Is ruimte voor nuance mogelijk zo kort na bruut geweld? Kunnen we angst en haat overwinnen? Durven we kiezen voor hoop in donkere tijden? Een reflectie over de aanslag op Charlie Hebdo en de massale reacties hierop – door in de traditie van de kritische pedagogie van Paulo Freire de ‘waarom’-vraag toe te laten en zich te wapenen tegen sectair denken.
Jeroen Robbe
“Sectarianism, fed by fanaticism, is always castrating. Radicalization, nourished by a critical spirit, is always creative. Sectarianism mythicizes and thereby alienates; radicalization criticizes and thereby liberates.” (Paulo Freire, Pedagogy of the Oppressed)
De laffe aanslag gericht tegen medewerkers van het Franse blad Charlie Hebdo lokte terecht heel wat verontwaardiging uit. Verontwaardiging, verdriet, woede… Het zijn normale reacties. Jammer genoeg zijn er ook veel misplaatste reacties en getuigt de heisa ook van een verontrustende selectieve verontwaardiging.
Selectief omdat we ons nu allemaal getroffen voelen, terwijl we vaak blind zijn voor even blind geweld elders in de wereld. Ook daar worden artiesten en journalisten bedreigd en gedood. Ook daar wordt de vrijheid van meningsuiting met de voeten getreden. Vele onschuldigen, jong en oud, wordt iedere menselijke waardigheid ontzegd. Het lijkt soms alsof we willen zeggen: wat daar in de wereld gebeurt is wel erg, maar zo is het nu eenmaal. Tot het geweld de zee oversteekt en in hartje West-Europa toeslaat in een aanval op ‘onze’ democratie en ‘onze’ vrije meningsuiting. Mag onze verontwaardiging voortaan alsjeblieft wat universeler? Een meer solidaire opstelling ten aanzien van wie elders getroffen wordt door geweld, zou de geloofwaardigheid van ons streven naar democratie en vrije meningsuiting alleen maar ten goede komen.
Wat de feiten van vorige week betreft, laat ons die benoemen zoals ze zijn: het gaat hier om sectair geweld. Dit heeft niets met de islam te maken en ook niets met een gezond radicalisme waarin een dominante kijk op de wereld kritisch in vraag wordt gesteld. Want laat ons wel wezen, voor een gezond radicalisme moet plaats zijn in deze wereld – zeker als je pleit voor vrijheid van meningsuiting. Wie het ontwikkelen van radicale ideeën verbiedt, vernietigt daarmee ook elke droom van een andere wereld.
“Waarom?” – Proberen verklaren zonder goed te praten
Dat radicaal in vraag stellen van de wereld, dat impliceert ook dat we na een eerst golf van emoties moeten proberen begrijpen wat er is gebeurd. Dat we op zoek moeten naar verklaringen voor hoe iets onbegrijpelijks als de aanslag tegen Charlie Hebdo kon gebeuren. Het is natuurlijk gemakkelijk om de daders van sectair geweld als monsters te zien. Maar zou het niet zinvol zijn om stil te staan bij de vraag hoe en waarom mensen zo vervreemd raken van een samenleving dat ieder moreel besef sneuvelt en blind geweld alles is wat hen rest?
Geen enkele verklaring is een rechtvaardigingsgrond. Dat is duidelijk. Maar de realiteit veranderen, kan je enkel door haar te proberen begrijpen. Niet door de andere kant op te kijken. Vandaag is een toenemende polarisering (van twee kanten) een realiteit. En meer polarisering, leidt tot meer sectair denken. Paulo Freire leerde me moeilijke vragen te stellen. Door de ‘waarom’-vraag toe te laten, wapenen we onszelf tegen sectair denken.
Want uiteindelijk is het niet de liefde die doodt, maar de haat. Het is niet de hoop of het geloof die doodt, maar wanhoop en angst. Het is onderdrukking, niet bevrijding. Het zijn geen radicalen die doden, maar sectairen. Verblind door haat, angst, wanhoop. Veel wanhoop en angst vinden hun oorsprong in onderdrukking. En op die manier lokt het ene geweld onrechtstreeks het andere uit. Radicale keuzes maken en onszelf in vraag stellen zal nodig zijn om die cyclus te doorbreken.
