Tot diep in de nacht spraken meester Longtan en monnik Deshan over zen. Ten slotte zei de meester: ‘Zullen we er een punt achter zetten?’ De monnik maakte een buiging, keek door de blinden naar buiten en zei verrast: ‘Het is pikkedonker.’Longtan stak een papieren kaars voor hem aan. Toen Deshan zijn hand uitstak, blies de meester de kaars uit. Op dat ogenblik zag de monnik het licht.
Longtan merkte dat er iets veranderd was en zei: ‘Zeg het!’ ‘Nooit zal ik meer twijfelen aan de woorden van de grootste zenmeester onder de zon!’ riep Deshan opgetogen.
De volgende dag besteeg Longtan het podium en zei: ‘Een van u heeft slagtanden als zwaarden en een bek vol bloed. Op een dag zal hij de hoogste piek bestijgen en de weg voor ons ontsluiten.’
Deshan trad naar voren met een stapel van zijn commentaren op de Diamantsoetra, wees ernaar met een fakkel en verklaarde: ‘Zelfs de meest omvattende doctrines zijn nog geen haartje in het heelal. De grootste geheimen van de leer zijn nog geen druppel op een gloeiende plaat.’
Daarop verbrandde hij zijn aantekeningen, maakte een buiging voor de meester en vertrok.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.