Douglas Harding (1909 – 2007) ervoer in 1943, na een lange periode van zelfonderzoek, een ervaring van een soort ontwaken. Daarna heeft hij geprobeerd de betekenis van deze ervaring verder uit te werken en in de zeventiger jaren heeft hij experimenten ontwikkeld waarmee iedereen een dergelijke ervaring kan opwekken. Er is inmiddels wereldwijd een grote gemeenschap van enthousiaste volgelingen ontstaan. Vele van hen spreken van ervaringen van leegte en sereniteit, en menen zelfs een nieuw beter en vredig leven te hebben gekregen. Wat is deze ervaring en wat kun je van die experimenten leren?
‘Ik deed de ontdekking toen ik 33 jaar was. Alhoewel het ongetwijfeld kwam als een donderslag bij heldere hemel, was het toch een antwoord op een belangrijke zoektocht. Gedurende verschillende maanden was ik in beslag genomen door de vraag: wat ben ik?…
Wat er eigenlijk gebeurde was iets dat absurd eenvoudig en gewoon was: ik stopte even met denken. Mijn verstand en voorstellingsvermogen en al het mentale gebabbel vielen weg. Voor een keer was ik sprakeloos. Ik was mijn naam vergeten, mijn menszijn, mijn dingzijn en alles wat ‘ik’ of ‘van mij’ genoemd zou kunnen worden. Verleden en toekomst waren weg. Het was alsof ik op dat moment opnieuw was geboren, compleet nieuw, zonder geest en onschuldig van alle herinneringen. Er bestond alleen het nu, het huidige moment en wat zich daarin toonde. Het was genoeg om alleen te kijken. Wat ik zag waren kakhi-kleurige broekspijpen die eindigden in een paar bruine schoenen, aan de zijkanten eindigden twee kakhi-kleurige mouwen in een paar roze handen en een kakhi-kleurig overhemd eindigde naar boven toe in… Een totaal niets! Zeker niet in een hoofd.
Het kostte me geen moment om te beseffen dat dit niets, dit gat waar een hoofd zou moeten zijn, geen gewone leegte was, niet een totaal niets. Integendeel, het zat nogal vol. Het was een uitgestrekte leegte die uitgestrekt vol zat, een niets dat ruimte bood aan alles, ruimte voor het gras, voor de bomen, voor de beschaduwde verre heuvels en naar boven toe voor de besneeuwde bergtoppen in de verte, die als een rij van hoekige wolken door de blauwe lucht bewogen. Ik was een hoofd kwijt maar had een wereld gewonnen.’ (vertaling E.H.)
Harding vertelt vervolgens dat hij aanvankelijk zich nogal eenzaam voelde en zijn ervaring niet goed kon duiden, maar dat dit uiteindelijk lukte door kennismaking met het Zen-boeddhisme . Uiteindelijk komt hij tot de conclusie dat hij een soort universele verlichtingservaring heeft doorgemaakt, die de kern is van elke vorm van mystiek. Het boek staat dan ook vol met citaten uit allerhande religies om deze overtuiging te bewijzen. Ik moet zeggen dat ik dat een beetje jammer vond, ik vind een scheurkalender saaie en taaie kost. Bovendien zijn al deze uit hun context gelichte uitspraken wel suggestief, maar het is bekend dat je op deze manier van alles kunt bewijzen. Verder is Harding geen specialist en is er alle reden tot twijfel aan zijn interpretatie van de uitspraken. Een vriend van me noemde het New Age en het is inderdaad geschreven vanuit de nieuwe opleving van theosofie die in de 60-er jaren in dat soort kringen nogal populair was.
Een ervaring voor iedereen
Als we echter deze ideologie buiten beschouwing laten, hebben we hier toch te maken met een inzicht en een methode die voor een boeddhist interessant zijn en een zekere diepgang hebben. Harding en zijn opvolger Richard Lang hebben allerhande experimenten ontwikkeld om de koploze ervaring op te roepen en volgens de reacties zijn deze leuk om te doen en verrassende effectief. Het doet me een beetje denken aan een soort Dzogchen of Mahāmudra maar dan zonder moeilijke woorden. De ervaringen laten zich bovendien goed invoegen in een boeddhistische praktijk. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat de koploze ervaring overeen komt met de Zen-uitdrukking ‘het oorspronkelijk gezicht, het gezicht dat er was voordat je ouders waren geboren’.
