Bert, Dennis, Tessy, Bram, Martine, René en Mark zijn naar Japan gegaan voor training. Ik schrijf training omdat het verblijf in een klooster een vierentwintig uurs training is. Tijdens het verblijf in een klooster heb je geen tijd voor dan weer eens hier en dan weer eens daar kijken, je treedt er voor the time being in. Het kloosterritme (of kloosterorde) is zo ingedeeld dat er praktisch geen ruimte voor afleiding is. Je rolt van de ene in de andere activiteit. Denk nou niet dat het regime militaristisch is. Er is hooguit een zachte dwang, maar veeleerder word je gemotiveerd en gestimuleerd. Wat wel een voorwaarde is, je moet honger naar de dharma hebben en leergierig zijn. Met dan weer eens hier en dan weer eens daar te kijken bevredig je alleen je nieuwsgierigheid en kom je geen stap verder.
Waarom reizen zoveel mensen van over de hele wereld naar één plek in Japan om juist daar te gaan trainen? Kunnen ze niet in hun eigen land terecht? Nee, in hun eigen land vinden ze niet wat ze zoeken, omdat daar geen optimale trainingsfaciliteiten zijn.
Bukkoku-Ji is als een witte vlek op de kaart. Door de optimale trainingsmogelijkheden is deze plek geladen geworden. Het effect wat een verblijf in Bukkoku-ji heeft is een louteringsproces. Ordinair gezegd, en ik ben graag ordinair gewoon, is Bukkoku-Ji een spirituele wasmachine. Simpelweg al in de buurt van het klooster wonen heeft al invloed op je. Het spreekwoord ‘waar je mee omgaat word je mee besmet’ is hier voor 100% van toepassing. Dit alles wil niet zeggen dat het klooster Suiren-Ji een mindere of slechtere plek is, in potentie heeft Suiren-Ji de zelfde kwaliteiten als Bukkoku-Ji. Het is ook de intentie om van Suiren-Ji een volwaardig klooster te maken. Maar je kunt niet meer dan de voorwaarden ervoor creëren. Net zo min je een boom kan dwingen te groeien, zo kun je de groei van een klooster ook niet afdwingen. Maar desondanks is elke stap er één.
Dainichi Nonin de grondlegger van de Japanse Daruma zen leefde in de 12e eeuw en heeft meerdere boeddhistische stromingen onderzocht om vervolgens vanuit China overdracht te krijgen. Boeddha is naar het buitenland gegaan om bij verschillende leraren te trainen. Bert, Dennis, Tessy, Bart, Martine, René en Mark zijn naar Japan gegaan omdat ze niet genoeg hadden aan het aanbod in Nederland. Ik zelf heb in het verleden menig religieuze organisatie onderzocht, ik wist ook wat ik zocht, daarom kon ik het ook herkennen. Iedereen weet wat hij of zij zoekt maar heeft vergeten wat het is, alleen tijdens een ontmoeting wordt het herkend. Maar dat is pas het begin, herkenning is de eerste stap op het boeddhistisch pad.