De Boeddha wijdde zijn tweede rede aan een van de moeilijkere begrippen uit zijn doctrine, het ‘niet-zelf’. Hij concludeerde dat het bestaan van een ‘zelf’ een illusie of waanbeeld was, vandaar het begrip ‘niet-zelf’.
Traditioneel werd in het Westen aangenomen dat het ‘zelf’ een centrale, bewuste psychische eenheid is die toelaat om op rationele gronden beslissingen te nemen. Sigmund Freud was de eerste die een alternatief model ontwikkelde, een waarin rationaliteit een beperkte rol speelt. Sindsdien zijn meer geavanceerde modellen verschenen, zoals het concept van de modulaire geest. Dit model leidt in grote mate tot dezelfde conclusie, zij het langs andere wegen, als die van de Boeddha, namelijk dat het ‘zelf’ zoals traditioneel gedefinieerd, niet bestaat. Bovendien helpt het concept belangrijke problematieken zoals gebrek aan zelfbeheersing (zoals verslaving) beter te begrijpen en, onder andere in combinatie met meditatie, efficiënter te behandelen. Hetzelfde geldt voor een beter begrip van de persoonlijke ervaring van het ‘niet-zelf’ door gevorderde mediteerders.
Industrieel ingenieur Freddy Saelens (70) is op vrijdag 3 april te gast in het boeddhistisch centrum Ehipassiko in Antwerpen. Saelens werkte tien jaar als software ingenieur in Zuid-Afrika, Japan en Taiwan, vijf jaar als docent bedrijfskunde in België en Engeland en twintig jaar als bedrijfseconoom in Japan en Nederland.
Saelens: ‘Op jonge leeftijd bestudeerde ik allerlei filosofieën, maar kwam uiteindelijk tot de conclusie dat spiritualiteit niet een kwestie is van ‘weten’, maar van ervaren. Ik beoefende verschillende soorten meditatie (TM, zen, vipassana) met wisselende zij het interessante resultaten. Voor mij bestaat spiritualiteit hoofdzakelijk uit het me meer en meer bewust worden van de psychische vervormingen die het gevolg zijn van mijn persoonlijke geschiedenis, de cultuur waarin ik opgroeide en het feit dat ik gewoon mens ben. Deze invloeden neutraliseren om zo te komen tot mijn ware natuur/aard/identiteit is zonder twijfel een moeizame klus, maar, althans voor mij, een belangrijk levensdoel. En dus blijf ik er verder aan werken.’
Sjoerd zegt
Het bovenstaande verleid mij tot een exercitie om te proberen mijn eigen gevoelens en gedachten van dit moment over dit onderwerp te ordenen. Ik probeer een antwoord te formuleren op hoe ik mijzelf op dit moment tot deze vraag verhoud.
“ZELF”, de titel van het verhaal in een taal waar karakter, eigenschappen en persoonlijkheid door mensen aan zichzelf en elkaar worden toegeschreven.
Een dynamische en gebrekkige kaart in het platte vlak van de taal om de weg te vinden in tijd en ruimte en ons daarin te verhouden tot onszelf, elkaar en de materiële- en bio-psycho-sociale realiteit waarin we menen te leven en die we voor werkelijkheid houden.
Zolang we onszelf en elkaar eigenschappen blijven toedichten, blijft deze(gedeeltelijke) zonsverduistering ons parten spelen.
Of een zelf al dan niet bestaat lijkt me een onmogelijke vraag, zonder antwoord. Het is een vraag in dezelfde categorie als vragen naar de aard, de reden en de zin van leven en dood.
Ik zie het als vragen die buiten het domein van de taal vallen en die ook niet vanuit dat domein te beantwoorden zijn.
Hetzelfde domein als de vraag naar het bestaan van een god of een boeddha.
Voor het praktisch vinden van de weg in de omgang met onszelf en elkaar is het gebruik van bovenstaande kaart overigens een gebrekkig, maar op dit moment nog onmisbaar instrument om de weg te vinden.
Kees moerbeek zegt
Die Mara toch :-)
Sjoerd zegt
Die Mara past in de orde van Wittgenstein: ” Waarover wij niet kunnen spreken, daarover zullen wij zwijgen.”