Nico Sojun Tydeman (1942), geestelijk leider en leraar van het Zen Centrum Amsterdam (ZCA) blijft in functie nadat hij deze week een jarenlange buitenechtelijke relatie met een senior studente aan zijn sangha bekendmaakte. De vrouw vindt dat Tydeman nee had moeten zeggen tegen deze verhouding en haar daartegen had moeten beschermen. Zij heeft inmiddels de sangha verlaten.
Tydeman laat het aan het bestuur en de andere leraren binnen het ZCA over hem weg te sturen of zijn onderricht voort te zetten. De leraren hebben unaniem laten weten dat zij Tydemans standpunt om als geestelijk leider en leraar aan te blijven steunen. Ook de meerderheid van het sanghabestuur steunt hem daarin en spreekt zijn vertrouwen uit in Tydeman, al vindt zij zijn handelwijze onverstandig.
Het gedrag van Tydeman druist in tegen de ethische regels die veel boeddhistische organisaties in Nederland hebben opgesteld- ook na het bekend worden van het misbruikschandaal van de vipassanaleraar Mettavihari in mei dit jaar, om gedragingen tussen leraar en leerling te regelen. Van boeddhistische leraren wordt verwacht dat zij in hun positie als leraar- er is sprake van een machtspositie, geen (al of niet vrijwillige) verhouding aangaan met studenten of aftreden als leraar als zij die relatie aangaan en voortzetten. Het is niet duidelijk of het ZCA ook ethische regels hanteert en die aan de studenten bekend heeft gemaakt en/of een vertrouwenspersoon heeft aangesteld. Tydeman bleef in ieder geval als leraar actief toen hij de relatie- die duurde van 2010 tot 2013, aanging.
Zeer onverstandig
Afgelopen dinsdag maakte de Amsterdamse leraar in zijn sangha tijdens een dharmales zelf zijn buitenechtelijke relatie bekend. Die volgens hem met wederzijdse toestemming is begonnen in 2010 en eindigde in 2013. Alle leraren en bestuursleden stelde hij eerder op de hoogte.
Tydeman zegt als leraar zeer onverstandig te zijn geweest. ‘Ik heb een tijdlang overwogen om als geestelijk leider en leraar van het ZCA ontslag te nemen. Maar gaandeweg kwam ik tot de conclusie dat ik daarmee weg zou lopen en de sangha aan zijn lot zou overlaten. Ik kwam tot een tegenovergesteld standpunt: ik sta voor mijn onderricht inclusief mijn fouten, gebreken en zwakheden. Tijdens de sesshin in Vught, de afgelopen week, heb ik gekozen voor het thema ‘Leven en leer van de Boeddha’. Ik ben een leerling en volgeling van de Boeddha en ik geef krachtens de lijn van opvolging waarin ik sta, in zijn naam onderricht. Ik sta ook voor mijn onderricht en onderzoek inzake de waarde van de mystieke tradities, niet alleen voor mijzelf en mijn leerlingen, maar ook voor het welzijn van de wereld. Ik betreur het dat mijn gedrag zoveel zorgen en gevoelens oproept. Niet in de laatste plaats jegens mijn vrouw. We zijn samen en we blijven samen.’
Onethisch gedragen
De studente met wie Tydeman een relatie aanging vertelde hem in mei van dit jaar dat ze weg wilde bij de sangha en bij Tydeman als leraar. In een verklaring van de leraar zegt zij ‘los te willen komen van een emotionele afhankelijkheid (van Tydeman jh) en het zenpad.’
Zij wees de leraar erop dat hij zich in tweeërlei opzicht onethisch had gedragen: Tydeman had nee moeten zeggen tegen hun verhouding, als leraar had hij haar daartegen moeten beschermen. Zij verwijt Tydeman ook dat hij verzuimde in te grijpen, nadat ze hem verteld had, dat zij zich door enkele leden van de sangha gepest voelde. De studente wil dat Tydeman deze twee punten openbaar maakte, niet alleen aan de kring van vertrouwelingen, maar ook daarbuiten.
Tydeman erkent dat hij deze relatie niet aan had moeten gaan. ‘Ik meende oprecht dat het liefde was, maar zie nu in dat ik als leraar een grens heb overschreden. Ik erken ook dat ik het conflict met haar met de sangha heb onderschat.’
Etische richtlijnen
Verschillende sangha’s hebben ethische richtlijnen opgesteld, mede naar aanleiding van het misbruik en schending van vertrouwen door de vipassanaleraar Mettavihari, waarover het Boeddhistisch Dagblad en de NOS in mei van dit jaar berichtten. Onder andere de stichting inzichtmeditatie (SIM) heeft ethische richtlijnen opgesteld.
Daarin staat onder meer: ‘We verbinden ons aan de richtlijn om niet te liegen.(…)We cultiveren aandachtige en heldere communicatie en we cultiveren de kwaliteiten van liefdevolle vriendelijkheid en eerlijkheid als basis voor ons spreken.
We verbinden ons aan de richtlijn om af te zien van seksueel wangedrag. We veroorzaken geen leed door verkeerd seksueel handelen of door seksuele uitbuiting of door het aangaan van een seksuele relatie die buiten de grenzen liggen van relaties die we zijn aangegaan. Degenen van ons die geloften van celibaat zijn aangegaan zullen zich daar aan houden. We zullen ons allemaal onthouden van het misbruiken van de positie of autoriteit teneinde een seksuele relatie met een deelnemer aan te gaan.
Gezonde relaties zijn binnen de gemeenschap wel mogelijk, maar het vereist een zeer grote mate van zorg en aandacht. In dit geval zijn de volgende richtlijnen cruciaal:
- Een seksuele relatie tussen leraar en leerling is nooit passend.
- Tijdens retraites of formeel onderricht is iedere toespeling op een toekomstige romantische of seksuele relatie ongepast.
- Als zich in de loop van de tijd een gezonde en eerlijke relatie ontwikkelt tussen een leraar en een leerling dan dient de formele leraar-leerling relatie beëindigd te zijn voordat men verder gaat op het romantische pad. Zo’n relatie dient met uiterste zorgvuldigheid en terughoudendheid aangegaan te worden en in geen geval net na een retraite. Een periode van minimaal drie maanden na een formele lessituatie dient in acht te worden genomen. Er dient dan duidelijk begrip te zijn bij beide partijen dat de formele leraar-leerling relatie beëindigd is en er welbewust gekozen wordt voor een relatie waarin men als liefdespartners met elkaar wil omgaan.’