De VVD trok de stekker uit het kabinet Rutte IV en kuste Doornroosje PVV wakker. Voor Wilders’ eenmanspartij was dit een tweede kans sinds de val in 2013 van Rutte I die hij gedoogde. Na veel heisa kwam het kabinet van de partijloze Schoof tot stand. In het boek Maarten van Rossem over populisme en onze democratie blikt de auteur terug op ruim twintig jaar populisme. Dit artikel geeft er een indruk van.
De opvallende verkiezingsoverwinning van Wilders in november 2023 was de meest recente in de reeks overwinningen van nostalgisch-nationalistisch populistische leiders. Deze reeks begon met Pim Fortuyn, daarna volgden Geert Wilders, Rita Verdonk, Thierry Baudet, Caroline Van der Plas en Pieter Omtzigt.
Ontspoord
Wilders’ tirade over het ontspoorde vaderland vermeldt in het allereerste PVV-partijprogramma: ‘Nederland is niet meer zoals het ooit was bedoeld!’ Maarten van Rossem schrijft: ‘Wilders legt nergens uit hoe het dan ooit was bedoeld.’ Hij vermoedt waarover het gaat.
De belangrijkste ontsporing is de komst van een groot aantal migranten, waarbij de islamitische migranten een direct gevaar vormen. Op 22 november 2023 was migratie blijkbaar een reden om PVV te stemmen. Even enkele getallen: 14,5% van onze bevolking is niet hier geboren, 11,5% heeft een of twee ouders die in het buitenland zijn geboren. Dus 74% heeft ouders die in Nederland zijn geboren. Moslims vormen 5% van de bevolking. Wilders borduurt voort op de moslimpaniek van Fortuyn door een ‘verbazingwekkende paranoïde waanwereld op te bouwen waarin op afzienbare termijn zowel Nederland als Europa de macht zal worden overgenomen door radicale moslims’, bladzijde 6.
Het ‘zo solide en gezellige Nederland van de oude Drees’ werd ook nog eens vergald doordat Nederland sinds 1958 lid is van de Europese Unie.
‘Dan is er ook nog de modieuze Nederlandse elite met zijn multiculturele pretenties die steeds bezig is de simpele pretjes van de hardwerkende burgers af te pakken.’
Ontheemd
Het verzuilde Nederland werd in rap tempo afgebroken en de zuilgebonden politieke partijen verloren hun historische wortels en hiermee de binding met hun achterban. Ze probeerden als campagnemachines nog om de vier jaar zoveel mogelijk kiezers te werven, maar deze waren minder trouw. De partijendemocratie werd een toeschouwersdemocratie. Zij die hun zuil verlieten voelden zich in de steek gelaten en zochten naar ‘leiders die zelfverzekerd wisten waar het heen moest met het vaderland.’
Het Nederlandse populisme had twee gezichten. Enerzijds was er het elitaire, liberale populisme van D66. Anderzijds de Boerenpartij van ‘boer’ Koekoek, die tot 1981 in de Tweede Kamer zat. Een jaar later volgde Hans Janmaat, die probeerde te profiteren van de immigratiekwestie. Hij verliet in 1998 de Tweede Kamer. Van Rossem schrijft: ‘Janmaat kraaide te vroeg en het ontbrak hem bovendien aan het politieke charisma dat zijn boodschap legitimiteit had kunnen verlenen. Fortuyn kraaide precies op het moment dat de zon opkwam! Zelf dacht hij ongetwijfeld dat de zon opkwam omdat hij kraaide.’
Mentaliteit
Het populisme is eerder een mentaliteit dan een ideologie, betoogt de auteur. ‘Het warm kloppende hart van elke populistische beweging is dat een volk een werkelijk bestaand organisme is, één en ondeelbaar. Het volk is soeverein, homogeen en deugdzaam. Het volk heeft een eigen specifieke cultuur en levenswijze, die wortelt in zijn geschiedenis. Deze definitie is vanzelfsprekend exclusief.’ Wie geen deelgenoot is, is een verfoeide ‘ander’. De elites zijn erop uit het volk te bespelen en uit te buiten.
