In de V.S. worden momenteel, na zeventien jaar, in sneltreinvaart veel mensen die al jaren in federale gevangenissen op ‘death row’ zitten ter dood gebracht. Wanneer Trump op 20 januari aftreedt zal hij op de tweede plaats eindigen als president die de meeste mensen gedurende zijn termijn heeft laten executeren; meer dan de laatste tien presidenten samen. Dit jaar waren het er tien, in januari zullen er nog drie volgen.
Steeds meer mensen in de V.S. zijn tegen de doodstraf; in 22 staten is de doodstraf inmiddels afgeschaft, in andere staten is hij opgeschort. Door het, in een aantal gevallen bijna criminele judiciaire, systeem zitten mensen ook onschuldig op death row en zijn onschuldige mensen al geëxecuteerd. De meesten zijn mannen en gekleurd.
Op 15 januari a.s. staat de executie van Dustin Higgs gepland voor een misdaad die hij mogelijk niet heeft begaan. Een gerechtelijke dwaling, een zwakke advocaat en samenzwerende medeverdachten leidden tot zijn veroordeling en binnenkort tot zijn executie. Er is geen geld, en nu ook geen tijd meer, om tot een nieuw onafhankelijk onderzoek te komen. Helaas is zijn zaak niet uniek.
Hoe wordt er in het boeddhisme tegen de doodstraf aangekeken?
Thich Nhat Hanh (Thay)*, de bekende Vietnamese boeddhistische monnik, zenleraar en vredesactivist zegt over iemand die een misdaad heeft gepleegd, dat deze geen gelukkig leven heeft gehad en dat ouders, leraren en andere betrokkenen niet in staat zijn geweest te helpen. Hij vindt ons daarom medeverantwoordelijk voor de daad die diegene heeft gepleegd. Iemand doden voor die daad helpt niet want als gevolg van onze complexe samenleving kunnen kwetsbare mensen tot zulke daden komen.
Hij adviseert ons te mediteren, heel diep te kijken, zodat we de wortels kunnen zien van waaruit het plegen van een misdaad is ontstaan en stelt dat we eigenlijk al te laat zijn wanneer het tot een misdaad is gekomen.
In een vraag en antwoordsessie formuleerde Thich Nhat Hanh het als volgt:
Vraag: “Thay, wat is uw mening over de doodstraf? Stel dat iemand tien kinderen heeft vermoord. Waarom zou hij dan nog mogen leven?”
Antwoord: “Er zijn tien mensen dood; nu wil men er nog een, men wil er elf. Iemand die tien kinderen heeft vermoord, is een zieke. Natuurlijk willen we hem opsluiten om te voorkomen dat hij nog meer mensen doodt, maar dit is een ziek persoon, en we moeten manieren vinden om hem te helpen. Hem doden helpt hem niet, en helpt ons niet. Er zijn anderen zoals hij in de samenleving, en als we daar diep naar kijken, weten we dat er iets mis is met onze samenleving; onze samenleving heeft zulke mensen gecreëerd. Als we naar hen kijken, kunnen we in het licht van inter-zijn de andere elementen zien die hen hebben voortgebracht. Dat is hoe begrip in jezelf opkomt, en dan zie je dat die personen geholpen moet worden, en niet gestraft. Je moet hen natuurlijk opsluiten voor de veiligheid van andere kinderen, maar hen opsluiten is niet het enige wat we kunnen doen. Straffen is niet het enige, we kunnen het veel beter doen. Als we hier buiten minder zouden lijden, en een beetje tijd zouden maken, kunnen we iets doen om degenen binnen te helpen. Daarom onthult het doden van die personen alleen onze zwakheid. We geven ons over. We weten niet meer wat we moeten doen, en we geven het op. Het is een kreet van wanhoop als je mensen moet doden. Ik hoop dat we samen kunnen oefenen om diep te zoeken om betere middelen te vinden dan de doodstraf goed te keuren. Mijn antwoord op de gestelde vraag is dat niet alleen gerechtigheid en mededogen kunnen verzoenen, maar we kunnen ook aantonen dat ware gerechtigheid mededogen en begrip in zich moet hebben.”
* In een volgende bijdrage bekijken we hoe de Dalai Lama tegen de doodstraf aankijkt.
lp Sander Khemadhammo zegt
Momenteel hebben van alle boeddhistische landen enkel Cambodja en Hongkong de doodstraf afgeschaft. Laten we hopen dat veel andere landen volgen.
Henk van Kalken zegt
Thay heeft volkomen gelijk. Zodra mensen die pretenderen het beter te weten de doders van doden gaan ombrengen onderscheiden ze zich niet meer van welke doder dan ook.
Piet Nusteleijn zegt
We moeten het inderdaad niet opgeven en zélf blijven oefenen en voor-leven om ‘het’ op te lossen.
Die oplossing ligt voorbij het denken.