Het boekje Kamma and its fruit (1975) is een verzameling essays over kamma/karma. Dit artikel gaat over de vier essays hieruit van Francis Story (Anagarika Priyadarshi Sugatananda 1910-1972). ‘Het in de praktijk brengen is de grootste stap voorwaarts op het gebied van de maatschappelijke en spirituele vooruitgang van de mensheid, en is er een die moet worden gezet als wij onze beschaving willen redden van de vreselijke gevolgen van hebzucht, haat en onwetendheid,’ schrijft hij over het boeddhisme.
Karma is actie en uit zich door middel van lichaam, geest en spraak, aldus Story in zijn essay Action. Karma is doelgericht en zonder intentie krachteloos. Op bladzijde 16 citeert hij de Boeddha: ‘Cetanāham bhikkave kamman vadāmi’ (Eng. Volition, intention, O Bhikkus, is what I call Kamma). Het Pali woord cetanā betekent ‘intentie’, ‘wil’.
Heilzaam
Karma is een product van de geest en de enig werkelijk bestaande kracht in het continuüm van het leven en in de stroom van het komende bestaan, aldus de auteur. ‘Het is het restant (residu) van een mentale kracht die vanaf het moment van overlijden een nieuwe geboorte doet ontbranden.’
Een handeling is moreel onheilzaam (akusala kamma) als zij is gebaseerd op verlangens zoals hebzucht, haat en onwetendheid. Daarentegen is zij moreel heilzaam (kusala kamma) als de tegenovergestelde factoren hiervan de aanleiding zijn. Iedere doelgerichte daad is creatief, omdat wij door onze gedachtes, woorden en daden onze wereld en onszelf vormgeven van moment tot moment. ‘We mould our changing personality as we go along, by the accumulation of such thoughts, words and deeds. It is the accretion of these, and the preponderance of one kind over another, that determines what we shall become, in this life and/or subsequent ones,’ bladzijde 2. Wij vormen niet alleen onze persoonlijkheid, maar ook onder welke voorwaarden zij invloed heeft.
Als de wil besluit de zintuigelijke verlangens te eindigen, treedt er een verandering op, aldus de auteur. De verlangens vervagen langzamerhand en doven ten slotte uit door de werking van het allesoverheersend verlangen naar nibbāna/nirvana. ‘Therefore the Buddha said, “For the final cessation, all Kammas, wholesome and unwholesome, must be transcended, must be abandoned. Putting aside good and evil, one attains Nibbāna. There is no other way,’ bladzijde 9. Nibbāna (nirvana) betekent letterlijk ‘uitdoving’.
Het individu
Het individu is de enige die de volledige controle heeft over zijn daden, ongeacht de druk die anderen op hem kunnen uitoefenen. Een onheilzame handeling onder grote druk uitgevoerd, heeft echter een ander karmisch effect dan een vrijwillige onheilzame handeling. ‘Maar, uiteindelijk moet hij toch verantwoordelijkheid dragen, omdat hij in het uiterste geval marteling van een ander had kunnen voorkomen door ervoor te kiezen zelf te lijden aan marteling of de dood,’ aldus Story.
Hij vermeldt op bladzijde 3 dat ‘collectief karma’ de samenklontering (aggregaat) is van individuele karma’s, ‘net zoals een menigte een samenklontering is van individuen.’ In zijn essay Collective Karma licht hij dit verder toe. Niemand kan lijden aan het karma van een ander, noch profiteren van het karma van een ander. Het is mogelijk dat groepen mensen een bijna identiek karma vormen door bijvoorbeeld deel te nemen aan vervolging en marteling. De auteur noemt het begrip collectief karma verwarrend, omdat iemand uitsluitend verantwoordelijk is voor zijn eigen deel van daden. ‘Als hij deze niet deelt, zal zijn karma uiteraard verschillen,’ bladzijde 106.