Het pad van de angst verlaten, durven kiezen voor hoop.
“The only real freedom is freedom from fear” (Aung San Suu Kyi)
Een kleine anekdote. Highlander was een vormingsinstelling die een kritische rol speelde in de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Het was destijds één van de weinige plaatsen waar blanken en zwarten samen leerden, samen werkten, waar ‘gemengde’ vriendschappen ontstonden. Uiteraard had niet iedereen het op hen begrepen. Bezieler Myles Horton vertelde hoe in 1959 een groep gemaskerde mannen met zaklampen binnenviel en de aanwezigen bedreigde. De groep zong toen gemeenschappelijk ‘We Shall Overcome’. De aanvallers schreeuwden dat ze moesten zwijgen en de lichten aansteken. Eén iemand uit de groep zei: “We’re not afraid”. Wellicht vooral om zichzelf te overtuigen, maar het gevolg was dat de hele groep die zin ging zingen: “We are not afraid. We are not afraid!” Na die nacht had het protestlied een nieuwe strofe die nu nog steeds wereldwijd gezongen wordt.
We moeten onze menselijkheid bevestigen, zeker wanneer die door zoveel geweld wordt in vraag gesteld: “Ja, ik ben een mens van vlees en bloed. Als je mijn menselijkheid wil ontkennen door mij te doden, dan kan je dat. Maar ik weiger tot die dag mijn leven in angst te leven.” Dat bevestigen van de eigen en elkaars menselijkheid ten aanzien van elke vorm van onderdrukking en geweld is op zich een radicale daad.
We moeten het pad van het angst zaaien verlaten. Extra veiligheidsmaatregelen zullen weinig uithalen als we de fundamentele vragen blijven ontwijken. Wie gelooft in werkelijke bevrijding van onderdrukking en onrecht, streeft naar een humanisering van de mensheid. Dit wil zeggen naar meer ruimte voor menselijkheid – niet naar het vervangen van het ene onrecht door het andere. Het zijn monologen van machtsvertoon en het eigen grote gelijk die onderdrukking bestendigen, die ervoor zorgen dat stemmen niet gehoord worden. Een gebrek aan oprechte dialoog versterkt de vervreemding en zo het sectair denken. Ons krachtigste weerwoord is het versterken van dialoog.
Toekomstperspectief
Als we de menselijke waardigheid van miljarden medemensen op deze planeet blijven ontkennen, dan voeden we het sectair denken. Veraf, maar ook dichtbij. We leven in een superdiverse realiteit met uitzonderlijk grote en complexe uitdagingen. Deze crisis moet, net als andere crisissen, beantwoord worden door met en voor elkaar te zoeken naar wegen die opnieuw toekomstperspectief bieden. Daarom meer dan ooit: laat ons verbindend werken en zo kiemen voor hoop en solidariteit zaaien in plaats van te tekenen voor nog meer geweld.
Het broederlijke protest van de voorbije dagen mag ons hoopvol stemmen. Het bewijst dat we nog steeds om een aantal cruciale waarden geven. Alleen moeten we erover waken om met de juiste eisen en leuzen op straat te komen. Voor meer solidariteit, over grenzen en verschillen heen. Voor vrijheid en gelijkwaardigheid die niet begrensd is als ‘van ons’, maar die iedere dag meer en meer een grenzeloos en universeel gegeven wordt. En hiervoor optochten organiseren zal niet volstaan. We moeten zelf van onderop de kracht ontwikkelen om die hoop een stuk te realiseren. En als het ons menens is, dan zal het initiatief niet komen van de regeringsleider die gisteren nog voorop liepen, maar zullen jij en ik het moeten waar maken. Dat engagement zou op zich meer dan wat dan ook getuigen van een oprecht en gezond radicalisme waar ik voor wil tekenen. Een tegengif voor zowel het sectaire denken van de een, als de onverschilligheid van een ander. En als het even kan, willen we er dan meteen aan beginnen?