In de publieke verbeelding zijn politici de beroepsleugenaars bij uitstek. George Orwell schreef: ‘Politieke taal is ontworpen om leugens waarheidsgetrouw te doen klinken en moord respectabel.’ Leugens behoren tot het DNA van de modern samenleving, maar meestal gebruiken we fraaier klinkende woorden als marketing, reclame en propaganda. Al in 1967 klaagde Hannah Arendt in haar essay Truth and Politics erover dat politiek en waarheid niet goed samengaan. Dit artikel gaat in op de Nederlandse vertaling van haar essay in het boek Tussen verleden en toekomst.
De botsing tussen waarheid en politiek is een oud en complex verhaal. Waarheidszoekers en -sprekers wisten dat ze gevaar lopen door hun bezigheid. Bemoeiden ze zich niet met de wereld, dan was spot hun deel. Als ze hun medeburgers wilden verlossen van onwaarheid en illusie, dan waagden ze hun leven. Arendt merkt op dat er een wezenlijk verschil bestaat tussen een wiskundig axioma en een filosofische maatstaf voor menselijk gedrag. Met natuurwetenschappelijke stellingen is het gevaar groter dan bij een wiskundig axioma. Als de geschiedenis echter een andere weg had ingeslagen, had de moderne fysica van Galileo tot Einstein nooit plaatsgevonden.
Kwetsbaar
De moderne tijd gelooft dat de waarheid noch wordt gegeven, noch dat ze wordt onthuld. Ze wordt voortgebracht door de menselijke geest. Wiskundige, natuurwetenschappelijke en filosofische waarheden vallen onder de algemene soorten rationele waarheid, om ze te onderscheiden van feitelijke waarheden. Om het begrip ‘feitelijke waarheid’ en de kwetsbaarheid ervan te illustreren noemt de auteur de rol van de man met de naam Trotski, tijdens de Russische revolutie. In geen enkel Sovjet-Russisch geschiedenisboek wordt hij vermeld. Feiten en gebeurtenissen, die de onveranderlijke uitkomst van het menselijke samenleven en handelen zijn, vormen de innerlijke samenhang van de politiek. Daarom richt de auteur zich vooral op de feitelijke waarheid in dit essay. ‘De overlevingskansen van feitelijke waarheid zijn onder het geweld van de macht eigenlijk zeer gering.’ Ook zijn feiten en gebeurtenissen kwetsbaarder dan axioma’s, ontdekkingen en theorieën, stelt ze.
De laatste overblijfselen van de antieke vijandigheid tussen filosofische waarheid en meningen op het marktplein van de polis, zijn in onze tijd verdwenen. De waarheid van de geopenbaarde religie heeft ook geen invloed meer. Het conflict van de botsing van de rationele waarheid met mening lijkt verdwenen. Niet helemaal echter, want sommige trekken van de botsing tussen de feitelijke waarheid en de politiek zijn hiermee vergelijkbaar. De feiten waaraan ze denkt zijn bij een breed publiek bekend, maar toch kan om allerlei redenen hetzelfde publiek ze als geheim behandelen. In Hitler-Duitsland en in Stalin-Rusland was het levensgevaarlijk om te praten over concentratie- en vernietigingskampen.
Feitelijke waarheid
Feitelijke waarheid heeft altijd te maken met anderen en gaat om feiten en gebeurtenissen waarbij velen betrokken zijn. Getuigen stellen ze vast en hangt af van hun verklaringen. Feitelijke waarheid kan alleen bestaan als erover wordt gesproken, zelfs als dit gebeurt in de privésfeer. Van nature zijn feiten politiek.
Feiten zijn de basis voor meningen, die ook worden geïnspireerd door allerlei belangen en hartstochten. Ze kunnen onderling sterk van elkaar verschillen en toch gerechtvaardigd zijn, zolang ze de feitelijke waarheid geen geweld aan doen. Echter, alle waarheden, zo ook de feitelijke waarheid zijn tegengesteld aan de mening voor wat betreft de manier waarop ze tonen van kracht te zijn. Immers, als waarheden zijn verkondigd en zijn erkend, staan ze niet meer ter discussie, hebben ze geen overeenstemming of instemming meer nodig en kan men er geen mening over hebben.
Er is geen afdoende reden waarom feiten zijn wat ze zijn, ze hadden ook anders kunnen zijn. Moderne filosofen waaronder Hegel en Marx probeerden allerlei vormen van noodzakelijkheid te ontdekken om de laatste sporen weg te poetsen van ‘het had ook anders kunnen zijn’. Inderdaad, het lijkt erop dat, als we vanuit het heden terugblikken op elke historische opeenvolging van gebeurtenissen, ze eruit zien alsof ze niet anders hadden kunnen plaatsvinden. Arendt noemt dit een optische en existentiële illusie. Er kan immers niets gebeuren dan de werkelijkheid, maar die kan niet alle mogelijkheden teniet doen die elke gegeven situatie potentieel in zich heeft. De feitelijke waarheid is dus net zomin vanzelfsprekend als mening. Daarom doen mensen met een bepaalde mening feiten gemakkelijk af als niets dan andere meningen. Ook kan op feitelijk bewijsmateriaal de verdenking rusten van vervalsing. Afhankelijk van de vijandigheid van mensen met een bepaalde mening is de feitelijke waarheid tenminste zo kwetsbaar als de rationele filosofische waarheid.