In sommige gevallen kan iemand de wil van een ander beheersen en zelfs sturen, maar alleen als die ander hierin meegaat. Ook wijst Story op de rol van onder andere indoctrinatie en hersenspoeling, die kunnen leiden tot massahysterie en bijna identieke individuele karma’s kunnen produceren. Hoewel ze zijn aangewakkerd, blijven deze individueel.
Vrije wil
In zijn essay Karma en Freedom bespreekt de auteur het verband tussen karma en causaliteit, conditionering en determinisme. Het boeddhisme ontkent niet dat de mens grotendeels wordt bepaald door zijn omstandigheden en zijn omgeving. Soms lijkt die conditionering veel op determinisme, maar desondanks is er altijd ruimte voor vrijheid. Het boeddhisme hecht groot belang aan ‘het gedachte-moment van keuze: dit is het moment van een bewuste reactie waarin we vrij zijn om op verschillende manieren te reageren op een bepaalde situatie,’ bladzijde 99. Het systematisch bevorderen van goede neigingen en het uitroeien van de slechte is volgens de auteur de kern van iemands karakterontwikkeling.
Het boeddhisme huldigt het principe van de meervoudige oorzaak van verschijnselen, maar de wil, die ook wordt beïnvloed, is wel degelijk vrij om een keuze te maken uit de factoren die vanuit het verleden opereren. Bovendien is niet alleen karma van invloed op ieder verschijnsel en op iedere ervaring, de fysieke aspecten van het bestaan zijn dit ook en leven zonder lijden is onmogelijk. De geest en de wil zijn in staat de overhand te hebben, ‘niet altijd door een enkele daad van de wil, maar door herhaalde soortgelijke handelingen met hetzelfde doel,’ aldus Story. Het is belangrijk te onderscheiden tussen ‘karma’ en het gevolg ervan ‘vipāka’, de individuele combinatie van oorzaak-en-gevolg die van het ene naar het andere leven overgedragen wordt, en andere oorzaak-en-gevolg ketens in de externe wereld, bladzijde 110.
Onrecht
‘Poverty, hunger and ignorance exist in the world, and they will continue to do so as long as people, by their own affliction of these evils on others in previous lives to be born in such circumstances,’ bladzijde 104. De auteur is er stellig van overtuigd dat er geen ontbering, geen sloppenwijken en geen uitbuiting van de ene mens door de ander meer zouden zijn als de hele wereld zou handelen volgens de boeddhistische principes van onzelfzuchtigheid, vrijgevigheid en compassie. De economische structuur van de samenleving weerspiegelt echter scherp de verwarde, onlogische en egocentrische menselijke natuur. Dit alles verandert pas als de menselijke natuur compleet verandert en deze verandering moet van binnenuit komen. Aan het eind van dit essay schrijft de auteur: ‘Omdat wij, ieder van ons individueel de makers van onze wereld zijn, is zelfs de conditionering erdoor uiteindelijk terug te voeren tot onszelf.’
Werking van karma
Uit een onzuivere geest en een onzuivere intentie kunnen alleen maar onzuivere gedachten, woorden en daden voortkomen met slechte gevolgen, schrijft Story in het essay Kamma and Causality. Dit kan zich uiten in dit leven, of in een volgend leven. Door herhaling en gewoonte kunnen sommige acties ook effect hebben in opeenvolgende levens. Er bestaat ook contra-actief karma, dat de drie genoemde vormen kan afremmen. Er zijn lichte en onbelangrijke handelingen die voortkomen uit een zwakke impuls met weinig morele betekenis. Daarom hebben ze weinig invloed, behalve wanneer ze deel zijn van gewoontevorming. Belangrijke handelingen uit gewoonte, heilzaam of niet wegen zwaarder.
