In ballingschap levende Tibetanen in Dharamsala, India, beweren dat China de onderdrukking van de rechten van Tibetanen in verband met de 50e verjaardag van de Tibetaanse Autonome Regio (TAR) heeft opgevoerd. China regeerde Tibet met een ijzeren vuist sinds Chinese troepen het land bezetten in 1950, maar het Tibetaanse centrum voor mensenrechten en democratie (TCHRD) zegt dat de veiligheidsmaatregelen nu extreem zijn.
Publieke plaatsen zoals restaurants en hotels zijn onder toezicht geplaatst en het verkeer en de activiteiten van de Tibetanen zelf aan strenge regels onderhevig. Postdiensten in de regio moeten voldoen aan strenge veiligheidsregels. De TAR werd opgericht op 1 September 1965 nadat het Chinese leger in 1949 Tibet aanvielen. Tibet tekende in 1951 een overeenkomst met China waarna de Tibetaanse regering werd omgebouwd tot een lokale overheid.
Tibetanen in ballingschap zeggen dat de maatregelen slechts tactiek zijn van China. Door de Tibetaanse gebieden in tweeën te splitsen maakt China zich schuldig aan een verdeel en heers beleid. De viering van het vijftigjarig bestaan van de TAR is volgens ballingen pure propaganda van de Chinese regering. De verbannen Tibetanen in Dharamsala zeggen dat de jubileumfeesten de slechte mensenrechtensituatie van hun dierbaren in hun vaderland hebben verergerd.
Aan reizen, religieuze bijeenkomsten en vergaderingen zijn beperkingen opgelegd. Tibetanen zijn verplicht om de Chinese vlag te hijsen en portretten van Chinese leiders in hun huizen op te hangen en deel te nemen aan door de staat georganiseerde bijeenkomsten. China beweert Tibet te hebben bevrijd, maar de Tibetanen ervaren dat anders.