nu Nepal door de aardbevingen internationaal in de schijnwerpers stond, durfden de politici het aan. Op het allerlaatste moment werden er weliswaar een aantal vrouwenrechten geschrapt – waarom begrepen toen maar weinigen – maar ‘er staat niets in de nieuwe grondwet dat niet met amendementen kan worden aangepast.’ Op de 145 landen tellende Global Gender Gap 2015 steeg Nepal zelfs met twee plaatsen naar 110.
‘Er circuleren wel 250 verschillende ontwerpen in de wereld,’ verdedigde de eerste commissie in voorgaande jaren waarom het zo lang duurde. ‘India deed er na de onafhankelijkheid in 1947 ook zo’n zeven jaar over,’ rechtvaardigde de daarop volgende commissie haar langdurige verblijf op het pluche. Door de aardbeving werden ook deze kussens geschud en werd de eigenlijke reden, de achterliggende patstelling, eindelijk openbaar. Uit de wijde wereld stroomden de felicitaties binnen. Behalve uit India. President Modi liet weten nota te hebben genomen. India was boos – althans de heersende, conservatieve extreem-hindoeïstische BJP partij. Zij had de Nepalese regering publiekelijk laten weten met de invoering van de nieuwe grondwet te wachten. Tot na de verkiezing in de aangrenzende deelstaat Bihar, onder andere. Al ras lekte er op Facebook een lijst met zeven eisen tot aanpassing uit.
De belangrijkste eis was dat de Nepalezen langs de grens met India – die 51 % van de bevolking waar Koirala aan het begin het over had – percentsgewijs en dus meer stemrecht zouden krijgen. Daarmee hoopte India hun greep op de binnenlandse politiek van Nepal te verstevigen. Voor het eerst in haar 250 jaar bestaan leek Nepal zowaar sociaal verenigd dankzij een opvlammend nationalisme. ‘We kunnen niet buigen voor druk of overtuiging van wie dan ook. Het is een zaak van ons geweten en zelfrespect. Het Nepalese volk heeft nu haar 70 jaar oude droom van het schrijven van een eigen grondwet zelf gerealiseerd,’ aldus de maoïstische leider Dahal in The Indian Express. ‘De invoering van onze grondwet druist tegen geen enkele andere in.’
Lot van Sikkim
Iedere Nepalees weet van het lot dat Sikkim onderging. Het staatje naast Bhutan telt van oudsher voor tweederde bewoners van Nepalese origine en spreekt nog steeds in Nepalese dialecten. In 1973 begon de Indiase Research and Analysis Wing (RAW) Sikkim met gerichte propaganda te bestoken en te infiltreren. Twee jaar later, na een afgedwongen en met leugens bewerkt referendum, kon India publiekelijk beweren dat de mensen van Sikkim ‘legaal’ hadden gestemd om een deelstaat van India te worden.
Hoe zeer India het aangrenzende Nepal als verlengstuk van eigen grondgebied beziet, bleek weer eens afgelopen april. Meteen na de eerste aardbeving vlogen er vliegtuigen met hulptroepen vanuit vele landen richting Kathmandu: Japan, China, UK, USA en zelfs Nederland. Als vanzelfsprekend nam het Indiase leger de luchthaven van Kathmandu in. Zonder hun pasje kon niemand er meer in of uit. Achteraf bezien is het verbazingwekkende ervan misschien dat de soldaten weer vertrokken.
Reeds diverse keren werden er Indiase burgers gearresteerd in Nepal omdat ze gewapend bleken te zijn. Afgelopen 29 november nog een groep van dertien man. Een Nepalese overheidsfunctionaris refereerde aan de inname van de Krim, waarop de Indiase ambassadeur plichtsgetrouw publiekelijk protesteerde. Om afgelopen november de verkiezingen in de aangrenzende deelstaat Bihar te winnen, gebruikte de Indiase president Modi de situatie in Nepal als speelbal in zijn campagne. Hij paaide de bewoners van de grensstrook aan de Nepalese zijde, de Hindoestaanse Madhesi, in de hoop dat ze in India op hem zouden gaan stemmen.
Geen geld, geen recht
Dit kan doordat velen van hen twee nationaliteiten bezitten. Gezien hun armoedig bestaan zijn deze documenten een dure aanschaf. Van oudsher weet men echter: arm-aan-geld staat gelijk aan arm-aan-recht en dan kun je er beter uitwijkmogelijkheden op na houden. Op televisie beweerde president Modi bijvoorbeeld dat Nepal in de nieuwe grondwet geen scheiding van kerk en staat moest opstellen, maar zich uit diende uit te roepen tot hindoestaat – iets dat hem in eigen land met minimaal 20 procent andersdenkenden de kop zou kosten.
