In het boeddhisme is juist spreken, niet kwetsen, een belangrijke voorwaarde om je te uiten. Maar hoe ga je daar als krantenredactie, als uitgever van het Boeddhistisch Dagblad mee om. Die intentie is er zeker bij de hoofdredactie, medewerkers, tekstschrijvers, columnisten en cartoonisten van de krant. Maar de praktijk lijkt anders uit te pakken. Regelmatig verandert de Nederlandse taal van inhoud en spelling. Geldt dat ook voor de norm van het juist spreken tussen 2600 jaar geleden en nu? Hoe druk je je uit in een moderne samenleving, kan je wel een krant maken zonder soms stevig taalgebruik als er misstanden, vernedering van mensen aan het licht gebracht worden. Mensen misbruikt worden. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden?
Vorige maand schreef Hans van Dam in een serie over zenleraren en zenmeesters in deze krant een column over een bekende Nederlandse zenleraar en ‘de teloorgang van anatman’. In zijn tekst verbuigde Van Dam enkele malen de naam van de zenleraar en kwalificeerde hem als ‘leerling van de omstreden leraren Rients Ranzen Ritskes en Nico Tenko Tydeman’. Van Dam beschrijft hoe de zenleraar in een tekst van amper 500 woorden in het Boeddhistisch Dagblad uitdrukkingen bezigt als het Absolute, God, het Universele Principe, het ondoorgrondelijke.
Hans van Dam: ‘Zo komt God, doodverklaard door Nietzsche en heengezonden door de westpoort, via de oostpoort als bierdrinkende zenmysticus de kerk weer binnengeslopen.’ De geciteerde zenleraar schreef zelf: ‘Met dat pilsje voor mijn neus valt mijn oog plotseling op het wiegen van de takken’ (…) en ‘hier manifesteert zich de onuitputtelijke energie van de Wezer, waar ik zelf deel aan heb.’ Dat een boeddhist na tientallen jaren jaren van mindfulness en meditatie nog steeds in de greep van zijn geest is, in de ban van zijn piekervaringen en lievelingsgedachten, geeft te denken’, schrijft Van Dam.
De columnist kwalificeert niet alleen maar gaat ook inhoudelijk in op de teksten en de gedachten van de zenleraar. Andere leraren. Er komen enkele boze reacties binnen bij de hoofdredactie van het BD, die uitsluitend ingaan op het taalgebruik en de kwalificaties door de columnist, niet op de inhoud. De reageerders voelen zich gekwetst en nemen het op voor de overigens onomstreden zenleraar. Ze vinden dat er grenzen overschreden zijn.
Laat ik dichter bij huis blijven en mijn eigen teksten en columns in het BD tegen het licht houden. Is dat juist spreken? Als onderzoeksjournalist vind ik van wel. De afgelopen jaren schreef ik over boeddhistische leraren die hun handen niet konden thuishouden, zich schuldig maakten aan seksueel grensoverschrijdend gedrag, machtsmisbruik, zakkenvullerij. In niet mis te verstane bewoordingen. Fel van toon ook in de zelfde orde en grootte als de misbruikers. Ik nam het op voor de slachtoffers die zichzelf in eerste instantie niet konden of durfden te uiten. Daarin gevoed door klokkenluiders en slachtoffers.
Ik schreef dat de daders bij schuldigverklaring de cel in moesten. Zich moesten verantwoorden, terwijl organisaties die zij hadden opgericht zich stilhielden. Verdienmodel? Maar boeddhisme is geen Haarlemmerolie. Wij sloten als krant deze ‘leraren’ en hun organisaties buiten, voor hen was geen plaats meer in de kolommen van de krant. Is uitsluiten boeddhistisch? Is journalistiek (ver)oordelen boeddhistisch? Was ik meer onderzoeksjournalist dan een volger van de dhamma? Wilde ik geen zachte heelmeester zijn? Heb ik mijn macht als journalist misbruikt? In de jaren van het bestaan van het BD heb ik enkele keren een eind gemaakt aan een samenwerking met medewerkers omdat ze hun afspraken niet nakwamen. Of anderszins. We gaan afscheid nemen, zei ik dan. Is dat boeddhistisch? Juist handelen?
In mijn columns noem ik de minister-president Mark Rutte een Vaste Torenbewoner of Haagsche Historicus en laak zijn (niet) handelen. Ik vind hem een politieke mislukkeling. En schrijf dat ook. Ook andere politici, zoals Wilders, komen in mijn kolommen voor. Ik omschrijf hun gedachten en gedragingen en plak daar een label op. Veroordeel. Is dat boeddhistisch?
Als hoofdredacteur plaats ik regelmatig kritische teksten over boeddhisme van derden in de krant. Onze eigen cartoonist Ardan maakt prachtige cartoons waarin hij met jaloersmakende lijntjes situaties en personen beoordeelt. Zakelijk, scherp en to the point. Taigu omschreef in zijn teksten leraren en situaties met scherpe pen. Boeddhistisch? Juist spreken? Juist tekenen?
Ik denk, ik stel, dat we op geen andere wijze deze krant kunnen maken. Het leven is wreed, mensen worden misbruikt in het boeddhisme, gekleineerd, geestelijk en lichamelijk afgemaakt. Zelfs het nu is bedreigend. Ontwart en ontwikkelt, is onze lijfspreuk. Columnisten zoeken grenzen op zonder de opzettelijke bedoeling te hebben te kwetsen. Ze spelen met woorden maar gaan ook een inhoudelijke beoordeling niet uit de weg. Wij geloven in juist spreken. En niet kwetsen. Soms lijkt het anders.
Is er plaats voor Youp van het Hek in het BD?
Als deze thema’s ter sprake komen moet ik altijd denken aan de helaas te vroeg overleden Jelle Seidel. Van hem is de uitdrukking: geen goeroe (leraar) zonder giro. Boeddhisme als verdienmodel.
Peter van Zuilekom zegt
Beste Joop en Hans,
Ik,Peter van Zuilekom, wonende in Hilversum, wil jullie bedanken voor de pogingen ‘juist te spreken’ zoals jullie dat bijna dagelijks verwoorden in het DB.
Voor mij zijn jullie pogingen heel helpend in deze vaak zo lastige materie. Maar hoe jullie beiden (en ook vaak veel anderen) dat doen in het BD werkt voor mij ‘verlichtend’ (in meerdere betekenissen). En ik kijk daardoor ,als zoeker op ‘het pad’, iedere dag met veel aandacht uit naar jullie woorden die mij helpen juister te spreken en vooral ook juister te denken. Waarvoor heel veel dank,
Peter van Zuilekom.