Het Boeddhistisch Dagblad heeft binnen-en buiten zorginstellingen informanten die hun ervaringen in de zorg willen delen met de lezers. Ze doen dat anoniem- om hun belangen en dat van anderen niet te schaden. Vandaag een verhaal over een wijkverpleegkundige, met gebroken dienst en een verstoord leefritme de patient van de toekomst.
Oudere mensen slapen slecht, is een gezegde. Ik geniet weliswaar al een aantal jaren van mijn pensioen, maar voel me nog niet echt oud. Toch gebeurt het de laatste tijd steeds vaker dat ik al rond een uur of vijf wakker wordt. Dat is echter niet vanwege een gebrek aan slaap, maar door het geluid van een startende auto.
De laatste jaren werkt onze buurvrouw in de wijkverpleging. In mijn herinnering was dat een zuster die in ons dorp woonde en naast haar verpleging van dorpsgenoten thuis, de huisarts bijstond bij zijn zuigelingenspreekuur. Maar er is veel ‘veranderd en verbeterd’ de laatste jaren.
Onze buurvrouw is, wat men noemt, een gespecialiseerde verpleegkundige in de thuiszorg geworden. Dat betekent dat zij de handelingen moet verrichten bij zieke mensen die thuis verblijven of weer naar huis gestuurd worden, welke niet door andere minder of ongeschoolde thuiszorgmedewerkers mogen worden gedaan.
Dat heet efficiëntie vergroting, ofwel bezuiniging.
Haar wijk is tegenwoordig 18000 km2 en ze doet dit werk in een team van zo’n acht verpleegkundigen die samen een 24uurs dekking garanderen.
In de praktijk betekent dit dat ze om zo’n vijf uur ’s ochtends opstaan en dan op pad gaan naar de eerste patiënten die geholpen moeten worden met infusen, morfinepompen en nog veel meer van dat soort zaken. Tegen twaalf uur zijn ze thuis om een paar uurtje te slapen (als dat gaat in het daagse rumoer), om tegen half vijf ’s middags weer te vertrekken voor de tweede helft van de werkdag. Het komt zeer regelmatig voor dat het reizen in een dienst meer tijd vraagt dan het contact. In een dienst gebeurt het regelmatig dat tussen de ene en de andere patiënt zo’n 8o tot 120 km afstand overbrugd moet worden.
Bij de dienst van collega’s hebben de medewerkers die ‘vrij’ zijn vaak een 24 uurs achterwacht. Dat betekent dat ze twaalf uur direct bereikbaar moeten zijn en in noodgevallen ook beschikbaar om af te reizen en in te springen. De andere twaalf uur zijn ze achterwacht van de achterwacht en mogen ze regelmatig van het thuiszijn in het eigen gezin genieten.
Als ik haar hoor wegrijden wens ik haar in gedachten moed en sterkte en draai me om en trek de dekens over me heen. Ik slaap na enkele minuten weer in.
Dit is de moderne stroomlijning van de zorg en haar bezuinigingen uit de koker van dit kabinet, de Tweede Kamer en de zorgverzekeraars. Deze wijkverpleegkundigen zijn in ieder geval de nieuwe potentiele patiënten door hun verstoord waak- en slaapritme.
En wij geloven allemaal dat dit menselijker en op termijn goedkoper is?