Hoe moeten we echter de koploze ervaring begrijpen? Harding beschrijft hem accuraat: hij stopte even met denken en daarna ontdekte hij dat hij geen hoofd had. Het merkwaardige is dat we die ervaring kunnen volgen. Aan de andere kant kunnen we er ook niet aan twijfelen dat we wel degelijk een hoofd hebben. De koploze ervaring ontstaat pas als we even niet denken. Het is erg moeilijk om helemaal niet te denken, maar je kunt wel proberen om even afstand te nemen. Er doet zich dan inderdaad een gewaarwording voor zoals die door Harding wordt beschreven, alleen misschien niet zo duidelijk en overtuigend. Als we dat afstand nemen laten varen, zien we in dat we wel degelijk een hoofd hebben. De ervaring van een hoofd te hebben ontstaat dus uit het denken. We ervaren ons hoofd niet. We stellen ons voor dat we een hoofd hebben en daar zit de crux.
De meesten zullen daar direct tegenin brengen dat we ons hoofd toch in de spiegel kunnen zien, maar is dat wel zo? In het algemeen ervaren we de wereld niet alleen, we stellen hem ook voor. Onze wereld bestaat zelfs voor het grootste deel uit voorstellingen. Die vinden we dan ook het meest interessant, we zien onze ervaringen meestal over het hoofd. Een spiegel is een ding dat ons een beeld toont. Wij denken dat wij dat zijn. Wij stellen ons voor dat andere mensen dit beeld zien als ze naar ons kijken. Als we daar tevreden over zijn, denken we dat we er goed uitzien. Zo maken we onszelf blij met een illusie. Het is om te beginnen namelijk gewoon niet waar, het is er hooguit het spiegelbeeld van. Bovendien zullen we nooit weten hoe andere mensen ons zien, want we kunnen niet door hun ogen kijken. Toch brengen sommigen van ons uren voor de spiegel door in de overtuiging anderen tot een positief oordeel te kunnen overhalen. Om ons te beschermen tegen de wanhoop die het doorgronden van deze illusie zou brengen, hebben we onze samenleving opgetuigd met een symbolische inrichting, zodat we net doen alsof we het in sommige opzichten met elkaar eens zijn. Zo stoppen we onze omgeving, zowel tijdschriften als advertenties en films, vol met allerhande gezichten waarvan we vinden dat ze er goed uitzien. We leren elkaar dus eigenlijk hoe we er uitzien en hoe we deze illusie in stand moeten houden.
Voorstellingen
We nemen gewoonlijk aan, en dat leren ons ook wetenschappers en filosofen, dat we onze wereld gewoonlijk waarnemen zoals die is. Van deze wereld vormen we ons vervolgens voorstellingen. Als je naar je hand kijkt, komt je hand niet in je bewustzijn te zitten. De hand zelf is geen voorstelling of begrip, want je kunt nog steeds gewoon je vingers bewegen. Als je die waarneemt heb je, er alleen een voorstelling van. Als onze voorstellingen overeen komen met de echte wereld dan noemen we ze waar. Het probleem is alleen dat niemand die echte wereld die buiten onze voorstellingen om bestaat, ooit heeft waargenomen en dus niemand kan weten of onze voorstellingen inderdaad waar zijn. Je kunt je voorstellingen niet met de echte wereld vergelijken, want je kunt niet buiten je waarneming om waarnemen. De presentatoren van de vele dagelijkse kletsprogramma’s doen zich allemaal voor alsof ze de waarheid in pacht hebben, maar dat lijkt alleen geloofwaardig als ze zeggen wat iedereen verwacht dat ze zeggen en zo lastige vragen uit de weg gaan. Waarheid wordt vaak schromelijk overschat.