Tijdens een tournee langs boeddhistische landen als Vietnam en Laos maar ook in Duitsland tegen Angela Merkel gaat de extreem-hindoeïstische Modi er graag prat op dat de Sakyamuni boeddha in India werd geboren. De staat Nepal bestond toen nog niet, natuurlijk, evenmin als de staat India. De vraag rijst echter of de grens met Nepal in Modi’s optiek überhaupt niet bestaat? De verkiezingen in Bihar verloor hij dermate dramatisch dat er binnen zijn partij muiterij ontstond.
Zelfs de Dalai Lama – die 55 jaar geleden van Nehru een permanente verblijfsvergunning kreeg op voorwaarde dat de politiek leider van Tibet zich niet met de Indiase politiek zou inlaten – waagde het een duit in het zakje te doen: ‘If I may say so, the Bihar results have shown that a majority of Hindu people still believe in harmony.’ Een tijdlang meende de media in Nepal te weten waarom de BJP zich zo vierkant achter de eisen van de Madhesi in de Tihar stelde: ‘Om ons te straffen voor het niet wachten tot zijn verkiezing in Bihar.’ Maar na twee maanden boycot die Nepal miljarden roepia’s kost, is het duidelijk dat het niet doorvoeren van de zeven eisen de aanleiding is.
Het ondemocratische standpunt van de regering in Kathmandu valt enigszins te begrijpen: de politici vrezen nog grotere bemoeienis van India met de binnenlandse politiek zodra de Madhesi de meerderheid vormen. Daarom regelen ze het stemrecht liever via het federale statenstelsel, waardoor de wensen van de Madhesi niet die van de kleinere bergvolkeren zouden wegdrukken. Het standpunt van de Madhesi spreek voor zich: in een democratie heeft elk individu stemrecht.
Om de patstelling nog wat nader toe te lichten, het volgende. Nepal is qua grootte en vorm te vergelijken met Engeland. Je kunt het land opdelen in drie langgerekte, dunne stroken: hoog- midden- en laaggebergte met uitloopvlakte. Sinds eeuwen ligt de bestuurlijke macht in het middengebergte: in de hoofdstedelijke Kathmandu vallei.
Boerenbevolking
Vanaf de uitloop van de Himalaya ligt een vlakte tot de grens met India: de Terai. Deze zonovergoten strook werd eeuwenlang spaarzaam bevolkt door boerenbevolking, met als grootste groep de Madhesi. In de Terai hebben de laatste decennia echter grote veranderingen plaatsgehad. De bevolking vormt inmiddels meer dan 50% en de industrie zelfs meer dan 70% van die van Nepal. Toch heeft de Terai nog steeds nauwelijks enige politieke inbreng. Van oudsher beziet men vanuit Kathmandu de Madhesi eerder als Indiërs dan als Nepalezen, ‘ze dragen dhotis’ en ‘veelal spreken ze niet eens Gurkhali’ (d.w.z. de linga franca Nepali; hoog in de bergen overigens vaak evenmin).
Om hun eisen op inspraak kracht bij te zetten, hielden de Madhesi-partijen op zoveel mogelijk grensplaatsen de invoer uit India tegen. Doordat Nepal feitelijk wordt ingesloten door India – vervoer via de noordgrens, de Himalaya, is moeilijk, zo niet onmogelijk, zeker voor containers en tankwagens – beschikken de Madhesi bij gevolg over een zeer effectief chantagemiddel. Als antwoord zette Kathmandu het leger in: veertig doden.
President Modi maakte een historisch beladen opmerking: wij zullen elke aan die kant van de grens wonende Indiër (lees: Madhesi) verdedigen. Prompt trok het Nepalese leger zich terug, waarop een journalist zich afvroeg of Modi bij toeval niet een nieuwe burgeroorlog had voorkomen.
Officiële boycot
Om Narendra Modis waarschuwing kracht bij te zetten, stelde de BJP een officiële boycot in tegen Nepal. Dat kon natuurlijk niet want alle landen ter wereld ondertekenden reeds decennia terug het internationale verdrag dat ingesloten landen toegangswegen en gebruik van havens garandeert. Dus meldde de BJP dat het een onofficiële boycot betrof, realiseerde zich kennelijk hoe amateuristisch en dom dit klonk en roept sindsdien dat de onofficiële boycot niet bestaat, het is een intern Nepalees conflict met de Madhesi.
Ondertussen houdt de Indiase douane reeds twee maanden alle in- en uitvoer tegen. Inmiddels is er gebrek aan van alles, maar vooral het gebrek aan brandstof verhevigt de problemen. De zwarte markt doet z’n best: mensen met brommers rijden dagelijks met een lege tank heen en met een volle weer terug. Nachtbussen vervangen de passagiersstoelen door jerrycans (uiteraard zijn er enkele in vlammen opgegaan). Het helpt dat Nepal van oudsher met India een open-grens politiek voert – een andere vorm zou ook niet te handhaven of te betalen zijn.
