‘De discussie over of de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) wel of niet alle boeddhisten in Nederland vertegenwoordigt, is volstrekt zinloos. Vakbonden en politieke partijen die een minderheid in de samenleving vormen en met hun leden nog geen drie voetbalstadions kunnen vullen, bepalen toch ook wat er in Nederland gebeurt. De overheid wil gewoon een gesprekspartner. Voor het boeddhisme is dat de BUN. Dat heeft niks met democratie te maken maar wel met een praktische omgang.’
Drs. Jacques den Boer, kenner van de ontwikkeling van het boeddhisme in Nederland en bestuurslid van de Stichting Vrienden van het Boeddhisme (SVB), vindt de discussie over het bestaansrecht van de BUN verloren energie. ‘De overheid weet dat niet alle boeddhisten in ons land lid zijn van de BUN. Dat is ook niet belangrijk. Dat geldt ook voor Joodse, christelijke en moslimorganisaties. De moslims kennen wel vier wetsscholen en dat geldt ook voor het christendom. De BUN representeert voor die overheid het boeddhisme in Nederland. Zolang er uit de achterban, de leden, geen serieuze geluiden zijn te horen dat het anders moet, is het geluid van de BUN aanvaardbaar, dat het klinkt zoals het zou moeten klinken.’
Den Boer vindt dat ongeorganiseerde boeddhisten- of ongebonden boeddhisten zoals ze door sommigen genoemd worden, niets te zoeken hebben bij de BUN. ‘Het is een koepel van en voor boeddhistische organisaties. Dat is helder en klaar. Ik weet dat een handvol mensen, zoals Rob Hogendoorn, daar anders over denken, maar dat is kletskoek. Ik ga er vanuit dat de BUN automatisch de belangen van alle boeddhisten in Nederland zal behartigen, of ze nou lid zijn of niet. Dat zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn. De BUN staat voor alle tradities binnen het boeddhisme, en niet voor de particuliere belangen van individuele boeddhisten.’
Binnen en buiten de BUN is er een discussie gaande over wat de BUN voor de leden, de sangha’s kan betekenen, en wat de sangha’s voor de BUN kunnen betekenen. Is dat zinvol?
Den Boer: ‘De BUN is niet zo belangrijk voor de ontwikkeling van het boeddhisme in Nederland. Daar zorgen de honderden sangha’s wel voor. Die houden zich bezig met de dharma. Sangha’s zijn niet wereldvreemd, ik geloof dat Rigpa alleen al in Nederland drieduizend leden heeft en internationaal vertakt is. Die hoef je op dat gebied niets te leren. Maar de meeste boeddhistisch organisaties zijn erg in zichzelf gekeerd en bezig met het ontwikkelen van hun eigen organisaties en dat soort dingen. De BUN zou namens hen de stem van boeddhistisch Nederland kunnen zijn en zich als zodanig presenteren in bijvoorbeeld publieke optredens.
In contacten met de overheid, het onderhouden van contacten met interreligieuze organisaties, de moslimraad, de Raad van kerken, maatschappelijke organisaties, het onderwijs, daar zou de BUN positief tegenover moeten staan en een belangrijke rol kunnen vervullen. Dat doet ze ook al. Er is een behoorlijk speelveld, op diverse niveaus. Hier ligt een taak voor de BUN, het onderhouden van de contacten met de buitenwereld. Andere organisaties te voeden met informatie over de ontwikkeling van boeddhistisch Nederland. En dingen in beweging te zetten, zoals via de BZI met de boeddhistische geestelijke verzorging in gevangenissen is gebeurd, een uitstekende zaak.
Dus ontwikkelen op generaal niveau maar ook de representatieve functie uitoefenen. Je gezicht laten zien op een door de Staten Generaal georganiseerde bijeenkomst rond Prinsjesdag. De BUN zou ook als een databank kunnen fungeren, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting voor sangha’s. Er staan al behoorlijk wat kerken leeg in ons land, daar zou de BUN de sangha’s op kunnen attenderen. Of een faciliterende rol kunnen vervullen, bijvoorbeeld bij grote evenementen.’
‘Wat de BUN niet moet doen is bijvoorbeeld een Boeddhadag organiseren. Zaken die de leer betreft, daar moet de BUN buiten blijven. De koepel moet niet krampachtig allemaal dingen willen doen, zie maar wat er op je afkomt. En niet ten onder gaan in allerlei regeltjes. Op verzoek van nu oud-bestuurder van de BUN, Johan Niezing, woonde ik eens op ministerieel niveau een bijeenkomst bij over zoiets als hulp aan onderwijsinstellingen in Afrika op het gebied van democratisering en staatsrechtelijke instellingen. Ik dacht wat doe ik hier, waar bevind ik me in? Al die regelgeving. Ik heb toen op basis van de vier brahmavihara’s, de boeddhistische deugden, een advies geproduceerd. Dat was mijn leidraad en die zou dat ook van de BUN kunnen zijn.’
