Betrouwbare maatregelen komen voort uit kloppende conclusies, niet uit half optionele of facet-georiënteerde overwegingen. Bovendien, hoe omvangrijker en structureler de klus is, des te grondiger en integraler de aanpak die vereist is.
Er spelen principiële kwesties op dit moment – klimaat, vluchtelingen, democratie – waar de bestaande structuren onvoldoende antwoord op hebben.
Die structuren zijn, vanwege hun eenzijdig functionele herkomst, het resultaat van niet-kloppende conclusies en van gefragmenteerde methodes.
Een gemeenschap die beseft hoe kostbaar ons leven is, gaat verantwoord om met alle natuurlijke bronnen, behandelt de bewoners van andere streken of culturen op een menswaardige manier en richt de politieke besluitvorming op zo’n manier in dat eenieder zich gezien en verzorgd weet.
Kortom, een leefbare wereld is het tegendeel van persoonlijke belangen en onderlinge concurrentie. Dergelijke principes zijn gebaseerd op achterhaalde, incomplete denkbeelden die niet ons totale menszijn omvatten maar slechts specifieke aspecten ervan, zoals een fysiek overleven (Darwin) of de complexiteit van onze psyche (Freud).
De huidige dominantie van technologie en cognitie wordt voor een groot deel gelegitimeerd door de specifieke onderzoeksresultaten uit deze terreinen.
Maar wat wij op dit moment dringend nodig hebben als integraal instrument is iets veel eenvoudigers en tegelijkertijd iets veel universelers en grondigers, namelijk menselijke wijsheid. De waarde daarvan en ons vermogen daartoe is gedocumenteerd in geschriften uit alle tijden. In alle culturen en in alle tijden zijn er wijze mensen te vinden die de achterliggende wetten en principes van ons bestaan kennen.
Zij spreken over goed en kwaad, leven en dood, ik en de ander, over universele wetten en individuele verantwoordelijkheden. Maar deze waardevolle inbreng wordt tot op heden veel te weinig gehoord en slechts mondjesmaat benut.
Net als in het verleden gaat ook heden ten dage de meeste aandacht vooral naar ad hoc kwesties, korte termijn voordeel, grofmazige toepassingen en zichtbare successen.
Het intensief gebruik van kennis heeft ons het zicht op wijsheid ontnomen.
Sinds Aristoteles een empirische, op het kenbare gebaseerde filosofie propageerde, hanteren wij in ons zoeken naar zingeving met name zintuiglijk waarneembare criteria.1
Maar nut (waarneembaarheid, kennis) en zin (waarheidsvinding, wijsheid) zijn van een wezenlijk verschillende orde. Omdat zij verward worden en niet op hun eigen manier begrepen en benut worden, bepalen onmacht en opportunisme intussen de podia en vervullen media en commercie een disproportionele functie voor veel mensen.
Dit illustreert onze gebrekkige oriëntatie, ons individuele en collectieve wijsheidstekort: in een evenwichtige en complete samenleving, gedragen door bewuste individuen, zal commercie nooit de bepalende factor zijn maar enkel een ondersteunende vorm van dienstverlening ten behoeve van de fysieke en sociale gezondheid.
En diezelfde correlatie is ook te vinden op het individuele vlak: mijn werk mag nooit de centrale identiteitsfactor worden omdat ik daarmee mijn totaalbestaan en mijn diepste menselijkheid zou loochenen.
In het huidige concurrentiemodel – een afspiegeling van ons materialistisch mensbeeld – vechten alle entiteiten, sectoren of groeperingen om voorrang (survival of the fittest).
De overheid die in potentie een bastion van wijsheid zou kunnen zijn, op kleinere schaal te vergelijken met een raad van ouderen, wordt nu gereduceerd tot een van de vele marktpartijen of zelfs tot een afgeleide daarvan. Het parlement dat in een democratie het geheel moet borgen en overzien, staat nu vaak aan de zijlijn, mede omdat zij zelf een deel van haar macht uit handen heeft gegeven (particularisatie).
Je zou dit kunnen typeren als tijdelijke stagnatie of scheefgroei, maar de reëlere term is verwaarlozing. We hebben met zijn allen te weinig oog voor wat echt belangrijk is, zowel voor onszelf als individu als voor onze gemeenschappelijke aspecten.
Deze onnodig kleingeestige levenshouding wordt dagelijks op een pijnlijke manier gemanifesteerd in de lijdende wereld zoals we die om ons heen zien. De collectieve wereld is een rechtstreekse optelsom van alle individuele kwaliteiten.