Evenmin is er butagas om te koken. Gevolg: toename houtkap. Gevolg: toenemende erosie. Gevolg op de niet zo lange duur: stijgende rivierbeddingen in India, Bangladesh die uiteindelijk weer de bekende overstromingen uit de tachtiger jaren tot gevolg zullen hebben.
Andere essentiële tekorten als voedsel en medicijnen laten zich raden. Industrieën sluiten, de schade loopt snel op – zeker voor een toch al arm land met weinig reserve dat bovendien recentelijk een natuurramp te verwerken kreeg.
‘De enige stap die er tot dusver is genomen om de slachtoffers te helpen is een symbolisch gebaar: de beslissing om aan de overlevenden van de aardbeving N.Rps. 10.000,- (€ 96,-) uit te reiken. “Om hen te helpen warm te blijven tijdens de winter.” Zelfs dit ene aanbod is zo mager dat het eerder een belediging is dan een uitstel van executie.’ –
Wie zwijgt stemt toe
Opvallend is de internationale, politieke stilte; wie zwijgt, stemt toe, lijkt het. China zegde wel hulp toe, maar bleef vervolgens treuzelen en spreekt inmiddels van ‘schenkingen’ en niet langer van ‘structurele oplossingen’. Mogelijk is het China nog steeds niet duidelijk waarom India niet doorpakte – zoals zij Tibet inlijfden – toen Mao en Nehru besloten dat de Himalaya een perfecte grens tussen de twee reuzen was.
De USA-ambassadrice in Nepal geeft schooldirecteur-achtige interviews in de wij-vorm, en geeft zelfs aan waarom de VS India niet aanspreekt op de boycot: ‘De VS beschouwt zichzelf als een deel van de Pacific Rim gemeenschap. We onderzoeken zeer serieus hoe wij kunnen integreren in Zuid-Azië, Zuidoost-Azië en in het Indo-Pacific Economic Corridor concept.’
Bij monde van Air Chief Marshall Arup Raha zegt India feitelijk hetzelfde: ‘India is bijzonder op z’n hoede voor China’s toenemende economische- en veiligheidsbanden met Nepal.’ Raha’s verklaring stelt dat zowel het buitenlandse- als het defensiebeleid erop gericht dienen te zijn om China’s groeiende invloed in Zuid-Azië te stoppen. En dat ‘de toenemende economische en militaire banden met Nepal daar onderdeel van zijn.’
Op zich is het vanzelfsprekend dat een goed bestuurder zich zorgen maakt over de energie- en waterhuishouding van een droog, heet land. Na de VS en China is India de derde grootste veroorzaker van broeikasgas. Qua energieverbruik staat India – met 1,3 miljard inwoners – op de vierde plaats in de wereld. Om de concurrentie met China aan te gaan en de gewenste economische groei te bereiken, verwacht de regering minimaal 1300 GW nodig te hebben, hetgeen tien keer het huidige aanbod is – en dat vooralsnog voor tachtig procent uit fossiele brandstoffen moet komen.
Waterkracht
Waterkracht – goedkoper, schoner, veiliger en efficiënter – klettert aan de majestueuze horizon, maar die ligt voor een belangrijk deel in Nepal. En gezien de vanzelfsprekendheid waarmee wereldwijd al een eeuw om olie wordt gevochten…Tevens zijn er inmiddels grote zakelijke belangen: het afgelopen decennium heeft India in diverse, kapitale hydropowerplants op Nepalees grondgebied geïnvesteerd. Nepal krijgt van zo’n waterkrachtcentrale pakweg 2 roepies per eenheid elektriciteit terwijl het voor binnenlands gebruik zo’n 14 roepies betaalt – krankzinnige contracten waar de ambtelijke corruptie aan beide zijden vanaf straalt.
Overigens is dit allerminst de eerste boycot door India. De laatste dateert uit 1989. De toenmalige koning van Nepal had het gewaagd in China wapens te bestellen. De boycot duurde zo’n anderhalf jaar. Zodra er een zwarte markt ontstaat, ontstaan er namelijk ook vele partijen die belang hebben bij het zo lang mogelijk voortbestaan ervan.
Vrijwel de hele Nepalese media is ervan overtuigd dat de Indiase BJP-partij er een andere agenda op na houdt dan de plotse, hevige solidariteit met een enkele Nepalese bevolkingsgroep, de Madhesi. Inlijving is geen paranoïde gedachte, het heeft historische voorbeelden: Sikkim, Bhutan – en andere omringende staten als Bangladesh, Sri Lanka en Pakistan kunnen erover meepraten. Met al deze landen staat of stond India de afgelopen decennia om dezelfde reden op gespannen voet.