De populisten claimen het volk te vertegenwoordigen en de enige échte democraten te zijn. Ze willen het land weer teruggeven aan de burgers. Vreemd, want het veronderstelt dat er een tijd was dat het land aan hen toebehoorde en de volkswil spontaan en organisch beleid werd. Ook is onduidelijk hoe de elites de macht van het volk konden afpakken. Leider en beweging zijn volgens populisten op natuurlijke wijze één met het volk, weten wat er leeft onder het volk en hoe de volkswil verwerkelijkt moet worden. ‘Sleutelfiguur in dit ensemble is de charismatische leider, die het volk stem geeft, die zegt wat het meestentijds zwijgende volk denkt.’
Van de parlementaire democratie moeten ze niets hebben en ze wantrouwen de instituties van de vertegenwoordigende democratie, die door de elites worden misbruikt om het volk te bedriegen en op te lichten. Ook vertrouwen zij de grondwet en de rechtsstaat niet, die geven aan de ‘anderen’ dezelfde rechten als aan het volk.
Naïef
Een goed en homogeen volk is onzin en het gebruik van het woord ‘volk’ is op zichzelf al suggestief en misleidend. De kiezers zijn zeer verdeeld over hoe het land het best bestuurd kan worden en door wie. Er is volgens Van Rossem vooralsnog geen betere manier om dit alles te organiseren dan via politieke partijen.
De stormloop tegen de verdorven elites en ondemocratische technocraten is al even onwerkelijk. In elke complexe samenleving zijn ze nodig en dat we het zonder hen kunnen redden is naïef. ‘Dat neemt niet weg dat een redelijk en goed georganiseerd wantrouwen ten opzichte van elites is geboden.’
Dat een charismatische leider instinctief de volkswil kan verwerkelijken en hierdoor de perfecte democratie, is ondemocratisch en levensgevaarlijk. ‘Het is immers onmogelijk een dergelijke leider langs reguliere, institutionele weg tot de orde te roepen’, bladzijde 28.
Snelle levenscyclus
Veel populistische bewegingen hebben een snelle en korte levenscyclus van een theatrale opkomst en ondergang. In de opkomstfase krijgen zij en hun leiders door hun nieuwigheid en het theater ruime aandacht in media. Een verkiezingssucces bevordert de opwinding. Daarna moeten populisten kiezen: meeregeren of de oppositie in? Meeregeren staat garant voor teleurstelling, want hun huizenhoge beloftes kunnen ze niet nakomen. De media worden kritischer, zoeken naar nieuwe opwinding en de ondergang begint. In de oppositie kunnen populisten het langer uitzingen, vooral als ze een conservatief kabinet gedogen.
Het eigentijdse populisme kwam laat op het Nederlands toneel; een charismatisch leider ontbrak. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2002 was de vraag of de VVD of de PvdA de grootste zou worden. Pim Fortuyn stak hiervoor een stokje. Na zijn breuk met Leefbaar Nederland, schrompelde deze partij weg. Lijst Pim Fortuyn werd opgericht. Negen dagen voor de mei-verkiezingen van 2002 werd hij vermoord. Bij deze verkiezingen stond hij op de stemlijst van de LPF. De partij behaalde 26 zetels, naar bleek een kortdurend succes, in 2006 behaalde de LPF geen enkele zetel bij de verkiezingen.
Charismatische leider
Leefbaar Nederland zette zich vooral af tegen de paarse kabinetten (1994-2002) vanwege de regenteske bestuursconsensus, Fortuyn richtte zich vooral op moslimimmigranten. In 2002 verhitte migratie de gemoederen en bijvoorbeeld niet de gezondheidszorgwachtlijsten.
De kern van zijn redeneringen is dat de cultuur van Nederland en het gehele Westen teloor gaat in de dagelijkse confrontatie met de islam. De historicus vraagt zich af of de politicus dit echt dacht of dat het goedkoop winstbejag was. ‘Hoe zou die minderheid, sociaal zwak en bovendien gediscrimineerd, de dominante cultuur van de overgrote meerderheid succesvol te lijf kunnen gaan?’ Het is de wereld op zijn kop, stelt hij. Immers, het is de westerse cultuur die naar het gevoel van veel moslims de islam bedreigt.
