Hoe komt het toch, dat u alles bepaalt?
Ik bepaal niets, maar ik bén alles. Alles wat is, ben ik. Alles is ónbepaald, alles is God.
Dus u bent ook bedrog, moord en oorlog?
Ja, alles.., zelfs het niets.
Maar wij leren onze kinderen dat God goed is.
Ja, dat weet ik, want dat ben ik ook. Jullie en dat verhaal. Maar het is niet de werkelijkheid, althans niet de héle werkelijkheid. Ik ben niet goed of kwaad. Ik ben alles. Veel mensen willen dat niet aan, omdat zij de volledige werkelijkheid, die ik ben, niet aanwillen. Ze proberen me tot iets te maken wat hun zint en ze verzinnen de duivel als de tegenkracht. Maar dat is onzin, ik ben alles. Ook het kwaad.
Waarom willen de mensen de hele werkelijkheid niet aan?
Stel die vraag maar aan jezelf Moulina, waarom wil jij de hele werkelijkheid niet aan?
Ik verzet me tegen onrecht, ik kan niet tegen het lijden van anderen. Ik verafschuw oorlog, het primitieve schieten van jonge mensen op elkaar, met generaals op de achtergrond. Ik kan niet tegen het beeld van een hongerend mens. En dichterbij: mensen manipuleren, graaien, verloochenen, etc.
Ja, je verzet je behoorlijk tegen de werkelijkheid. De werkelijkheid – en dat ben ík – is dát mensen liegen en moorden, dát voedsel, geld en werk ongelijk verdeeld zijn en dát kinderen van gescheiden ouders het moeilijker hebben dan andere. Wanneer je werkelijk van mij kunt houden, omárm je deze werkelijkheid en ben je gelukkig. Je houdt dan natuurlijk ook van jezelf, want dat ben ik ook.
Trouwens, die werkelijkheid waartegen jij je verzet, zit ook in jouw zelf. Jij jokt toch ook wel eens? Jij rijdt toch ook auto en draagt daarmee bij aan de vervuiling van mijn wereld? Je verzet je dus ook tegen jezelf.
Ik zie wel dat je tegen inzicht aan zit, want je baalt al behoorlijk van je verzet. Nog één stap en je ziet dat je je eigen lijden aanmaakt. En dan nóg een stap en je bent ervan af.
Maar hoe kan ik gelukkig zijn en met de handen op de rug toekijken naar andermans lijden?
Ieder leeft zijn eigen leven, lijdt zijn eigen lijden en sterft zijn eigen dood. Dat is onderdeel van het menselijk bestaan. En trouwens ook van dat van de dieren en de planten en dan zwijg ik nog over de schepsels elders in de kosmos. Dat wil niet zeggen, dat je elkaar niet mag helpen! Maar wanneer je dat doet omdat je het lijden niet aanvaardt zal het nieuw lijden opleveren, ook bij jezelf. Alleen wanneer je de werkelijkheid omarmt, dus óók het lijden, zal een daad van hulp tot minder lijden leiden. Lijden is werkelijkheid. Dat wil niet zeggen dat het moet voortbestaan. Het heeft alleen geen zin je ertegen te verzetten. Geen mens is sterker dan de werkelijkheid en ik trouwens ook niet, want ik ben het zelf.
Piet Nusteleijn zegt
Interview met God? Het moet toch niet gekker worden.
Wanneer er behoefte is om een dialoog uit te schrijven en het ook nog te publiceren, zeg dan gewoon wie met wie praat.
Met groet.
Joop Ha Hoek zegt
Piet, heb je wel eens gehoord van dichterlijke vrijheid?
Piet Nusteleijn zegt
“Ja, natuurlijk opa!”, zegt mijn kleindochter,”ja natuurlijk, dichterlijke vrijheid”.
En de dichter mag zich vrij uiten. Oké.
Toch wilde iets duidelijk maken. Wanneer we maar doorgaan, ook dichterlijk, met het gebruik maken van “God”, dan blijven te veel mensen geloven dat God meer is dan een dichterlijke vrijheid. Met alle nadelen vandien.
We moeten er maar eens mee ophouden, met dat Godsgedoe.
Dág.