Voor ik een ontmoeting had met het zenboeddhisme was er al heel wat water door mijn levens-zeetje gestroomd. Ik kwam al snel tot de ontdekking dat elk mens hetzelfde wil, wat met een simpel woord te omschrijven is als geluk. En in het najagen en de hebzucht naar dit ‘geluk’ doen we alles om aan de top te komen. Ik was er al heel snel achter dat geluk ten koste van een ander niets anders dan eenzaamheid oplevert. Maar erger, dat het haat afgunst en jaloezie veroorzaakt. Wat dat betreft had ik mijn lesje snel geleerd, maar ik was nog lang niet uitgeleerd.
In plaats van op mijzelf te richten begon ik naar de mensen om mij heen te kijken. Maar besefte al gauw dat IK naar de anderen keek, zo kon ik nooit objectief zijn, het zou altijd een gekleurde kijk blijven. Ik zou ten alle tijden toch voor mijzelf kiezen. Let wel dit alles en alleen maar vanuit mijn hebzucht in het najagen van geluk. Dit is de vloek der mensheid, ik ken niemand, maar dan ook niemand die hier niet mee bezig is. Het ligt ten grondslag aan het leven zelf, het leven zelf is de voorwaarde voor geluk. Dit is onacceptabel, ik begon mij af te vragen: Wat is geluk? Geluk is onstabiel het komt en gaat op de meest onverwachte momenten. Zodra er ongelukkige personen in mijn omgeving waren nam mijn geluksgevoel af. Geluk en ongeluk zitten aan elkaar vastgeklonken zoals de voor- en achterkant van een muntstuk.
Ik zat behoorlijk met mijn hebzucht in mijn maag, ik wou dat ik mijzelf kon vergeten. Dat ik alle emoties langs mij heen kon laten gaan. Ik wou dat ik weer verliefd was, als ik verliefd ben denk ik alleen aan de ander en niet aan mijzelf. Maar verliefdheid komt en gaat ook, het is onmogelijk om je hele leven verliefd te zijn. Dus probeer ik maar om van het leven te houden, ook van rotzooi die ik in mijn schoot geworpen krijg. Ik hoop dat ik zo mijn hebzucht kan loslaten, dat ik zelfs mijn loslaten kan loslaten, en simpelweg alleen maar kan houden van alles en iedereen. Maar niemand in mijn omgeving snapte waar ik het over had, althans dat was mijn conclusie. Dus toen een vriend mij aanraadde om zen te gaan doen, dacht ik: Het zal wel. Het duurde minstens twee maanden voor ik schoorvoetend zijn advies opvolgde. En wat een verademing, ik was niet gek, of althans er waren er net zo gek als ik. Ik kon met ze praten en ze deden alsof ze mij begrepen, of ze begrepen mij misschien wel. Van af hier werd het een rollercoaster, en mijn honger naar de dharma…, laat ik het zo zeggen in de Efteling zou Holle Bolle Gijs jaloers op mij zijn geweest zijn. En nu, bijna veertig jaar later ben ik blij dat ik het nog steeds niet onder de knie heb, ik ben nog steeds aan het leren. Ik heb wel uitzicht op mijn inzicht maar ik ben zo blij dat mijn reis geen begin noch eind kent. En sorry als ik fouten en misstappen maak, ik ben nog aan het leren.