Doordat Harding even stopte met denken, stopte hij met voorstellen en ervoer hij de wereld zoals hij die waarnam. Wat is het voordeel hiervan? Het meeste psychische leed komt door onze voorstellingen. Wie bijvoorbeeld bang is om dood te gaan, is niet dood, hij stelt zich alleen voor dat hij mogelijkerwijs zou kunnen overlijden. Er is trouwens een filosofische traditie in het Westen die ook probeert op verschillende manieren de voorstellingen op een afstand te houden, dat is de fenomenologie. Wie bijvoorbeeld de roman van Jean-Paul Sartre leest, komt verschillende beschrijvingen tegen van momenten waarop de voorstellingen haperen. Voor Sartre zijn dit fases in een proces van zelfbevrijding. Een ervaring zoals die van Harding komt bovendien overeen met het ‘veld van de fenomenen’ zoals dat beschreven is door één van de meest radicale fenomenologen, Marc Richir.
Een open methode
Het afstand nemen van de voorstellingen in de methode van Harding heeft een belangrijk raakvlak met het boeddhisme, de Zen-koans nemen eveneens onze voorstellingen op de korrel. In de tweede jhana stopt het bewustzijn helemaal met het maken van voorstellingen. De tantrische visualisaties bieden ervaringen die te mooi of te indrukwekkend zijn om waar te zijn, zodat ons voorstellingsvermogen het opgeeft. Dit laatste wordt in de filosofie trouwens een ervaring van het sublieme genoemd en het overkomt mensen soms ook in hun alledaagse leven bij een indrukwekkende ervaring.
Het mooie van de experimenten of oefeningen van Harding is dat hij op een verbluffende eenvoudige manier uitwegen biedt uit de voorstellingswereld en de symbolische inrichting ervan. Als je je waagt aan deze experimenten merk je hoe sterk je eraan vast zit. Zo kun je misschien controleren in hoeverre eventuele andere meditatieoefeningen je helpen om van je voorstellingen los te komen. Op die manier leer je op den duur je voorstellingen te relativeren en de problemen die ze opwerpen worden daardoor een stuk minder. Het helpt in het bijzonder goed om de sakkāyaditti te overwinnen, het geloof in het objectief bestaan van het eigen lichaam. Dit is de eerste of derde van de samyojana (er zijn verschillende opsommingen), ketens die ons binden aan het wereldse bestaan.
Een andere belangrijke en problematische voorstelling, die met de methode kan worden aangepakt, is het zelf. Niemand heeft ooit een zelf waargenomen, maar we liggen er voortdurend mee overhoop.
Voor wie er voor voelt om met de experimenten of oefeningen van Harding aan de gang te gaan zijn er verschillende boeken, die allemaal via de website zijn te vinden en te bestellen. Je hoeft ervoor geen speciale leraar te zoeken, geen inwijdingen te ondergaan of lange reizen te maken. Er is een gemeenschap van mede-beoefenaren, waar je via het internet contact mee kunt maken. Er is zelfs een gratis applicatie onder de naam ‘headless’ die via Google Play of de Apple app-shop kan worden geïnstalleerd.
Bronnen
Richard Lang, Steven Steennsels: ‘La Vison non-duelle de Douglas Harding’ – Editions Almora, Parijs 2014
http://www.headless.org/dutch/dutch-homepage.html
https://www.amazon.com/Having-No-Head-Rediscovery-Obvious/dp/1878019198
https://www.theguardian.com/lifeandstyle/2010/apr/10/change-your-life-headless-man
http://www.palikanon.com/english/wtb/s_t/samyojana.htm
Luuk Mur zegt
Een boeiend betoog. Goed dat er aandacht besteed wordt aan deze methode. De meditatie-training van de filosoof en neurowetenschapper Sam Harris (app: Waking up), maakt er veel gebruik van. Sam Harris is tevens enthousiast over Dzogchen.
Door ‘headless’ te zijn, kan je even stoppen met denken en afgeleid zijn. Geen overbodige luxe in deze stressvolle wereld. Volgens mij is het een manier om een ander hersencircuit te activeren. De beleving doet terug denken aan de ervaring die je als kind kon hebben, één zijn met de wereld of in-de-wereld-zijn, maar nu met bewustzijn. Op mijn website ga ik aan deze manier van mediteren aandacht besteden.
Luuk Mur
Verwonderd.nu
Erik Hoogcarspel zegt
Hoe kun je een ander hersencircuit activeren als je geen hoofd hebt? ;-)
Luuk Mur zegt
Geen hoofd, geen zelf, ik vind het gevaarlijk worden.