Vijftig verzen (Thich Nhat Hanh)
Een bijzonder leerdicht. De praktijk van onze beoefening verbonden met eeuwenoude boeddhistische psychologie. Wat gebeurt er in onze geest? Hoe kom je van verwarring tot verlichting? Thich Nhat Hanh legt in vijftig verzen uit op welk fundament de mindfulness berust.
Vijftig verzen over de aard van het bewustzijn.
Uit zijn boek Understanding Our Mind (2006),
vertaald en bewerkt door Jules Prast.
Deel I. Opslagbewustzijn
Een
De geest is een veld
waarin iedere soort zaad wordt gezaaid.
Een andere naam voor dit geest-veld
is ‘alle zaden’.
Twee
In ons leeft een oneindige verscheidenheid aan zaden –
zaden van samsara, nirvana, verwarring en verlichting,
zaden van lijden en geluk,
zaden van percepties, namen en woorden.
Drie
Zaden die zich voordoen als lichaam en geest,
als zijnsdomeinen, stadia en werelden,
worden alle opgeslagen in ons bewustzijn.
Dit is waarom dit ‘opslag’ heet.
Vier
Sommige zaden zijn aangeboren,
overgedragen door onze voorouders.
Sommige zijn gezaaid toen we ons in de baarmoeder bevonden,
andere toen we kinderen waren.
Vijf
Of ze nu zijn overgedragen door familie en vrienden,
door de samenleving of via het onderwijs,
alle zaden zijn naar hun aard
zowel individueel als collectief.
Zes
Onze levenskwaliteit
hangt af van de kwaliteit
van de zaden
die diep in ons bewustzijn liggen.
Zeven
De functie van het opslagbewustzijn
is zaden en hun gewoonte-energieën
te ontvangen en te bewaren,
zodat ze in de wereld tot uitdrukking komen, of latent blijven.
Acht
Manifestaties vanuit het opslagbewustzijn
zijn rechtstreeks waarneembaar als dingen-in-zichzelf,
of als voorstellingen, of uitsluitend als beelden.
Alle liggen binnen het veld van onze ervaring.
Negen
Alle manifestaties dragen de kenmerken
van zowel het individuele als het collectieve.
Op dezelfde manier komt het opslagbewustzijn tot rijping
door zijn werkzaamheid in verschillende stadia en zijnsdomeinen.
Tien
Het opslagbewustzijn stroomt en verandert voortdurend,
ongehinderd en onbepaald.
Het is tezelfdertijd toegerust
met alle vijf universele mentale formaties.
Elf
Hoewel vergankelijk en zonder apart zelf,
bevat het opslagbewustzijn alle verschijnselen in de kosmos,
geconditioneerde en niet geconditioneerde,
in de vorm van zaden.
Twaalf
Zaden kunnen zaden voortbrengen.
Zaden kunnen formaties voortbrengen.
Formaties kunnen zaden voortbrengen.
Formaties kunnen formaties voortbrengen.
Dertien
Interzijn en interpenetratie
kenmerken zowel zaden als formaties.
Het ene brengt alles voort.
Alles brengt het ene voort.
Veertien
Opslagbewustzijn is noch hetzelfde, noch verschillend,
individueel noch collectief.
Hetzelfde en verschillend inter-zijn.
Collectief en individueel brengen elkaar voort.
Vijftien
Wanneer verwarring is overwonnen, is er begrip
en is opslagbewustzijn niet meer onderworpen aan verdriet.
Opslagbewustzijn wordt dan de spiegel van Grote Wijsheid
die de kosmos in alle richtingen reflecteert.
Zijn naam is nu Zuiver Bewustzijn.
Deel II. Manas
Zestien
Interne formaties van begeerte en lijden
komen op door zaden van verwarring.
Terwijl geest en lichaam zich manifesteren,
leven deze krachten in ons bewustzijn.
Zeventien
Met opslagbewustzijn als zijn basis
ontstaat manas.
Manas vormt concepten
uit de zaden die het voor ‘zelf’ aanziet.
