Vorige week zorgde de Dalai Lama voor de nodige ophef door in een interview met de BBC te verklaren dat zijn opvolger, de vijftiende Dalai Lama –Dalai Lady- wat hem betreft best een vrouw mag zijn, maar dat ze wel een aantrekkelijk uiterlijk moet hebben om die functie goed te kunnen vervullen. Vrouwenrechten activisten vielen over hem heen en beschuldigden de spiritueel leider van seksisme.
De uitspraak van de Dalai Lama is niet goed te verklaren omdat hij niet bekend staat als een seksist, integendeel. Een woordvoerder van zijn kantoor in Dharamsala zei dat de spiritueel leider het niet zo had bedoeld en/of was misverstaan omdat hij zo slecht Engels sprak. Wat voor vrouwbeeld had de hoge monnik eigenlijk voor ogen toen hij sprak over een aantrekkelijk uiterlijk? En hoe is zijn uitspraak te rijmen met de vergankelijkheid waar het boeddhisme patent op lijkt te hebben, de aftakeling van het lichaam, een zak met botten en sappen. Moet de Dalai Lady op latere leeftijd bijgewerkt worden met botox of mag zij gerimpeld en kromgebogen oud worden en toch gerespecteerd? Of wordt zij elke vier jaar vervangen?
Wat is lichamelijke schoonheid, wat is fysieke aantrekkelijkheid? Zet duizend mensen bij elkaar en ze hebben vrijwel allemaal een andere mening over dat begrip. Uit een Amerikaanse studie die vorige week werd gepubliceerd in Current Biology blijkt dat universele kenmerken als volle lippen en een gave huid bij vrouwen slechts de helt bepalen van wat wij mooi of lelijk vinden. Onze persoonlijke ervaringen, wat we hebben meegemaakt in ons leven, mensen die we als lief, positief en prettig ervaren hebben, doen mee in de wedstrijd in wat we mooi en aantrekkelijk vinden. Een prachtige vrouw/man kan ons herinneren aan een bar slechte periode. Andersom kan het ons geluksgevoel beïnvloeden.
Aantrekkingskracht
‘Als gelukkige, gezonde mensen aardig tegen ons zijn, versterkt dat de aantrekkingskracht van opgewekte en vitale types’, zegt de Schotse psycholoog David Perrett. Zou de Dalai Lama dit bedoeld hebben toen hij het beeld van de vrouwelijke Dalai Lama voor ogen had?
De Nederlandse hoogleraar psychologie Liesbeth Woertman (1954) stelt dat ons zelfbeeld bestaat bij de gratie van anderen: zonder ‘spiegel’ geen zelfbeeld. Zijn mooie mensen gelukkig? Is het belangrijk dat wij mooi zijn of dat anderen ons mooi vinden? Wat is een mooi uiterlijk eigenlijk? De strijd tegen veroudering verliezen we sowieso. De inspanning om geluk hoeven we niet te verliezen.
In haar boek Moeders mooiste, de schone schijn van het uiterlijk’ gaat Woertman in op de manier waarop lichaamsbeelden tot stand komen en kritiseert zij de inhoud van de huidige schoonheidsidealen in onze samenleving. Door deze idealen na te streven maken we van de mens een ding, zo stelt ze. Zij concludeert dat het gevoel van schoonheid meer te maken heeft met je gewaardeerd weten dan met het feitelijke uiterlijk. Schoonheid draait om aandacht, om warmte tussen mensen, om positief aanraken. Woertman vraagt indringend om het besef dat het lichaam geen ding is en geeft aan dat alleen het werkelijk ontmoeten van elkaar schoonheid creëert.
“Als je als vrouw aan het heersende schoonheidsideaal wilt voldoen, kun je nauwelijks meer eten, moet je extreem veel bewegen en regelmatig door een plastisch chirurg aan je laten sleutelen.”
Wat maakt iemand mooi
In haar in 2013 verschenen boek Psychologie van het uiterlijk gaat zij in op veel aspecten van het menselijk uiterlijk. De vraag komt aan de orde wat iemand tot een mooi mens maakt, wat de betekenis van het uiterlijk is voor iemands zelfbeeld, de invloed van media, reclame en technologie op de perceptie van uiterlijke schoonheid.
Woertman: ‘Aangezien de media de afgelopen decennia alom aanwezig zijn geworden, voelen vrouwen van nu de druk van het schoonheidsideaal veel heviger dan vroeger. Vroeger was het zo dat vrouwen zichzelf vergeleken met het mooiste meisje uit het dorp. Maar inmiddels is de groep waar we ons mee vergelijken wereldomvattend geworden. En het ideaalbeeld is nu perfectie geworden, een beeld dat op zichzelf niet natuurlijk is, maar is gephotoshopt. ‘
Woertman denkt ook doordat grote kaders als religie en ideologie hun functie verloren hebben als antwoord op wie vragen als “wie ben ik?” , het uiterlijk steeds belangrijker is geworden bij de vormgeving van je identiteit. De tragiek van de koppeling van uiterlijk aan identiteit is dat het zo’n enorm fragiele identiteit is.
Zodra mannen object van begeerte voor vrouwen worden, zal de schoonheidsmythe ook voor hen gaan gelden en uiteindelijk deel uit gaan maken van hun identiteit. Voor vrouwen is die koppeling tussen uiterlijk en identiteit als eeuwenlang traditie. Het is diep ingebed in het vrouw-zijn. Woertman: “We moeten leren onszelf werkelijk te waarderen voor andere eigenschappen dan uiterlijke, dan kunnen we aan de fuik van de schoonheidsmythe ontsnappen.”
Het ideale schoonheidsbeeld waar de Dalai Lama op doelt, bestaat dus niet. Wij, met z’n allen bij mekaar, bepalen ieder voor zich wat mooi of lelijk is. Of we graag bij de vrouwelijke Dalai Lama in de nabijheid willen verkeren of dat we een zonnebril op moeten zetten om haar beeld te kunnen tolereren. Het is allemaal perceptie. En in spiritueel opzicht onbelangrijk.
Paula zegt
Lees ik het juist dat nu we aan de vooravond staan van dat mannen objecten van begeerte voor vrouwen worden en zij daaronder gaan bezwijken, wij, aldus Woertman; ‘.. moeten leren onszelf werkelijk te waarderen voor andere eigenschappen dan uiterlijke, om zo aan de fuik van de schoonheidsmythe te ontsnappen”?
Nee toch? Laat mannen ook maar een paar eeuwen zwaar afzien :-)
&
Ik kan me zo voorstellen dat de Dalai Lama met aantrekkelijkheid iets anders bedoeld heeft. Namelijk innemendheid. Tibet is niet autonoom ondanks al zijn werk en zal misschien nooit autonoom worden. Om daar niet bitter en ellendig onder te worden is een hele kunst. Om dan jaar na jaar innemend te blijven en ‘in the picture’ te blijven vereist veel van iemand. Ik kan me goed voorstellen dat de Dalai Lama zich geen zorgen maakt over welk geslacht zijn opvolger wordt, maar wel over diens of haar kwaliteiten. Het feit dat hij zich spiritueel geen zorgen maakt maar wel zich uitlaat over dat iemand mediageniek moet zijn, geeft realiteitszin aan. Zeker in deze social-media tijd.