Zen.nl, de organisatie van zenmeester Rients Ranzen Ritskes, bestaat vijfentwintig jaar en telt op dit moment evenzoveel vestigingen waar mensen kunnen mediteren of worden opgeleid tot coach of zenleraar. De groei van deze, wat door Ritskes gekscherend genoemd wordt franchiseonderneming, lijkt er nog lang niet uit te zijn. De verwachting is dat er in 2018 meer dan vijftig vestigingen in Nederland zullen zijn.
Voorstanders zijn blij met de snelle verspreiding van zen in de polder, de moderne, zakelijke benadering gericht op resultaat en geluk, de uniformiteit, kwaliteit, het aanbod en bereikbaarheid van zencentra met goed opgeleide leraren. Sommigen hebben moeite met de zakelijke benadering, de volgens hen hoge tarieven en het marktgerichte denken van Zen.nl. Ritskes praat over bubbels en onderbouwt zijn stellingen met wetenschappelijke formules. Maar waar blijven de Boeddha, dharma en sangha en met name dana (belangeloze goedgeefsheid) in zijn verhaal, vragen ze zich af. Kortom, Zen.nl maakt de tongen los.
Rients Ranzen Ritskes mediteert al vanaf zijn zeventiende en heeft in Japan getraind onder leiding van verschillende beroemde Japanse zenmeesters. In 1999 werd hij als zenmeester geautoriseerd door Sokun Tsushimoto Roshi. Hij is inmiddels vijfentwintig jaar zenleraar en auteur van een tiental boeken waarin de praktische toepassing van zen centraal staat. De meest bekende zijn Zen en keuzes maken, Zen en geluk, Zen en de kunst van het studeren, Leer denken wat je wilt denken en Leer voelen wat je wilt voelen. Voordat Rients Ritskes in 1992 fulltime zenleraar werd, was hij tien jaar studieadviseur aan de medische faculteit in Utrecht en studeerde aan de Hanze Hogeschool in Groningen en filosofie in Utrecht.
Zen.nl heeft ongeveer honderd leraren opgeleid en momenteel volgen zo’n 135 de opleiding tot coach, leraar of meester. Groen en rijp door elkaar volgen nu zo’n drieduizend mensen een cursus of mediteren ze in de centra van Zen.nl. Hoeveel mensen de afgelopen jaren in de centra mediteerden, het moeten en vele duizenden zijn geweest. Juiste aantallen zijn niet bekend.
In een interview met de BOS-radio eind oktober viste de interviewer naar de juiste omschrijving van Zen.nl. Was deze organisatie meer een bedrijf dan een religieuze groepering? Ritskes antwoordde ervoor gekozen te hebben een profane organisatie neer te zetten met een religieuze diepgang. We zijn een hele traditionele zenschool, het enige dat we overboord zetten is met stokjes eten. De rest is zen zoals ze al eeuwenlang in Japan en China wordt onderwezen. En de titulatuur is van dezelfde orde en grootte, legde Rients uit. ‘Ik probeer mensen te helpen in het vinden van hun mentale optimum, dat kun je geluk noemen. Voor geluk is niet meer nodig dan een goede geestelijke gezondheid en gebruik maken van de omstandigheden waarin je zit.’
Het Boeddhistisch Dagblad reisde af naar Malden waar de zenmeester woont en werd daar gastvrij en hartelijk ontvangen. Er ontspon zich op een organische wijze een goed gesprek waarin alles bespreekbaar was en niets onbeantwoord bleef. Uitgangspunt was: maakt Zen.nl gelukkig? Voor Rients Ritskes is dat geen vraag maar een zekerheid.
Op welke manier ben je met zen in aanraking gekomen?
‘Toen ik een jaar of zeventien was merkte ik dat ik me moeilijk kon concentreren op mijn studieboeken. Ik kom uit een Fries middenstandsgezin waarin studeren niet echt populair was. Na mijn middelbare school wilde ik graag verder studeren, dus ik ging op zoek naar een methode om mijn concentratie te verbeteren. In de bibliotheek vond ik het boek met de titel ‘Concentratie, meditatie en gebed’ en ik leerde daar uit dat meditatie en concentratie in zekere zin synoniemen van elkaar zijn.
