Het is vandaag op de kop af vijfenzeventig jaar geleden dat Rotterdam door de Duitse luchtmacht werd gebombardeerd. De aanval op de vanuit de lucht nauwelijks verdedigbare stad werd om half twee uitgevoerd en duurde een kwartier. Vrijwel de hele historische binnenstad werd verwoest. Naar schatting kwamen 650 tot 900 mensen om en ongeveer 80.000 werden dakloos. Na het bombardement capituleerde het Nederlandse leger.
De 54 vanuit het oosten naderende Heinkel bommenwerpers wierpen hun bommen af boven Rotterdam omdat ze geen rode lichtkogels-signaal om niet te bombarderen, waarnamen boven het door hen te bombarderen gebied. Minuten achtereen klonk het luchtalarm. De bevolking zocht een schuilplaats in gebouwen en kelders. De historische binnenstad werd door 97.000 kilo Duitse brisantbommen verwoest. Wat in eeuwen was opgebouwd werd in zeer korte tijd volledig vernietigd. Ook het gemeenteziekenhuis aan de Coolsingel werd getroffen en brandde uit. De brandweer kon de zich snel uitbreidende branden niet bedwingen.
Het bombardement was de reactie van de Duitse aanvallers op het verzet van de Nederlandse troepen, vooral bij de Afsluitdijk, op de Grebbeberg en aan de Moerdijkbruggen, waardoor de Duitse opmars werd vertraagd. De Duitsers hadden een snelle opmars door Nederland, België en Luxemburg gepland, in de veldtocht tegen Frankrijk.
Wanneer Nederland niet capituleerde, zouden ook Utrecht, Den Haag, Amsterdam, Haarlem en andere grote steden gebombardeerd worden. Op 14 mei 1940 tussen 9 en 10 uur stuurde generaal de Duitse generaal Schmidt een ultimatum naar kolonel Scharroo, de Nederlandse commandant van Rotterdam, en aan burgemeester Oud. De brief was ondertekend met ‘de commandant van de Duitse troepen’, zonder handtekening of rang.
Scharroo vond dit te vaag (‘een vodje papier’) om Rotterdam over te geven. Het ultimatum werd om 10.30 uur door Scharroo ontvangen en stelde dat twee uur na ontvangst, maatregelen tot vernietiging van Rotterdam getroffen zouden worden. Burgemeester Oud had moeite om met generaal Winkelman verbonden te worden, en gaf te kennen dat het landsbelang voor het belang van de stad Rotterdam ging, maar als de Nederlandse verdediging toch hopeloos was, dat dan Rotterdam gespaard diende te worden.
Een kwartier voor het verstrijken van het ultimatum werd dit aan Oberstleutnant Von Choltitz overhandigd. Omdat de stad niet in een half uur geëvacueerd kon worden, ook omdat er nauwelijks vluchtmogelijkheden waren, besloot burgemeester Oud de stad niet te laten ontruimen. Als iedereen open op straat opeengeklemd zou zitten, zou het aantal slachtoffers slechts toenemen.
Generaal Schmidt hoorde het rapport van zijn parlementair aan, en gaf bevel het geplande artilleriebombardement van 13.00 uur uit te stellen. Tevens liet hij Kampfgeschwader 54 opdracht geven het bombardement uit te stellen wegens overgaveonderhandelingen. Dit eskader steeg juist op van drie Duitse vliegvelden. De vluchtcommandanten was meegedeeld dat wanneer het bombardement geen doorgang zou vinden, vanaf het Noordereiland rode lichtkogels afgevuurd zouden worden.
Schmidt ontving door onbekende oorzaak echter geen bericht dat de Duitse vliegtuigen toch waren opgestegen en nam geen maatregelen om rode lichtkogels te laten afvuren. Hij liet een nieuw ultimatum opstellen, en ondertekende ditmaal wel met naam, rang en handtekening. Vóór 16.20 uur wilde hij Scharroos overgave ontvangen. Het was op dat moment 13.20 uur. Even later vielen de eerste bommen.
In Rotterdam was vrijwel het gehele centrum veranderd in een smeulende puinhoop. Aan de Coolsingel bleef een aantal belangrijke gebouwen gespaard: het Stadhuis, het postkantoor, het Schielandshuis, het beursgebouw (het huidige Beurs World Trade Center Rotterdam), Hotel Atlanta en het Erasmushuis. Ook het politiebureau aan het Haagscheveer overleefde het bombardement.
