Toen ik een klein kind was vertelde mijn moeder mij dat er een oude man was die zo moe was dat hij die avond afscheid zou nemen en opgevolgd zou worden door een jong mens. Laat in de avond werden mijn zusjes en broers wakker gemaakt om het verschijnsel mee te kunnen maken. Met veel gesis en geknal op straat vertrok de oude grijsaard en nam zijn opvolger het gezag over het bestaan over. De schepen in de Rotterdamse haven onderstreepten met hun monotone en minutenlange geloei van scheepshoorns het ceremonieel.
Het voor mij wonderlijke was dat er na de machtswisseling niet zoveel veranderde, maar dat nam ik mijn moeder niet kwalijk. Arm bleef arm en de rijken werden steeds rijker. Er was oorlog en vrede. Mensen werden geboren en stierven. Het werd lente, zomer, herfst en winter en weer werd er op een avond afscheid genomen van een vermoeide grijsaard. Die, zo besefte ik later, een illusie was.
Wij mensen staan, als we onze kalender aanhouden, nu aan het begin van een nieuw jaar. Met onze wensen en verlangens, vreugde en verdriet. Veerkracht en moeheid.
Wat ik u toewens is een lang en gelukkig leven waarin uw wensen vervuld zullen worden. Een leven en contact met echte mensen die elkaar vast kunnen houden en troosten in tijden van tegenspoed, als het leven grauw lijkt. Hun hart verheffen en niet hun iPhone, zoals paus Franciscus het onlangs opmerkte. En met elkaar de vreugde vieren als het geluk ons lijkt toe te lachen.
Dat wens ik u van harte toe. In liefdevolle vriendelijkheid. Op weg naar de verlichting, via de middenweg.
Een mooi 2018.
Joop Hoek
uitgever van het Boeddhistisch Dagblad.