Geïnspireerd door dat boek heb ik daarna een jaar transcendente meditatie gedaan en dat beviel me erg goed. Het werkte direct, ik werd rustiger en happy-er, en ik wilde er meer van. Maar ik vond TM ook een hoog EO-gehalte hebben, het was glad, mooi en vriendelijk. En het had te veel geheimen. Maar het was wel een opstap naar zen waarmee ik later via het theologisch instituut in Driebergen in aanraking kwam. In de informatie stond dat in zen humor erg belangrijk was. Dat sprak me aan omdat ik zelf een goede show kan weggeven, als ik geen zenleraar was geworden had hier nou een conferencier gezeten. Ik begon met zen in Driebergen, met Judith Bossert en met mijn beste vriend Nico Tydeman.’
Als je een boek was tegengekomen waarin de geneugten van het theravadaboeddhisme werden beschreven, was je dan in die richting verder gegaan?
‘Nou nee, ik ben erg blij met mijn theravada broeders en zusters. Maar door mijn open mind fascineert mij in zen de nuchterheid en leegte. Ik kan erg genieten van een mooie Rooms-katholieke mis, maar ook van de Dalai Lama. In Sri Lanka geniet ik van de contacten daar. Maar het meest ben ik thuis bij zen.’
Wat heeft je zoektocht naar een betere concentratie je opgeleverd?
‘Ik kan me nu tien keer zo goed concentreren als de gemiddelde Nederlander. Terwijl het toen ik zeventien was in mijn beleving tien keer slechter was. Ik schrijf nu boeken, in die tijd kon ik niet eens een boek lezen. Maar het belangrijkste is dat ik merkte dat ik door zenbeoefening gelukkiger werd. Niet dat ik toen ongelukkig was. Maar door me beter te kunnen concentreren, dat ik dacht wat ik wilde denken, werd ik daar happy van.
Vaak is dat de oorzaak van psychische klachten, dat mensen niet kunnen denken wat ze willen denken, waardoor hun problemen heel snel kunnen cumuleren. Dat geluk bevorderend effect door zenbeoefening fascineerde mij buitengewoon. Door mijn latere studie filosofie verdiepte ik me in die wereld en deed er meer wijsheid en inzicht mee op. En ik had al heel snel in de gaten dat ik daar ooit een keer mijn beroep van wilde maken. Om mensen te leren zich beter te concentreren en daardoor gelukkiger te worden.’
Je bent door de oprichting van Zen.nl waarschijnlijk de enige in deze beroepsgroep die zijn droom waar heeft gemaakt.
‘In zekere zin. Ik ben niet zo uniek maar naar ik geloof wel karmisch voorbestemd voor dit vak. Dat gevoel van realisatie wordt sterker naarmate ik ouder word. In tegenstelling tot anderen die hetzelfde potentieel hebben om zenleraar of meester te worden, maar bij wie dat niet is gelukt. Met karmisch voorbestemd bedoel ik dat al ik al op mijn derde, terwijl ik nauwelijks kon praten, wist dat ik dominee zou worden.’
Leverde zen je uiteindelijk meer op dan alleen een goed concentratievermogen?
‘Kijk, ik ben begonnen bij Judith Bossert, een Rooms-katholieke non. Nico (Tydeman) leerde ik al vrij snel kennen en zij spraken over Van Ruysbroeck en Eckhart, dat waren voor mij in die tijd de referentiekaders. Ik ben toen al vrij snel westerse filosofie gaan studeren en het boeddhisme is…Vanaf het begin heb ik Suzuki gelezen. Maar de focus op het boeddhisme is van de laatste tien, vijftien jaar. Vroeger ging het over zen/Plato, zen/Aristoteles, tot zen/Ruysbroeck. Maar het gaat natuurlijk altijd over zenboeddhisme. Nu heb ik zeer regelmatig De lange leerredes (Digha-Nikaya, de verzameling van lange leerredes die aan de Boeddha worden toegeschreven, Asoka Klassieke Tekstbibliotheek), de prachtige vertaling vanuit het Pali door Rob Janssen en Jan de Breet op het menu staan. Zware boeddhistische kost en ik geniet ervan. Ik zal je wat laten zien.’
Rients beent weg en komt even later terug met het boek- de pagina’s gemerkt met gekleurde tabs. Hij telt ze, het zijn er bijna honderd.
‘Ik heb het boek al drie keer gelezen en het betekent voor mij eigenlijk de bevestiging van mijn gelijk. Dat is wat ik er vooral in vind. Toen ik in de beginperiode van Zen.nl zei dat je van mediteren gelukkiger wordt, was ik een ketter. Het werd mij door collega’s kwalijk genomen als ik dat verkondigde. Maar ik werd door mediteren gelukkiger, kan er ook niks aan doen. In dit boek lees ik om de drie bladzijden dat monniken gelukkiger werden door te mediteren- ‘en ze werden gelukkig.’
Ik zou zelf geen definitie van geluk kunnen geven.