Voordat op een misdaad een gepaste straf volgt, moet er een gecompliceerde machinerie van oorzaken in gang worden gezet. Het moet een handeling van karma zijn, de straf moet afhankelijk zijn van het bestaan van wetten en omstandigheden die het mogelijk maken de misdadiger op te sporen en te vervolgen. Als dit alles bij elkaar komt is er sprake van bestraffing in dit leven. Als er wel sprake is van karma, maar de mogelijkheden voor vervolging ontbreken wil dit niet zeggen dat de daad onbestraft blijft. Vroeg of laat heeft karma resultaat.
Op bladzijde 19 schrijft de auteur dat volgens het standpunt van het boeddhisme over de doodstraf niet is gebaseerd op genade voor de moordenaar. Echter ‘het is gebaseerd op een afweging van het karmaresultaat tegenover dat wat instrumenteel is voor de doodstraf, omdat het enig mogelijke karma ervan het doden is of ervoor te zorgen dat een ander een leven neemt.’
Wedergeboorte
Op het moment vlak voor de dood kan het Maraṇāsanna kamma (Eng. death-proximinate kamma) de vorm aannemen van een reflex over een goede of slechte daad in het leven van de stervende persoon. Ook kan het een indicatie geven over een volgend leven. Als de stervende buiten bewustzijn is, wordt de wedergeboorte bepaald door het Katattā kamma (Eng. reserved kamma). ‘Dit is het automatische resultaat van het krachtigste karma, goed of kwaad, dat nog geen vrucht heeft gedragen of waarvan de kracht nog niet is uitgewerkt.’ De boeddhistische psychologie benadrukt de belangrijkheid van actief bewustzijn en alerte geestelijke vermogens op het moment van het overlijden. Het boeddhisme verzoekt ons om onze handelingen op te roepen, om angst opzij te zetten en met kalm vertrouwen de dood tegemoet te treden als iemand wiens bestemming onder controle is.
Alleen zij die hun karma en vipāka van de ene wedergeboorte naar de ander kunnen traceren, zijn in staat om te bepalen wat is bepaald door hen zelf en wat door externe factoren. ‘Het kan niet te vaak of te inlevend worden herhaald dat de wet van karma absoluut het tegenovergestelde is van fatalisme. De enige investering die we uit dit leven kunnen meenemen is goed karma,’ bladzijde 22.
Opmerking
Wikipedia meldt dat de Boeddha zijn volgelingen niet voorschreef om te geloven in het werkelijk bestaan van karma en de invloed ervan op een volgend leven. Wel onderwees hij in de Kalama soetra (AN 3:65) de vier zekerheden. Los van het geloof in het al of niet bestaan van een hiernamaals is het belangrijk om goede daden te verrichten. ‘Kālāmas, een edele discipel wiens geest zo zonder boosheid, zonder kwaadwillendheid, smetteloos en zuiver is: die discipel heeft in het hier-en-nu deze vier zekerheden bereikt.’
Tot slot
Randy Rosenthal wijdt zijn artikel in Lion’s Roar aan het leven en het werk van Story en het belang voor de wereld van vandaag. Story’s boodschap is dat niets toevallig gebeurt, maar veel geleerden en boeddhistische beoefenaren voelen zich ongemakkelijk als zij spreken over karma en wedergeboorte. Bhikkhu Bodhi schrijft in The Buddha’s Words dat in het vroege boeddhisme het begrip en de acceptatie van karma en wedergeboorte een essentieel onderdeel is van ‘juist inzicht’. Veel onderzoekers en beoefenaren echter, menen dat wedergeboorte niet essentieel is voor hun juiste inzicht. Rosenthal concludeert: ‘Het aanvaarden van wedergeboorte verhoogt de inzet. “Story grapte dat een op zichzelf staand leven met betekenis wordt geladen als het wordt bezien tegen de achtergrond van een herhalend patroon van wedergeboortes. Hierdoor ontdekken we waarom we zijn wat we zijn, en hoe we kunnen zijn wat we willen zijn.” ‘Wat is in dit leven dan het belangrijkste voor mij om te doen?,’ vraagt Randy Rosenthal zich vaak af.