Alle discussies over de nationale cultuur en identiteit ten spijt maakten critici van de multiculturele samenleving als Frits Bolkestein, Paul Scheffer en Pim Fortuyn niet duidelijk wat die cultuur en identiteit dan wel zou zijn. De cultuur van de verfoeide elite of die van de gewone man? ‘Of eigenlijk vooral wat niet-islamitisch was?’ Van Rossem stelt dat de felle strijd tegen ‘multicultureel’ en ‘cultuurrelativisme’ een eigenaardige, vooral intellectueel gestuurde strijd tegen windmolens was. Nederland is geen multiculturele samenleving en wordt dit ook niet, ondanks de aanwezigheid van veel immigranten.
Fortuyn stelt de westerse joods-christelijke-humanistische cultuur tegenover de islam, die hij gelijkstelt aan de fundamentalistische variant. Over de joodse en christelijke elementen is hij vaag en dat zij elkaar zouden versterken verklaart hij niet. Bovendien waren de aspecten die Fortuyn zo weerzinwekkend vindt aan het islamitisch geloof, wezenlijke onderdelen van de dagelijkse christelijke praktijk, denk aan homo-discriminatie en de ondergeschikte positie van vrouwen. Dat humanistische element verklaart hij ook niet. Duidelijk is wel dat het moderne humanisme zich juist afzette tegen het ‘obscurantisme van het christendom’. ‘Even idioot is natuurlijk ook de afwezigheid van de Grieks-Romeinse traditie.’
Mythisch figuur
Ons land is een economisch succes, vooral gezien de late jaren van 1970 en de eerste van 1980, maar dit doet er blijkbaar niet toe. De auteur noemt ons zelfbeeld negatief, deels als gevolg van het opzienbarende feit dat Fortuyn het tijdens de campagne van 2002 lukte de ‘puinhopen van Paars’ tot dominante verkiezingsmetafoor te maken. Velen dachten dat hij gelijk had, maar voor de bezoeker uit Engeland of de VS in deze tijd was ‘het aanhoudende gezeur en gemopper van de Nederlanders onbegrijpelijk.’
Gaat het over Paars dan heeft Fortuyns amper kritiek op de VVD en D66, maar altijd hebben de PvdA en de zogenaamde ‘linkse kerk’ het gedaan. De historicus noemt deze twee paarse kabinetten echter verrassend liberaal. Sinds de Tweede Wereldoorlog ligt het Nederlandse politieke zwaartepunt eveneens eerder iets rechts van het midden dan links. Dit blijkt eens te meer uit de krachtsverhoudingen tussen links en rechts in het parlement.
‘Niet alleen is Fortuyn een mythische figuur geworden – leider van een volksopstand, redder van de Nederlandse democratie -, zijn zogenaamde ‘gedachtegoed’ heeft tot een alternatieve, maar al mythische eigentijdse geschiedenis van Nederland geleid: de droevige, zompige delta van de linkse kerk – ‘the best place in the world for investment.’
Pseudo-Fortuyns
De kiezers van de LPF maakten volgens hen zelf een rationele keuze, omdat ze stemden op een zeer rechtse partij. Ze werden echter grondig misleid, de LPF was geen rationele partij. Met het heengaan ervan was het gat aan de rechterzijde weer open. De Nederlandse kiezers hadden hun lesje niet geleerd en het optreden van Fortuyn had ‘een deel van het electoraat blijvend gedestabiliseerd. Hij werd gevolgd door een optocht van zonderlinge nieuwe ‘verlossers’ of pseudo-Fortuyns’, aldus Maarten van Rossem. Aan hen besteedt hij in zijn boek weinig aandacht, wel meer aan Wilders.
