Steeds als men meester Juzhi iets vroeg over zen, stak hij zonder iets te zeggen een vinger op.
Op een dag kon een bezoeker de meester nergens vinden en wendde zich tot de jongste bediende met de vraag: ‘Wat is het dat je meester onderwijst?’ De jongen stak zonder iets te zeggen een vinger op.
Toen Juzhi dat hoorde, liet hij de bediende halen en sneed zonder omhaal diens vinger af. Schreeuwend rende de jongen weg. Juzhi riep hem na en toen hij achterom keek, stak de meester een vinger op. Ineens zag de bediende het licht.
Vlak voordat Juzhi stierf, riep hij de monniken bijeen. Hij zei: ‘Ik dank mijn vingerzen aan wijlen mijn meester Tianlong en het werkt nog steeds.’
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.