In de ogen van de politiek is feitelijke waarheid despotisch. Tirannen haten feiten omdat ze deze hun dwingende kracht niet kunnen manipuleren. Voor regeringen die berusten op instemming zijn ze dubieus, want ze verafschuwen juist elke dwang. Tegen ongewenste meningen kunnen argumenten worden aangevoerd, maar ongewenste feiten zijn hardnekkig. Ze wijken alleen voor regelrechte leugens.
Systematisch liegen
De auteur richt op de bladzijden 313 en volgende haar aandacht op het herschrijven van de geschiedenis, op imagovorming en de feitelijke politiek waarin massale manipulatie van mening en feit plaatsvindt. De traditionele politieke leugen, onder andere bekend uit de geschiedenis van de diplomatie, gaat over echte geheimen, feiten die nooit publiek zijn gemaakt, of voornemens, die hoe dan ook nooit zo betrouwbaar zouden zijn als voldongen feiten. Wat ooit bedoeld was als een leugen kan later waar blijken. De moderne politieke leugens gaan heel efficiënt om met zaken die bijna iedereen kent. Dit blijkt bij het herschrijven van de hedendaagse geschiedenis, maar ook bij imagovorming, waarbij alles wat dit imago kan schaden wordt ontkend of veronachtzaamd. Systematisch liegen is geneigd te vernietigen wat het wil ontkennen, stelt de auteur. Alleen in totalitaire regimes is het ook de eerste stap naar moord, zoals in het geval van Trotski.
‘Het verschil tussen de traditionele leugen en de moderne zal heel vaak neerkomen op het verschil tussen verbergen en vernietigen.’ Het gevolg is dat de misleide groep en de misleiders zelf het propagandabeeld in stand willen houden. De bedreiging komt niet zozeer van de vijand van buiten, maar vooral van groepsleden die de propaganda niet accepteren. De moderne geschiedenis wemelt van de voorbeelden hiervan. ‘Het resultaat van een consistente en totale vervanging van feitelijke waarheid door leugens is niet dat de leugen wordt aanvaard en de waarheid als leugen in diskrediet wordt gebracht, maar dat het kompas waarmee we onze positie in de reële wereld bepalen – en de categorie van waarheid versus onwaarheid is een van de geestelijke middelen daartoe – wordt vernietigd.’
Omdat alles in de werkelijkheid ook anders had kunnen uitpakken, zijn de mogelijkheden voor leugens grenzeloos. Dit leidt ertoe dat systematisch liegen zichzelf vernietigt. Alleen iemand die zo af en toe liegt, kan dit consistent volhouden. Zij die beelden constant moeten aanpassen aan de omstandigheden, lopen vast omdat ze niet consequent bij een van hun verzinsels kunnen blijven. Beelden kunnen kortstondig altijd worden verklaard en plausibel gemaakt, ‘maar ze kunnen nooit wedijveren in bestendigheid met datgene wat simpelweg is omdat het toevallig zus en niet zo is. Dit is de reden waarom consistent liegen, metaforisch gesproken, de vaste grond onder onze voeten weghaalt en geen vaste grond biedt om op te staan.’
Broos en hardnekkig
Hoewel feiten broos zijn, laten ze zich gelden als hardnekkig in combinatie met grote veerkracht. In al hun hardnekkigheid zijn ze superieur aan de macht en aan de machtsformaties, die komen en gaan. Ze komen op als mensen zich met een doel aaneensluiten en gaan weer weg als dit doel is bereikt of uit het zicht is geraakt. Die vluchtigheid maakt de macht dan ook tot een onbetrouwbaar instrument om bestendigheid teweeg te brengen. Hierdoor zijn niet alleen de waarheid en de feiten onzeker in haar handen maar ook onwaarheid en non-feiten. Hannah Arendt schrijft op bladzijde 322 ‘De politieke houding ten aanzien van de feiten moet eigenlijk het zeer smalle pad bewandelen tussen enerzijds het gevaar ze beschouwen als het resultaat van een noodzakelijke ontwikkeling die mensen niet konden verhinderen en waar ze niets meer aan kunnen doen, en anderzijds het gevaar die feiten te ontkennen en ze zo te manipuleren dat ze uit de wereld verdwijnen.’
Samenvatting
In Waarheid en politiek bespreekt Arendt de politiek vanuit het perspectief van de waarheid, een oogpunt dat buiten de politiek valt. Wat ze aantoont is dat het politieke domein niet het hele bestaan omvat van de mens en van de wereld. Er zijn zaken die de mens niet naar believen kan veranderen en dit heeft gevolgen voor de politiek. ‘Alleen door de eigen grenzen te respecteren kan dit domein, waar het ons vrij staat te handelen en te veranderen, intact blijven, zijn integriteit handhaven en zijn beloften gestand doen. Begripsmatig zouden we wat we niet kunnen veranderen, waarheid kunnen noemen; metaforisch is het de grond waarop we staan en de hemel die zich boven ons uitstrekt.’