Het Wereldmuseum in Rotterdam, met tot nu toe een prachtige en grote collectie esoterisch-boeddhistische kunst, is aan het ontzamelen. Zo’n negentig procent van de collectie gaat de deur uit. Volgens directeur Stanley Bremer blijven alleen de goede stukken –‘een kerncollectie van topstukken’- behouden en worden die zichtbaar voor het publiek. De huur van het depot is met ingang van volgend jaar opgezegd. Bremer verwacht van de ongeveer honderdduizend stukken die achter de deuren van het depot liggen opgeslagen, er tussen de tien en vijftienduizend voor het museum te behouden.
Coördinator wetenschap E. de Bock van het Wereldmuseum: ‘Wat we nu aan het inventariseren zijn en willen afstoten betreft voornamelijk toeristisch spul. Bijvoorbeeld 500 trommels waarvan er 480 kapot zijn. Of een verzameling van 5000 speren, ooit geschonken door instanties in Nederlands Nieuw Guinea. Waar de roest van afbladdert. Zo’n zestig jaar geleden bij ons aan de voordeur afgegeven en sindsdien in depot opgeslagen. Wij zijn een Aziatisch kunstmuseum geworden en die zaken passen alleen daardoor niet meer in onze collectie. Ook kijken we naar de opslagkosten in relatie tot de kunsthistorische waarde van deze objecten.’
Kunstliefhebbers en conservatoren van andere volkenkundige musea maken zich grote zorgen over de opruimwoede van het Wereldmuseum. Volgens hen staan waardevolle en unieke stukken op de door het museum samengestelde lijst van af te stoten objecten. Stukken waarvan het betreuren zou zijn als die in handen zouden komen van buitenlandse musea. De Bock benadrukt dat eerst met collega-musea in Nederland wordt overlegd over het onderbrengen van wat hij noemt toeristisch spul of objecten die niet meer bij de nieuwe opzet van het Wereldmuseum passen. De gemeente Rotterdam, eigenaar van het museum, heeft het laatste woord over het ontzamelen van het museum. Maar het ziet er niet naar uit dat het ‘toeristisch spul’ behouden blijft voor de Maasstad. Een gemeentelijke woordvoerder woordvoerster noemde het in De Groene Amsterdammer ‘bulk’, spullen zonder cultuurhistorische waarde voor Rotterdam.
Via de Stichting Vrienden van het Wereldmuseum zijn de laatste jaren al tal van islamitische kunstvoorwerpen verkocht uit de collectie . De resterende Aziatische objecten in het museum zijn in bruikleen van de Stichting Bodhimanda, een stichting ter bevordering van het boeddhisme. Voorzitter Imrat Verhoeven schat dat 75 à tachtig procent van de getoonde collectie eigendom van zijn stichting is.
Het Wereldmuseum heeft een unieke Tibetaans boeddhistische tempelopstelling, op tien mei dit jaar ceremonieel ingewijd door de Dalai Lama. Past die opstelling nog wel binnen het predikaat kunstmuseum? ‘Die blijft tot de topcollectie van dit museum behoren’, verzekert De Bock geruststellend. Ook andere boeddhistische objecten blijft volgens hem, op een enkele uitzondering na, het predikaat ‘toeristisch spul’ bespaard. ‘Vrijwel elke week hebben we contact met Bodhimanda, we zijn als broer en zus. De tempelopstelling blijft zoals die is.’ De Bock benadrukt dat, wat genoemd wordt het ontzamelen in zijn museum, al tien jaar speelt. Het duurt volgens hem zo lang om een selectie te maken omdat experts alle objecten op hun waarde moeten beoordelen. Volgens hem zal het publiek niets merken van het uitdunnen van de collectie. De objecten die worden afgestoten werden volgens hem al nooit tentoongesteld. Opvallend is dat in de zalen van het Wereldmuseum wel boeddhistische objecten te koop worden aangeboden. Zoals een Boeddhabeeld.