‘Dat komt door jouw gebrek aan vermogen om een definitie te geven over geluk. Maar jij kunt mij ook geen definitie geven die mij overtuigt van de smaak van een sinaasappel. Ja, zuur en fris, maar in het algemeen kunnen we in een definitie niets vangen. Ik denk dat Aristoteles zou hebben gezegd dat geluk a priori een bekend fenomeen is, en dat is in zekere zin ook zo. Als ik zeg dat het hier in de kamer eenentwintig graden is, dan geloof je dat wel. Dan hebben wij het gevoel dat we dat kunnen definiëren. Wat voor cijfer geef je je zelf nu op de schaal van geluk, van nul tot tien?’
‘Dat cijfer van jou is even subjectief als de vermeende eenentwintig graden hier in de kamer. Geluk is maar een idee. Volgens Fahrenheit is het hier helemaal geen eenentwintig graden, het is allemaal zo relatief als het maar kan. De temperatuurschatting hier en die acht van jou, gooi het maar in m’n pet. Wat ik interessanter vind is waarom veel mensen twintig jaar geleden geluk zo’n vies woord vonden. Zo’n vijftienhonderd jaar geleden zei kerkvader Augustinus dat het geluk voor het hiernamaals was. En tot vijftien jaar geleden spraken de boeddhisten hem dat na, geluk was in die kringen not done. Maar mijn ervaring was toen al dat het achtvoudige pad mij wel gelukkig maakt. Want dat pad is natuurlijk niks anders dan goed luisteren, helder spreken, juiste aandacht, niet te oneerbiedig met seks omgaan. Dat maakte mij gelukkig. Boeddha’s laatste woorden waren: delen met veel mensen, dat is geluk, en dat doe ik.’
Je zegt dat je met het boeddhisme zo’n vijftien jaar geleden bent bezig gegaan.
‘Met Judith ben ik vanaf het begin bezig geweest met zenboeddhisme. De laatste tijd verdiep ik me, onder meer via de boeken van Rob Janssen en Jan de Breet, in het theravadaboeddhisme. Dat maakt mij buitengewoon gelukkig omdat ik in die teksten lees dat zen maar een afgeleide is van het boeddhisme, het heeft wel bijzondere kenmerken maar is in essentie boeddhistisch.
Maak je nou onderscheid tussen zen en boeddhisme. Je hebt het over zen, boeddhisme en zenboeddhisme?
‘Ik maak geen onderscheid tussen wat dan ook. Nu voel ik me in dit gesprek een met jou, we zijn een en twee. En boeddhisme en zen zijn ook twee en één. Dus ik zeg, en wijlen mijn meester ook, dat je heel goed zen kunt beoefenen zonder boeddhist te zijn. Je kunt ook heel goed de vitaminen van een sinaasappel tot je nemen zonder een sinaasappel te eten. Maar is sap minder dan een sinaasappel? Wat zen heeft voorgebracht is een meditatiemethode, die wij misschien als Zen.nl wat meer gespecialiseerd hebben. Leer denken wat je wilt denken. Terwijl theravadaboeddhisten daar minder mee bezig zijn. Ik heb er wel vrede mee dat het gewoon een techniek is. Ik heb ooit iemand daarin getraind zonder dar het woord zen of boeddhisme viel. Hij vroeg er niet naar en ik sprak er niet over. Maar het was wel effectief.’
Je bent ingewijd, nam toevlucht.
‘Op m’n drieëntwintigste ben ik officieel zenboeddhist geworden en ik maak mensen ook boeddhist, dus moet ik me wel boeddhist voelen. Ik ben twee keer ingewijd, de tweede keer in Japan. Zeker in het begin vond ik dat toevlucht nemen erg belangrijk, later werd dat minder en nu wel weer meer. Dat heeft te maken met voortschrijdend inzicht. Voor mij was het toen belangrijk om bij de club te horen, boeddhist te willen zijn. Later realiseerde ik me dat dat een vorm van gehechtheid was en noemde ik het een jeugdzonde, dat toevlucht nemen. Nu sta ik daar anders in, het inwijdingsritueel heeft mij destijds ook gestimuleerd om op dit pad door te gaan, me te ontwikkelen en ik gun dat anderen ook. Nu zou ik zelfs kunnen overwegen, ik heb dat nog niet gedaan, dat ik tegen een aantal mensen zou zeggen- is het geen goed idee om je als boeddhist te laten inwijden?’
Kan je zonder toevlucht nemen geen boeddhist zijn?