Achttien
In het veld van de voorstellingen
vindt manas het beeld van een zelf als object
op het punt waar manas
en opslagbewustzijn elkaar raken.
Negentien
Instabiel en verduisterd door onwetendheid
houdt manas nooit op om onderscheid aan te brengen.
Het is de basis van heilzaam en onheilzaam
onder de andere zes vormen van bewustzijn.
Twintig
Manas werkt samen met de vijf ervaringswijzen,
en stelt zich een beeld van de werkelijkheid voor.
Het werkt ook samen met de onheilzame gemoedstoestanden.
Deze zijn alle instabiel en verduisterd door onwetendheid.
Eenentwintig
Manas volgt altijd opslag
zoals schaduw vorm volgt.
Het is een verkeerd ingegeven overlevingspoging,
een verlangen naar voortzetting en blinde bevrediging.
Tweeëntwintig
Is het eerste stadium van de bodhisattvaweg bereikt,
dan worden de hindernissen van kennis en lijden getransformeerd.
In het tiende stadium transformeert de wijze het geloof in een afzonderlijk zelf
en wordt het opslagbewustzijn bevrijd van manas.
Deel III. Geestelijk bewustzijn
Drieëntwintig
Met manas als zijn basis
En fenomenen als zijn object
Manifesteert geestelijk bewustzijn zichzelf.
Het bereik van zijn kennen is het grootst.
Vierentwintig
Geestelijk bewustzijn heeft een drievoudige aard:
het kent drie manieren van waarnemen.
Het geestelijk bewustzijn omvat alle mentale formaties,
waaronder de heilzame, de onheilzame en de neutrale.
Vijfentwintig
In geestelijk bewustzijn wortelen alle handelingen van lichaam en spraak;
het brengt mentale formaties tevoorschijn.
In geestelijk bewustzijn ontspringt handelen dat tot rijping komt.
Zijn rol is die van de tuinman die alle zaden zaait.
Zesentwintig
Geestelijk bewustzijn werkt altijd,
behalve wanneer je niet waarneemt,
in sommige vormen van meditatieve concentratie,
diepe slaap, flauwvallen of coma.
Zevenentwintig
Geestelijk bewustzijn werkt op vijf manieren:
samen met de vijf vormen van zintuiglijk bewustzijn,
en hiervan onafhankelijk,
verspreid, geconcentreerd of onstabiel.
Deel IV. Zintuiglijk bewustzijn
Achtentwintig
Gebaseerd op geestelijke bewustzijn
presenteren de vijf vormen van zintuiglijk bewustzijn zich
als golven op het water,
afzonderlijk of tezamen met geestelijk bewustzijn.
Negenentwintig
De dingen-op-zichzelf bevinden zich in het bereik van hun waarneming;
Hun manier van waarnemen is direct.
Hun aard kan heilzaam, onheilzaam en neutraal zijn.
Ze werken met de vijf zintuigen en het centrale zenuwstelsel.
Dertig
Zij komen op samen met
de verschillende soorten mentale formaties,
de heilzame en de onheilzame,
en de neutrale formaties.
Deel V. Aard van de werkelijkheid
Eenendertig
Bewustzijn bevat altijd
subject en object.
Zelf en ander, binnen en buiten,
het zijn alle concepten die de geest voortbrengt.
Tweeëndertig
Het bewustzijn bestaat uit drie delen:
de waarnemer, het waargenomene en heelheid.
Alle zaden en mentale formaties
zijn hetzelfde.
Drieëndertig
Geboorte en dood hangen af van voorwaarden.
Bewustzijn creëert van nature onderscheid.
Waarnemer en waargenomene hangen van elkaar af
als subject en object van waarneming.
Vierendertig
Of ze zich nu individueel of collectief openbaren,
zelf en niet-zelf zijn niet twee.
De cyclus van geboorte en dood voltrekt zich ieder moment.
Bewustzijn komt op in de oceaan van geboorte en dood.
Vijfendertig
Ruimte en tijd, aarde, water, vuur en lucht,
zijn alle verschijningsvormen van het bewustzijn.