Gedurende drie generaties hebben kunstverzamelaars deze authentieke Tibetaanse collectie bijeengebracht. Het Wereldmuseum heeft vier jaar lang gewerkt om deze tempelopstelling te realiseren. De inwijding van de tempelruimte door de Dalai Lama, in mei dit jaar, bevestigt volgens het museum dat deze opstelling voldoet aan de spirituele uitgangspunten van het Tibetaans boeddhisme. De inwijding is volgens het museum een kroon op het werk van zowel de verzamelaars als het museum te noemen. Deze Tibetaanse tempelexpositie is de enige in de wereld die compleet is en toegankelijk voor publiek. Het is een ode aan het spirituele onderwijs.
De schittering van het uitbundige interieur is een eeuwige illusie. Het geeft tegelijkertijd uitdrukking aan een hogere werkelijkheid. De kostbaarste substanties van de materiële wereld zijn hier ter onthechting geofferd. Edele metalen en halfedelstenen, benadrukken het kostbare en verheven karakter van geestelijke kwaliteiten.
Hoewel de overdadig gedecoreerde interieurstukken in schril contrast lijken te staan met de eenvoud en soberheid van Boeddha’s leer, zijn ze voor deze sacrale ruimte dus welbewust gekozen. In deze tempelruimte staan allerlei offerandes en symbolen. Zij dienen om de wens te bekrachtigen, de gezondheid, de levensduur, het grote meesterschap en de zegenrijke invloed te bestendigen van de troonhouder, de Dalai Lama, die met zijn wijsheid en mededogen de toegewijde van zijn toegewijden is, aldus het museum.
De Bodhimanda stichting heeft als doelstelling het verspreiden van kennis over de materiële en immateriële cultuur van het esoterisch-boeddhisme. Dit doet ze door het tonen van de collectie, maar ook door medewerking aan museale tentoonstellingen in binnen- en buitenland. De stichting stimuleert onderzoek evenals publicaties en lezingen naar de cultuur van het esoterisch-boeddhisme. De stichting organiseert geen religieuze activiteiten.
De stichting beheert een collectie esoterisch-boeddhistische kunst die in de loop der jaren met veel liefde is verzameld door een Nederlandse familie van kunstliefhebbers.
De stichting vindt het belangrijk dat de collectie getoond wordt aan een breed publiek. Een bezoek aan het Wereldmuseum neemt mensen mee in een visuele beleving van het Tibetaans en Japans esoterisch-boeddhisme. Bezoekers betreden een wereld vol rituele objecten, sculpturen en schilderingen die worden gebruikt in beide tradities.
De collectie is uniek omdat ze zich richt op de ritualistische cultuur van het esoterisch-boeddhisme door de eeuwen heen en zich niet richt op een specifieke kunsthistorische periode. In het afgelopen jaar was een van de topstukken te zien tijdens de prestigieuze tentoonstelling Bronze in de Royal Academy of Arts in Londen. Ook waren er stukken in bruikleen voor een tentoonstelling in het Afrika museum. De Bodhimanda stichting is het wereldmuseum zeer erkentelijk dat zij met het tonen van de collectie de spirituele benadering van het esoterisch-boeddhisme heeft omarmd.
Door het tonen van de collectie, het stimuleren van onderzoek en andere activiteiten wil de Bodhimanda stichting bijdragen aan een andere vorm van denken over wie we zijn. Ze hoopt dat iedereen de verlichte werkelijkheid ontdekt en daarmee de plaats der verlichting betreedt.
De stichting is door het BD om een reactie gevraagd, maar heeft nog niet gereageerd
Bronnen De Groene Amsterdammer, Bodhimanda stichting.
Erik Hoogcarspel zegt
Het Wereldmuseum is een chique restaurant met een kijkzolder, ik kom er nooit meer. De vitrine met boeddhabeelden is een rommeltje.
Publieksactie Wereldmuseum zegt
Geachte redactie,
Een bijdrage van het Boeddhistisch Dagblad over de ontzameling van het Wereldmuseum had een interessante invalshoek in deze discussie kunnen bieden. Vanuit journalistiek oogpunt is het echter niet mogelijk dit artikel in die discussie te betrekken.