Tot aan het einde van de 20e eeuw zouden de sporen van het bombardement op de binnenstad zichtbaar blijven. Door het bombardement heeft Rotterdam een heel ander stadsgezicht dan andere Nederlandse steden: het centrum bestaat voor een groot deel uit hoogbouw terwijl een oud historisch centrum ontbreekt.
Er ontbreekt nog steeds een compleet namenregister van de mensen die bij het bombardement zijn omgekomen. Velen zijn wel bekend. Joop Hoek: ‘Enkele van mijn familieleden kwamen bij het bombardement om het leven. Ze hadden de pech die dag op een verkeerde plaats te zijn. Als ze in hun eigen woning waren gebleven, hadden ze het er waarschijnlijk levend vanaf gebracht. Hun woning brandde pas later uit en was makkelijker in-en uit te gaan. De familieleden die om het leven kwamen waren Alie de Wal (47), een zus van mijn opa, haar man, de van oorsprong Duitse Toon Coerver en hun 17-jarige hoogzwangere dochter Marie, die tien dagen ervoor met de vader van haar kindje was getrouwd.
De jongen zelf was niet thuis in het huis aan de Vredenoordlaan in Kralingen, hij was opgeroepen voor militaire dienst. Marie, Alie en Toon en hun zoon Wim waren op het moment van het bombardement in de woning van de familie Bellaart, de schoonouders van Marie. Dat huis werd vol geraakt. De doden zijn pas op drie juni 1940 begraven. De resten van Alie en haar man en dochter zijn in één kist gestopt en op Crooswijk begraven. Op de begraafplaats is een herinneringsnaald opgericht met erin een boek waarin alle namen van de slachtoffers van het bombardement staan vermeld.
Wim is door mariniers onder het puin vandaan gehaald. Zijn haren hadden al vlam gevat. Hij smeekte de mariniers om ook zijn moeder te redden, die kermde van de pijn, maar dat kon niet meer. Hij zag haar levend verbranden. In de woning waren dertien mensen, onder wie de familie Bellaart, ze zijn allemaal gestorven. Het bombardement trof ook andere familieleden. Ze raakten dakloos maar overleefden het bombardement.’
Vanaf 14 mei 2010 (70 jaar na het bombardement) is de gehele brandgrens permanent gemarkeerd met lampen in de grond in de vorm van rode vlammetjes. Het beeld De verwoeste stad van Zadkine herinnert aan deze dramatische gebeurtenis.
Rotterdam herdenkt vandaag het bombardement van 14 mei 1940. Om 10.00 uur is de herdenking van het ultimatum bij het monument aan de Statenweg. Om 12.00 uur is er een ‘gedachtenisbijeenkomst’ in de Laurenskerk, gevolgd door een wandeling naar Plein 1940 waar vanaf 13.00 uur de herdenking van het bombardement plaatsvindt bij Zadkine.
Om 14.30 uur is er de gezinsvoorstelling l’Histoire du Soldat in de Laurenskerk en wordt om 15.00 uur het eerste exemplaar overhandigd van het boek Rotterdam en het bombardement – 75 jaar herinneren en vergeten in de Rotterdamse Schouwburg. Daarna is het de beurt aan het Museum Rotterdam ’40-’45 NU, waar om 16.30 uur een neonkunstwerk wordt onthuld. Ten slotte is er in De Doelen een uitvoering van Symphonie no. 2 van Mahler en start om 21.00 uur de Brandgrensrun.
Bron familiearchief Hoek en Wikipedia. Omslagfoto Museum Rotterdam- gesmolten geld.
“In naam van Rotterdam”. Video van Gers Magazine
Ter herinnering aan het bombardement van Rotterdam, dit jaar 75 jaar geleden, presenteert Gers! een kort en krachtig videoportret om te herdenken, te eren en te vieren. “In naam van 14 mei 1940 en vooral van wat daarna kwam. In naam van vroeger, wonen wij in de toekomst: Rotterdam!”
Tekst & stem: Derek Otte
Productie & Regie: Rien Bexkens & Thiemo van Dam
Camera: Robijn Voshol
Audio: Dorian Broekhuyse