‘Wat ik merk is, ik leid leraren op. Wat ik heb ontdekt is dat het in die lijn belangrijk is om iemand vertrouwen te kunnen geven. Zoals ik nu ook jou mijn vertrouwen geef. Ik spreek vrijuit en ik vertrouw erop dat jij goede intenties hebt over wat wij hier aan het doen zijn. Dat voelt goed. Maar ook het vertrouwen geven of aan studenten of leraren, of aan een partner, voelt goed. Mijn lieve ouders hebben mij dat vermogen gegeven zonder dat ik daarbij slaafs of naïef ben. Het vermogen om te kunnen vertrouwen is voor mij een variant op het thema dat wij kunnen ervaren dat jij en ik een zijn. Ook al zou je mijn vijand zijn. Dan toch kunnen zien, dat jij en ik onafscheidelijke wezens zijn. Vertrouwen is ook een maatschappelijke uiting van het ervaren van een diepere eenheid, dat is een kunst. En nu jouw vraag. In dat ritueel van inwijding, van toevlucht nemen, zit voor mij het uitspreken en beoefenen in het kunnen geven en ontvangen van vertrouwen. Kun je dat, dan ben je een gelukkig mens. Er zijn natuurlijk veel redenen om elkaar niet te vertrouwen, ik lees ook de krant. Het vermogen om te vertrouwen is voor mij iets heel anders dan elkaar altijd vertrouwen.’
Als je iemand je vertrouwen geef, wat betekent dat dan voor de ontvanger, de relatie?
‘Een paar jaar geleden zei ik tegen een van mijn studenten die een keer per week op cursus kwam: ik denk dat jij zenleraar moet worden. Ze keek me stomverbaasd aan. Ik begreep dat want ze was depressief, zo goed als werkloos, gescheiden, financieel bankroet. En nu is ze gezond, heeft een goede baan en staat midden in het leven. Ze zei tegen mij: als zo’n iemand vertrouwen in mij heeft wie ben ik dan om mezelf niet te vertrouwen. Voor mij was dat een eyeopener, wat kan vertrouwen toch helend werken. Over een jaar of wat kan ze lesgeven. Mijn vertrouwen in haar was gestoeld op intuïtie en eerlijkheid en integriteit. Ik zag dat ze slim en eerlijk is, dan kunnen mensen ondanks hun weerstand en problemen bij mij terecht.’
Je bent een nu al grote organisatie aan het uitbouwen. Hoe hou je de kwaliteit van je organisatie op peil. Die valt of staat toch met de kwaliteit van de leraar. Is er in Nederland zo’n grote kweekvijver?
‘No problem. De kwaliteit van de leraren die nu bij mij starten is tig keer zo hoog als tien jaar geleden. De kwaliteit van mijn organisatie trekt kwaliteit aan. Dat is niet vanzelfsprekend omdat het boeddhisme, in de ontwikkelingsfase waarin het zich bevindt , niet alleen verlichte mensen aantrekt. Maar in belangrijke mate problematische mensen die er hun heil in zoeken. Wat ze natuurlijk van harte gegund is. Dat maakt het wel moeilijk om leidende en kwalitatieve figuren voor zo’n traditie te interesseren.
Van Zen.nl heb ik vanaf het begin af aan gezegd dat ik wil dat boeddhistisch onderricht in Nederland niet amateuristisch is. Ik wil het boeddhisme op een professionele wijze beoefenen en overbrengen. Wat ik wil is werken met professionals en die hoeven niet per se een Aziatische uitstraling te hebben. Dat is met Zen.nl gelukt, we scoren in de evaluatieverslagen erg goed. Ik vind het fijn dat we met z’n allen in staat zijn om het zenboeddhisme op deze manier professioneel en kwalitatief in de markt te zetten. Dat onze studenten dat waarderen en wij in staat zijn ze op een fantastische manier kennis te laten maken met geluk.’
Wat voor eisen stel je aan toekomstige leraren, komt er meer bij kijken dan het vermogen om vertrouwen te kunnen geven?
‘Wij vragen nooit naar middelbare schoolcijfers. We vragen niks. Mensen beginnen gewoon aan de opleiding. De helft valt af, zakt niet, maar merkt dat het niet klikt. Dan is het nog zo dat we per jaar vijftien á twintig leraren afleveren, maar daarvan gaan er maar vijf of zes lesgeven. Dus er is een natuurlijke selectie. Dus iedereen kan aan de opleiding deelnemen, en een van de weinige eisen is dat ze minimaal drie retraites bij mij hebben gedaan. Nou, dat gun je niemand. Ik vergelijk het met een marathon, het is topsport. Maar er is meer nodig om te slagen. Studenten moeten een literatuurstudie doen, een scriptie schijven, stage lopen. Het is een heel opleidingsprogramma. We zijn bezig met een erkenning voor een beroepsopleiding. Dat is wat ik bedoel met professioneel. We hebben een examencommissie en zijn net echt.’