U schrijft:
‘Via de Stichting Vrienden van het Wereldmuseum zijn de laatste jaren al tal van islamitische kunstvoorwerpen verkocht uit de collectie. De resterende Aziatische objecten in het museum zijn in bruikleen van de Stichting Bodhimanda, een stichting ter bevordering van het boeddhisme. Voorzitter Imrat Verhoeven schat dat 75 à tachtig procent van de getoonde collectie eigendom van zijn stichting is.’
De Stichting Vrienden van het Wereldmuseum verkocht tal van Islamitische kunstvoorwerpen die juist niét tot de gemeentelijke collectie behoorden.
Directeur Bremer maakte dit mogelijk doordat hij zelf de dubbelfunctie bekleedde van museumdirecteur en voorzitter van de Stichting Vrienden van het Wereldmuseum. De Raad van Toezicht van het Wereldmuseum heeft Bremer verzocht deze dubbelfunctie te beëindigen – op voorspraak van
wethouder Adriaan Visser. Dit was overigens al bekend voor 14 oktober, de datum van publicatie van dit artikel.
Naast de objecten van de Stichting Bodhimanda, die betrekking hebben op het esoterisch boeddhisme, heeft het Wereldmuseum een eigen Aziatische collectie. Door op vrijwel een gehele etage de objecten te tonen van de Bodhimanda Stichting kiest het Wereldmuseum er expliciet voor niet de objecten te tonen uit de collectie. Wanneer E. de Bock stelt dat de tempelopstelling ’tot de topcollectie van het museum blijft behoren’ verdraait hij de feiten. Alle voorwerpen in de tempelopstelling zijn eigendom van de Bodhimanda stichting – het Wereldmuseum verleent de ruimte om de opstelling te tonen maar is niet de eigenaar.
In uw artikel maakt u gebruik van veel verschillende bronnen. De uitspraak van Imrat Verhoeven is letterlijk overgenomen uit de Groene, maar die bron is niet vermeld. De alinea’s over de tempelopstelling zijn letterlijk ontleend aan de beschrijvingen van het Wereldmuseum,
de informatie over de activiteiten van de Bodhimanda stichting lijken van de stichting zelf afkomstig te zijn.
De enige eigen bijdrage van de verantwoordelijk journalist is het interviewen van de zogeheten Coördinator Wetenschap van het museum, E. de Bock.
Het principe van hoor en wederhoor had in ieder geval toegepast moeten worden op de beweringen van De Bock. Een verzameling van vijfduizend speren kan voor hem toeristische rommel zijn, wereldwijd worden ze erkend als uniek erfgoed van Nieuw-Guinea. Dit vraagt om een zorgvuldige verantwoordelijkheid. Bijna negentig procent van het historisch materiaal erfgoed van Nieuw-Guinea is opgeslagen in Nederlandse volkenkundige musea, het Wereldmuseum bezit hier het meeste van. Navraag bij een expert op het gebied van kunst uit Oceanië had dit kunnen verhelderen.Wanneer De Bock benadrukt dat er met collega-musea wordt overlegd over het onderbrengen van objecten – dient de redactie dit te controleren.Om welke collega-musea gaat het? Hoe verloopt het overleg?
Waarschijnlijk heeft het Boeddhistisch Dagblad voornamelijk de eigen doelgroep willen bedienen met de informatie dat de Boeddhistische verzameling nog in het museum te zien blijft. Maar ook wanneer er voor de eigen achterban wordt geschreven dienen de feiten te kloppen,
beweringen te worden nagetrokken, bronnen te worden vermeld en hoor- en wederhoor te worden toegepast.
Hoogachtend,
Publieksactie Wereldmuseum
Joop Ha Hoek zegt
U heeft gelijk, onze berichtgeving was gebaseerd op publicaties in De Groene en aangevuld met informatie die de op de site van de Bodhimanda stichting vonden. En dat hadden we natuurlijk direct al moeten vermelden. Redactie BD.