Ondertussen lijkt er echter ook twijfel in Nepal te ontstaan. Sommige columnisten vragen zich voor het eerst in de geschiedenis af: wie of wat is eigenlijk een Nepali? De term ‘Nepali’ stamt zelfs pas uit de zestiger jaren. Of zoals een van hen stelde: in hoeverre betreft ‘Nepali’ een imagined community? Tot de zestiger jaren verstond men onder ‘Nepal’ de Kathmandu vallei – en pas in tweede of derde instantie de rest van het land. De wereldwijd bekende – thans gehavende – Nepalese tempels, beelden, schilderingen die door de jaren miljoenen toeristen trokken, stammen in feite uit de oude Newarese Malla dynastie (1201–1769), de cultuur van de oorspronkelijke bewoners van de vallei die er tegenwoordig nog slechts zo’n twintig procent van uitmaken. Na de Newarese hoogtijdagen werd de huidige staat Nepal bijeen veroverd en zo’n 250 jaar door Ghurkas en Ranas vanuit Kathmandu onderdruk, uitgemolken en afgesloten gehouden van de buitenwereld. Van een alom beleefde nationale eenheid was nauwelijks sprake.
Rijk palet
Het Himalaya gebied wordt sinds eeuwen bewoond door volkeren die vanuit alle windrichtingen immigreerden en hun eigen taal en geloof meebrachten. Een rijk palet aan verscheidenheid. Anderzijds zou je kunnen stellen dat Nepal 250 jaar bijeen bleef doordat Brits-India de voor hen kant en klaar geronselde contingenten Gurkha-soldaten prefereerden boven de heerschappij over een dun bevolkt landschap met eindeloos veel oncontroleerbare, ontoegankelijke bergen en valleien. (Overigens vormen Gurkhas tegenwoordig het grootste onderdeel van het VN-vredesleger maar zijn ze ook nog werkzaam binnen legers van de UK èn India). Tegelijkertijd bleef de binnenlandse, dictatoriale elite van Kathmandu tijdens the Great Game veilig buiten schot.
Je zou kunnen stellen dat Nepal pas tot leven kwam toen in 1951 de grenzen open gingen. Maar hoe blijft een land van dertig miljoen mensen politiek en cultureel autonoom naast een buurland van anderhalf miljard? Politiek autonoom: niet alleen de vroegere koningen maar ook de latere politici vlogen bij elke belangrijke beslissing ‘for a health check’ naar Delhi. Economisch is Nepal voor zo’n tachtig procent aangewezen op India.
Cultureel autonoom: Met name de hoofdstedelijke vallei is inmiddels ‘heel erg India’, volgens sommigen. Staken tot dertig jaar geleden de tempels over de daken uit, nu moet je ze weten te vinden. De oude religies van Nepal en India zijn grotendeels dezelfde, alsmede de nieuwe neoliberale. Al jaren kijkt men naar dezelfde Bollywoodfilms en Indiase tv-kanalen.
Hedendaagse republiek
Nepal heeft zich binnen een halve eeuw van middeleeuws koninkrijk naar een hedendaagse republiek gevochten en staat het duidelijk op de wereldkaart. Je hoeft slechts over de grens te kijken, naar de nog armere deelstaat Bihar om te zien dat ze het – zeker met een eigen nieuwe grondwet – zo slecht nog niet hebben gedaan. Ook in vergelijk met het grote buurland dat zelf allesbehalve een hechte eenheid is met een eenduidige identiteit.
Zonder grondwet kwam er geen nieuwe regering en dus geen National Reconstruction Authority en wordt er – ondanks al het binnengestroomde geld – nauwelijks iets gedaan voor de bewoners van de half miljoen weggevaagde huizen in het middengebergte. Zolang India de boycot handhaaft, komt daar ook geen verandering in. Tegen de zware moessonregens werden tijdelijke, kleine hutjes van stalen frames neergezet die de dorpers zelf van bamboe wanden konden voorzien. Daarin zal menigeen de winterkou niet overleven. Het zijn vooral vele oudjes – vaak zorgend voor achtergelaten kleinkinderen – die in de dorpen wonen. De jongeren trokken voor ontwikkeling en werk naar de stad of naar het buitenland.
Als in zo vele Aziatische landen hoef je maar om je heen te kijken en je ziet een heel andere aardbeving op komst: een youthquake. Hoeveel sneller zou de herbouw gaan als de jongeren niet voor werk naar het buitenland hoefden – om een pronkerig stadion of de hoogste toren ter wereld te bouwen – maar als ze zoals voorheen voor zichzelf, in eigen dorp aan de slag zouden kunnen? En hoe zou de politieke situatie zich ontwikkelen als vijf miljoen eenheden testosteron huiswaarts keerden?
Ais Loupatty en Ton Lankreijer komen sinds 1973 jaarlijks in Nepal voor hun winkel in etnografica.