In het proces van interzijn en interpenetratie
rijpt ons opslagbewustzijn ieder moment.
Zesenderig
Wezens verschijnen wanneer de voorwaarden toereikend zijn.
Zijn die voorwaarden er niet, dan verschijnen ze niet meer.
Toch is er geen komen, geen gaan,
geen zijn en geen niet-zijn.
Zevenendertig
Wanneer zaad een formatie laat opkomen,
is dit de primaire oorzaak.
Wanneer subject van waarneming berust op object,
heet dit object als oorzaak.
Achtendertig
Voorwaarden die gunstig zijn of geen hindernis opleveren
zijn ondersteunende oorzaken.
De onmiddellijkheid van de continuïteit
is de vierde soort oorzaak.
Negenendertig
Onderling afhankelijke verschijningen hebben twee aspecten:
verduisterde geest en ware geest.
Geest die verduisterd is, creëert denkbeeldige constructies.
In ware geest komt ons diepste potentieel tot vervulling.
Veertig
Denkbeeldige constructies drukken zaden van verduistering de geest in,
met het ongeluk van samsara tot gevolg.
De vervulling doet de deur van wijsheid opengaan
naar het rijk van de zo-heid.
Deel VI. Het pad van de beoefening
Eenenveertig
Door meditatie op de aard van onderlinge afhankelijkheid
kan verduistering veranderen in verlichting.
Samsara en zo-heid zijn niet twee;
zij zijn een en hetzelfde.
Tweeënveertig
Zelfs als zij bloeit, verkeert de bloem al in de compost
en is de compost al in de bloem.
Bloem en compost zijn niet twee.
Verwarring en verlichting inter-zijn.
Drieënveertig
Keer je niet af van geboorte en dood.
Kijk gewoon diep in je mentale formaties.
Als je de ware aard van onderlinge afhankelijkheid ziet,
dan leer je de waarheid van interzijn kennen.
Vierenveertig
Beoefen bewust ademhalen
om water te geven aan het zaad van ontwaken.
Juist Inzicht is een bloem
die bloeit op het veld van het geestelijk bewustzijn.
Vijfenveertig
Alle beplanting groeit
Met hulp van de zonneschijn.
Wanneer mindfulness schijnt,
laat het alle mentale formaties veranderen.
Zesenveertig
We herkennen innerlijke knopen en sluimerende gewoontes,
zodat we ze kunnen omvormen.
Wanneer onze gewoonte-energieën vervliegen,
verandert het fundament onder ons gedrag.
Zevenenveertig
Het huidige ogenblik
bevat verleden en toekomst.
Het geheim van verandering
ligt in de manier waarop we met het nu omgaan.
Achtenveertig
Verandering vindt plaats
in ons dagelijks leven.
Om het werk van verandering te vergemakkelijken
oefenen we in een sangha.
Negenenveertig
Niets wordt geboren, niets gaat dood.
Niets om aan vast te houden, niets om los te laten.
Samsara is nirvana.
Er is niets te bereiken.
Vijftig
Als we beseffen dat lijden niets anders is dan verlichting,
kunnen we in vrede meebewegen op de golven van geboorte en dood,
reizend in de boot van compassie op de oceaan van verwarring,
lachend met de glimlach van wie geen vrees meer kent.
–
Noot van de vertaler: Over het boek Understanding Our Mind heb ik eerder geschreven in het artikel ‘Een abhidharma voor de eenentwintigste eeuw (juni 2013). Dit kan worden gelezen als inleiding tot de ‘Vijftig verzen’. In het artikel staat een schematische weergave van de boeddhistische indeling van het bewustzijn in acht verschillende componenten. De vertaling van de ‘Vijftig verzen’ heb ik zo gemaakt dat deze op zichzelf kan worden gelezen. Technische termen die in de Engelse brontekst voorkomen en in het bijbehorende boek worden verklaard, heb ik vervangen door een omschrijving die past in de vertaling. In die zin is de brontekst in de vertaalde vorm licht bewerkt.
Bron https://www.julesprast.nl/2013/12/13/vijftig-verzen/