De laatste dagen voor de verkiezingen van 2023 maakte de PVV een sprint, vooral ten koste van de VVD. De partij behaalde een aantal van 37 Kamerzetels, een winst van 20. 39% van de PVV-kiezers had in 2021 al PVV gestemd. 15% kwam van de VVD, 12% had in 2021 niet gestemd, FvD en Ja21 werden leeggegeten en leverden 13%. De VVD-weglopers waren kennelijk zeer rechtse kiezers die wilden voorkomen dat de VVD weer met centrumpartijen in zee zou gaan. Hoe stabiel het nieuwe PVV-electoraat zal blijken te zijn is de vraag.
Veel PVV-kiezers zullen zeggen dat Wilders milder is geworden en dat het dus allemaal niet zo’n vaart zal lopen. Toch vreemd, want twintig jaar lang verkondigde hij een kwaadaardig sprookje over moslims. Toen de macht lonkte, plaatste hij dit in de ijskast en zag af van het vrijwel gehele gedachtegoed. Zijn die 37 stemmen dan niet meer dan een opgestoken vinger? ‘Is de PVV dan louter de fameuze Tegenpartij van E.Jacobse en Tedje van Es?’ Hoeven we de PVV eigenlijk niet serieus nemen?
Ten slotte
De aantrekkingskracht van de populistische belofte dat het anders kan, heeft ook goede redenen. De politieke elite heeft de afgelopen jaren een vertrouwensbreuk tussen overheid en burgers veroorzaakt en sommige maatregelen in de coronatijd lijken dit versterkt te hebben, aldus de historicus. De burgers vertrouwen de overheid niet en de overheid lijkt op wantrouwen te draaien. Een ander voorbeeld is dat de overheid vaak slordig en harteloos te werk gaat en met onverstandige bezuinigingen uitgerekend het eigen uitvoerend apparaat beschadigt. ‘De overheid koerst op een beweerde zelfredzaamheid, waar maar al te vaak geen sprake is.’
Immigratie is complex en een dynamisch proces, signaleert Van Rossem. Bovendien zijn migranten geen homogene massa ‘gelukszoekers’, potentiële criminelen of ‘testeronbommen.’ Het zijn aparte groepen, die zich ook opvallend anders gedragen. Sommigen integreren niet, te langzaam, of snel en effectief. ‘Over de aanzienlijke hoeveelheid emigranten, de vertrekkers, hoor je eigenlijke nooit iets’, bladzijde 71. Zie de bijna klassieke uitzending van Arjan Lubach.
Eén ding mag duidelijk zijn: zolang de Nederlandse arbeidsmarkt en de succesvolle economie relatief veel werk biedt aan immigranten is ons land een immigratieland. Als de economie instort is het gedaan met het grootste deel van de migratie. Zie de uitzending van Sophie en Jeroen.
Zal de meerderheid van de kiezers in de diverse democratische landen bestand blijven tegen de paranoia en valse beloftes van de populisten?, vraagt de historicus zich af. In Nederland heeft 77% niet op de PVV gestemd en de PVV vertegenwoordigt niet de ‘stem van het volk’. Het is slechts een kwart van de kiezers die op deze eenmanspartij gestemd heeft.
Opmerkingen
Maarten van Rossem is historicus, Amerikadeskundige en emeritus hoogleraar. Hij is vaak te zien op televisie en was bevriend met Theo van Gogh. Hij is vaak te zien op televisie, maar niet iedereen is blij met hem. Hij werd in februari 2024 in Vandaag Inside enigszins opgeschoond een ‘elitaire piemel met vingers genoemd.’
Van Rossems boek dat 111 bladzijden telt, is een geactualiseerde versie van zijn eerder Waarom is de burger boos? (2010) Hij besteedt ruim veertig bladzijden aan de politieke loopbaan van Pim Fortuyn en de politieke achtergronden ervan.
In november 2023 verschenen in BD de artikelen In wat voor samenleving willen we leven? En In wat voor samenleving willen we leven? Deel 2. Ze gaan over de boeken Hoe migratie echt werkt van migratiedeskundige Hein de Haas en zijn handboek The Age of Migration.