‘De BUN is nu weer toegetreden tot de EBU, de Europese organisatie van nationale boeddhistische clubs. De BUN zal heel kritisch met dat lidmaatschap om moeten gaan. Van het begin af aan heb ik me afgevraagd wat voor rol de EBU op het gebied van het boeddhisme zou kunnen spelen. In elk land gaan ze anders met het boeddhisme om. Waar de BUN zeker meer bemoeienis mee zou moeten hebben is met de Boeddhistisch Omroep Stichting (BOS). Twee belangrijke spelers in het boeddhistisch landschap. De contacten tussen BUN en BOS zouden zeker niet vrijblijvend moeten zijn. Duidelijk moet zijn dat de BOS er ook voor een zich al of niet ontwikkelend boeddhistisch publiek is en daar de programma’s op af zou moeten stemmen. Er moet nog veel gebeuren maar voor mij is duidelijk dat de BUN moet blijven.’
Het interview met Jacques den Boer vond plaats voordat VVD en PvdA hun regeerakkoord presenteerden en het korten op de zogenoemde 2.42 omroepen nog niet aan de orde was.
Lees ook het interview met BUN-bestuurder Humphry Versloot
Rob Hogendoorn zegt
Wat is de (journalistieke) functie van het vermelden van mijn naam, vraag ik me (niet voor het eerst) af?
Ben ik zonder te weten in het archetype van de bekende boeddhist veranderd? Vertel dat vooral niet aan mijn vrouw en kinderen, die lachen zich suf!
Naar de maatstaven van Den Boer zou de BUN met drie leden al representatief zijn: één zen, één tibetaans boeddhistisch en één theravada, klaar. Maar die vlieger gaat niet op.
Den Boer zou wat minder op zijn eigen autoriteit en (automatische) aannames moeten leunen, denk ik, en wat meer op feiten en argumenten.
Neem nu de moslims: zij worden door de Mediawet gedwongen uit hun midden één (en niet meer dan één) contactorgaan aan te wijzen.
Dat lukt niet, en dat is geen wonder gegeven de heterogeniteit van de islam.
Gevolg is wel dat de moslims geen 2.42-omroep gegund is.
In 2009 dienden maar liefst vijf moslimorganisaties een zendmachtigingsaanvraag in. De reden? Geen van hen slaagde erin aan te tonen uniek representatief voor de gehele islam te zijn.
Hoezo: ‘De discussie over of de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) wel of niet alle boeddhisten in Nederland vertegenwoordigt, is volstrekt zinloos.’?
Dat hadden die vijf moslimkoepels ook best als argument willen aanvoeren.
Ook die vlieger van Den Boer gaat dus niet op.
In feite bevestigt Den Boer expliciet dat de representativiteit voor het boeddhisme van de BUN vooral rust op het gebrek aan belangstelling van de rest van de boeddhistische gemeenschap.
De feiten zijn: de BUN is niet uit het midden van de -minstens even heterogene- boeddhistische gemeenschap gekozen. Ze heeft zichzelf op het schild gehesen.
En dat legitimeert helemaal niets.
Niet voor niets staan juist de door Den Boer genoemde voorbeelden -vakbonden en politieke partijen- om precies dezelfde reden ter discussie.
Daarnaast: Van Den Boer ‘moet’ er vooral heel erg veel, maar hij laat na te onderbouwen waarom. Hoe zijn boeddhisten geholpen, met al die zaken die van Den Boer ‘moeten’? Wat hebben al die zaken die ‘moeten’ met boeddhisme te maken?
Het nieuwe regeerakkoord heeft vergaande consequenties voor de door Den Boer veronderstelde greep die de BUN op de BOS heeft.
Zijn hoop is ijdel. Zodra alle kabinetsvoornemens een feit zijn houdt niet alleen de BOS als omroeporganisatie op te bestaan, zij heeft ook geen eigen inkomsten meer.
Vanaf dat moment bepaalt de VPRO hoeveel geld er aan boeddhisme wordt besteed, en hoe dat gebeurt. VPRO-voorzitter Lennart van der Meulen liet er geen misverstand over bestaan. De BUN krijgt binnen de VPRO-Human-BOS combinatie geen enkele bestuurlijke inbreng.
Den Boer zegt uitdrukkelijk dat de BUN moet blijven. Ik maak daar uit op dat haar bestaansrecht nog steeds ter discussie staat.
Rob Hogendoorn zegt
Korte aanvulling:
‘In 2009 dienden maar liefst vijf moslimorganisaties een zendmachtigingsaanvraag in. De reden? Geen van hen slaagde erin aan te tonen uniek representatief voor de gehele islam te zijn.’
moet zijn
‘In 2009 dienden maar liefst vijf moslimorganisaties een zendmachtigingsaanvraag in. Ze werden alle vijf afgewezen. De reden? Geen van hen slaagde erin aan te tonen uniek representatief voor de gehele islam te zijn.’
alluman zegt
Jacques den Boer stelt dat de discussie over wie de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) vertegenwoordigt volstrekt zinloos is.
Onzin, want de discussie gaat over de organisatie van boeddhisme in Nederland, niet alleen over de BUN. En dat is zeker een zinvol onderwerp.
Zie voor een uitgebreide onderbouwing mijn blog: http://boeddhaboeddha.wordpress.com/2012/11/01/discussie-over-boeddhistische-unie-nederland-bun-zeker-niet-zinloos/
Henk Molenaar zegt
Dat maar twee mensen reageren lijkt me evident…