Blijkbaar staan we onvoldoende stil bij het innerlijk potentieel in onszelf en bij de wetmatige context, de bedoelde zin van het leven zoals dit ons geschonken is. We maken te weining gebruik van ons vermogen een gewetensvolle, bewuste keuze te maken, een heldere en duurzame visie te ontwikkelen, een betrouwbare opstelling in te nemen, enzovoorts.
Wat ontbreekt is een reële, in het individu verankerde wijsheid, en dit betekent per saldo: er is nood aan zelfkennis.
Concreet: welke kranten of omroepen besteden serieuze aandacht aan wijsheid of spiritualiteit als een actuele en relevante factor?
Hoeveel structurele ruimte wordt er geboden binnen de bestaande instituties, met name in het lager en middelbaar onderwijs, voor zingeving, spiritualiteit, waarheidsvinding?
En hoe kan het dat oppervlakkige, ja zelfs primitieve mechanismen – denk aan ridicule beloningsstructuren in bedrijfsleven, denk aan bekrompen benadering van minderheden – eerder worden goedgepraat dan dat zij met urgentie worden bestreden?
Laten we stoppen met spelletjes spelen, stoppen met domweg de ogen sluiten of onszelf blijven wijsmaken dat we intussen tóch wel altijd goed bezig zijn geweest, dat het allemaal écht niet zo’n vaart loopt of dat alles tóch wel vanzelf terechtkomt.
Als beheerder van zijn of haar eigen, onvervreemdbare en hoogst kostbare identiteit, is ieder van ons elk moment de medebouwer van deze wereld.
Wanneer ik dan zie hoe fragiel mijn bestaan nog is en in welke explosieve staat de wereld verkeert, hoe kan ik dan mijn ontoereikendheid of onverschilligheid goedpraten?
Bezinning is gewenst, nuchtere hartskwaliteit.
De kracht van wijsheid.
G.J. Smeets zegt
Wijsheid als ‘factor’, geen idee wat dat betekent. Overigens wijs ik erop dat wat de auteur weet over de toestand in de wereld gebaseerd is op het natuurhistorische werk van Darwin en op het cultuurkritische werk van Freud. Hij spuugt in eigen bron waar hij dat werk wegzet als
“…incomplete denkbeelden die niet ons totale menszijn omvatten maar slechts specifieke aspecten ervan, zoals een fysiek overleven (Darwin) of de complexiteit van onze psyche (Freud)”
Waar ‘incomplete denkbeelden’ en ‘totale menszijn’ op slaan is ook al zoiets. Allemaal suggesties dat de auteur weet wat compleet is en wat totaal is. Nog maar een keer het werk van Darwin en Freud ter harte nemen, zou ik zeggen.
Ad van Dun zegt
Beste G.J.,
deze tekst staat op het *boeddhistisch* dagblad, d.w.z. het betreft hier een gebied dat zich niet exclusief wetenschappelijk oriënteert maar ook gebruik maakt van spirituele bronnen en materialen uit de wijsheidstradities. Deze aanvullende bronnen maken dat ik zo vrij ben te spreken over ‘incomplete denkbeelden’. Kennis is nu eenmaal iets anders dan wijsheid. Meer achtergronden zijn te vinden in het vorig jaar bij Asoka verschenen boek ‘Dharmium’.
G.J. Smeets zegt
Ad,
Spirituele bronnen en wijsheidstradities zijn allemaal gebaseerd op kennis, onderzoek, experiment en aandachtig waarnemen. Allemaal. Van sjamanisme tot vedanta tot taoïsme tot boeddhisme tot muziek, dans en martial arts wereldwijd. Mijn belangrijkste punt dat je kennelijk is ontgaan was dat ook de evolutietheorie en de psychoanalyse wijsheidstradities zijn.
Waar ik opgroeide in NL werd na de zondagse mis met de handboog geschoten. Op de schietbaan achter de kroeg naast de kerk. Senioren instrueerden junioren, junioren deden het net iets anders want ze hadden het nieuwste model boog. In dat spel zat meer spiritualiteit en wijsheid dan in de mis waar wijsheid en spirituele bron o zo belangrijk was. En met “(in)complete denkbeelden” (jouw woorden) had het gedoe op de schietbaan niet te maken.
Duidelijk zo?
Ad van Dun zegt
Alle goede wensen, G.J.!
G.J. Smeets zegt
Ad,
je geeft geen antwoord op mijn uitdrukkelijke vraag “Duidelijk zo?” Je reactie “Alle goede wensen” is ehh… Tja.