Elisabeth (1963) is een boeddhistische bio-boerin. Met een trekker rijdt ze over haar land, maait, zaait en oogst. Ze brengt zelf veulens ter wereld en is heel aards in het omgaan met haar dieren. Liefde en zorg wel, geen sentiment. ‘Mijn twee honden kunnen niet wachten als ik met veel lawaai de staldeuren open schuif. Vrolijk en alert komen de paarden naar buiten. Een frisse herfstbries waait door hun manen. De intersoortelijke roedel trekt richting land. We lopen langs de moestuin en de grafheuvel, daarop ligt nu een dode duif. Een wilgentenen kunstwerk van Mark Schalken leunt bovenop die heuvel scheef tegen de wind in. Die zet de lijn met half vergane gebedsvlaggetjes strak oostwaarts. De paarden schieten er voorbij.’
Het is deze Elisabeth die met een frisse en eigenzinnige boerinnengeest –met de stevige stappers in de klei- vanaf deze week voor het Boeddhistisch Dagblad zo af en toe- het werk op de boerderij gaat voor, dat begrijpt u wel, nieuw uitgekomen boeken gaat lezen. Nee, niet recenseren, dat doen andere geletterden maar. Zij vraagt zich af: Hoe inpasbaar is zo’n tekst in het dagelijks leven, de natuur, de boeddhistische beoefening. Kan zo’n boek ongelezen de grafheuvel op om te vergaan? En de auteur ook? Of nadert de schrijver waar Elisabeth voor staat: met de ploeg bewerkt land, de natte klei glinsterend in het ochtendlicht. Ontvankelijk voor nieuw zaad. De kracht om tot wasdom te komen. Inspirerend tot in de botten. Weg met het bijkans machinale uitgeven van boeken omdat schoorstenen moeten blijven roken Als die klik er is tussen Elisabeth en het boek, leest u het vanaf deze week hier.