Is er sprake van eenduidigheid binnen Zen.nl.?
‘In de cursussen worden mijn boeken gebruikt als studiemateriaal. We streven naar hoge kwaliteit, iedereen mag zijn eigen creativiteit inbrengen, graag zelfs, een leraar die weinig praat, prima. Maar wat we afleveren moet duidelijk conform Zen.nl zijn. Dus professionele kwaliteit. Mondelinge reclame is belangrijk voor ons. Dat is ook wat McDonalds groot heeft gemaakt.’
Vind je het erg dat Zen.nl daarmee door een enkeling vergeleken wordt?
‘Aan de ene kant niet, want McDonalds is een succes omdat het ze gelukt is een gestandaardiseerde kwaliteit te brengen. Maar om Zen.nl met een vleesindustrie van laag allooi te vergelijken, nee. Dan twijfel ik aan intentie van de mensen die deze vergelijking maken. Liever word ik vergeleken met Rolls Royce, hoewel, die zijn ook al failliet.’
Waarom melden mensen zich specifiek aan als student of meditator bij Zen.nl?
‘Omdat die mensen net als ik gelukkiger worden van mediteren en dat met anderen willen delen.’
Vinden ze dat geluk niet bij andere tradities of boeddhistische organisaties?
‘Ik denk het wel, maar tot nog niet zo gek lang geleden werd dat door die organisaties zelf ontkend. En nu praten ze mij na omdat Happinez zo’n succes heeft. In die zin zijn wij nu niet meer onderscheidend. Alleen, wij waren de trendsetter en zij de volgers.’
Zeker negentien leraren hebben een fulltime job bij Zen.nl. Loopt de spiritualiteit binnen de centra geen gevaar als leraren zich ook als ondernemer moeten opstellen, een zaak moeten drijven en omzet genereren?
‘De vraag begrijp ik wel, maar nee. Als Zen.nl geen kwaliteit meer biedt en geen studenten trekt gaat ze failliet. Dus de spirituele kwaliteit zoals jij dat noemt loopt geen gevaar. Die is gegarandeerd zolang het centrum bestaat. En ook aan de wat je zou kunnen noemen zakelijke kant van de organisatie wordt niet getornd.

In Sri Lanka mogen monniken geld niet eens aanraken. Ik vroeg een theravada collega daar hoe hij daar mee omgaat. Ja, zei hij, formeel is dat zo, maar we moeten ook praktisch zijn. Ik vraag contributie voor het volgen van een cursus, in plaats van dana. Uitstekend, zei hij. Ik denk dat bezwaren tegen onze aanpak voortkomen uit onze gereformeerde achtergrond. Maar wat maakt het uit of het dana of contributie wordt genoemd. Wij leven liever van de inkomsten van cursisten dan van de bijstand. Ik ben er trots op dat we zoveel toegevoegde waarde generen, dat mensen ons daar voor willen betalen. Maar het is ook belangrijk dat we niet hechten aan wat dan ook. Nadat ik de deuren van mijn eerste centrum in Utrecht had geopend ging het snel crescendo. Het begon net leuk te worden en toen zei Merel, mijn vrouw, dat ze dolgraag naar Denemarken wilde. Oké zei ik, jouw geluk is mij alles, als je denkt dat het daar goed is, stop ik met Zen.nl. En ik zou het zo weer doen.’
Zullen boeddhistische historici over honderd jaar zeggen dat Zen.nl een eigen boeddhistische richting is geworden, naast de al bestaande tradities?
‘Dat zou best wel eens het geval kunnen zijn dat ze dat zo zien. Maar we zijn we niet anders, want wat we doen is gewoon klassiek zen. De avonden die wij organiseren zijn gestoeld op de avonden zoals we die in Japan in de lekentraditie meemaken. We doen precies hetzelfde. Waar we wel anders in zijn is onze organisatie en methodiek. Daarom krijgen we ook veel navolging. Dat vind ik prima want ik heb het in Japan ook maar van anderen geleerd. In Amerika gaat het redelijk de kant uit zoals wij die hebben als Zen.nl. Ze zijn daar wel meer op kloosters georiënteerd, een klooster met schooltjes. En ik heb meer schooltjes maar nog geen klooster, daar zijn we wel mee bezig. In zekere zin denk ik dat we uniek zijn, net als jij.’