Een van de vele kenmerken die het (zen)boeddhisme en het daoïsme van Lao Zi gemeen hebben is de nadruk op mededogen, (maha)karuna in het boeddhisme, 慈 cí2 (tz’u) in het daoïsme. Ook de door Lao Zi genoemde eenheid (één-voud) en nederigheid alsmede meditatie als middel om deze drie ’juwelen’ te bereiken zijn het boeddhisme niet vreemd.
In de Dharmasamgiti Soetra staat geschreven:
Laat degene die het boeddhaschap wil bereiken niet vele methoden leren, maar slechts één. Welke? Groot mededogen. Degene die groot mededogen voelt, zal alle leringen van de Boeddha kennen alsof hij ze in de holte van zijn hand houdt.
En omgekeerd, iemand die de staat van ontwaakt zijn heeft bereikt, kan niet anders dan groot mededogen voelen voor alle wezens. (ontleend aan ’De Monnik en de Wetenschapper’ van Matthieu Ricard & Trinh Xuan Thuan).
Dit komt overeen met de leer van Lao Zi over mededogen:
Er zijn drie juwelen die ik koester
en waaraan ik altijd vasthoud:
Mededogen is de eerste
Een-voud is de tweede
Nederigheid is de derde (H.67 van de Dao Deh Jing)
In het daoïsme wordt meer dan in het boeddhisme gewezen op het onderscheid tussen het Confuciaanse begrip medemenselijkheid en (groot of waarachtig) mededogen. Medemenselijkheid (altruïsme, liefdadigheid, medelijden) is een morele zaak die je kunt beoefenen met het gevaar van ego-betrokkenheid en schijnheiligheid (zoals belasting ontduikende rijken die liefdadigheid beoefenen). Mededogen in de leer van Lao Zi is een alles en iedereen omvattende, ongeconditioneerde liefde voor al het bestaande, voortkomend uit diepe meditatie, uit een open bewustzijn, uit verlichtingsinzicht. Mededogen beoefen je niet, je bent mededogen. Medemenselijkheid kan je beoefenen, maar zoals bij alle beoefening ligt het ego op de loer. Met medemenselijkheid zoals hierboven beschreven is meestal niets mis, maar zoals Lao Zi tegen Confucius zegt:
Medemenselijkheid en gerechtigheid waren voor de Wijzen van weleer als herbergen, waar je een avond kon overnachten, maar niet lang kon verblijven… Ze maakten soms gebruik van de weg van medemenselijkheid en bivakkeerden soms in de herberg van gerechtigheid, om daarna te gaan zwerven op de heuvel van de vrijheid, zich te voeden op de akker van eenheid. (uit de Zhuangzi 14.V)
In de leer van Lao Zi en Zhuang Zi wordt medemenselijkheid duidelijk onderscheiden van mededogen. Lao Zi in de Dao Deh Jing:
De Wijze houdt zich niet bezig met medemenselijkheid
Waarom niet?
Hemel en aarde (de Dao) houden zich niet bezig met medemenselijkheid
alle verschijningsvormen worden gezien als ‘strooien offerhonden’, als illusie
Dat geldt ook voor de Wijze (H.5)
Als je niet langer beschikt over de DaDao
verval je in medemenselijkheid en gerechtigheid
Dan verschijnen geleerdheid,
spitsvondigheid en hypocrisie(H.18)
Mededogen vind je bij verlichte leraren, Wijzen zoals Lao Zi, Zhuang Zi, de Boeddha, Bodhisattva’s, Christus, Ramana Maharshi (en vele anderen) die vanuit de verlichtingsdimensie de mensheid met een liefdevol mededogen wijzen op de mogelijkheid om boven het aardse uit te stijgen, de eenheid met de Dao, de boeddhanatuur, het goddelijke als universele liefde te bereiken. Zo kent het mahayanaboeddhisme Avalokiteshvara als de Bodhisattva van Groot Mededogen. Verlichte leraren spreken vanuit hun dimensie over de ogenschijnlijke aard van de werkelijkheid. Ze hielpen en helpen de mensheid vanuit hun mededogen met aanwijzingen voor hun leerlingen en toehoorders over het bereiken van de één-voud, de eenheid met de Dao (of Boeddhanatuur, of het goddelijke) via meditatie en de juiste geesteshouding bij het dagelijks handelen, nederigheid.
Dit waarachtig mededogen kan je ervaren bij een verlichte leraar zoals ik dat zelf heb ondervonden bij de advaita- en yoga-leraar Jean Klein. In het boek ‘Het denkend Hart van de Barak’ omschrijft de joodse Etty Hillesum het mededogen wat ze koestert voor haar medebewoners van Kamp Westerbork, maar ook voor de Duitse soldaten die haar op transport zetten. Dit mededogen kan ook opkomen bij diepe meditatie; Matthieu Ricard ziet het zelfs als een kenmerk van juist mediteren.
De zenbeoefenaar Jack Kerouac leert in het boek Dharma Tuig zijn vriend Japhy (de zen-dichter en vertaler Gary Snyder) een mededogend gebed voor vriend of vijand, uit te spreken terwijl je de ogen van diegene om wie het gaat visualiseert:
Even zeer leeg
Even zeer lief te hebben
Even zeer een komende boeddha
In dit artikel vindt u een selectie van uitspraken uit het aan Lao Zi toegeschreven geschrift, de Dao Deh Jing, over de genoemde drie ‘juwelen’.
Mededogen
Mededogen overwint
Door (het volgen van) de Hemel, de Dao,
ontstaat een sterk mededogen. (H.27)
Het mededogen van de Wijze (volgeling van de Dao) geldt voor de gehele mensheid, goede en minder goede mensen:
De Hemel is als een groot net
en zal je niet laten vallen,
hoe vervreemd je ook bent. (H.73)
De Wijze: De goeden behandelt hij goed
de niet-zo goeden ook
Dat is waarachtig goed zijn, innerlijke kracht!
De Wijze beademt de wereld,
(met een glimlach)
zo wordt elk Hart beïnvloed
De mensen richten zich tot hem,
de Wijze schenkt allen zijn kinderlijke glimlach (H.49)
Voor (de volgeling van) de Dao
zijn alle schepselen (even) heilig
De beschermer
van zowel de goede mens
als de minder goede mens
Met juiste woorden kan je veel bereiken
Door eervol handelen kan je steun verlenen
Waarom zou je minder goede mensen afschrijven?
Wie zoekt zal vinden
Wie gezondigd heeft
zal vergeven worden (H.62)
De laatste regels zijn te vergelijken met Mattheüs 7:7-11:
Zoekt en gij zult vinden
Klopt en gij zult worden opengedaan
Een-voud:
Één-voud heeft hier de betekenis van éénheid met de Dao, te verwerven via meditatie.
De Dao, onbenoembaar, alomvattend, alfa en omega.
De Dao die als Dao benoemd kan worden
is niet de ware Dao
De naam waarmee iets benoemd wordt
is niet het ware ding
De naamloze Leegte, het ‘niets’
hierin komen de ’tienduizend dingen’,
alle verschijnselen, tot stand
Benoemd als Vorm, als het ‘iets’
is het de moeder van alle verschijnselen
Wees permanent zonder begeerte, dan ervaar je
het diepe mysterie van het niet-zijn (de Leegte)
Ben je constant vervuld van verlangen, dan zie je
alleen de uiterlijkheden (de Vorm) (H.1)
Wie zonder begeerte en het daarmee samenhangende denken is kan het diepe mysterie van het niet-zijn (de Leegte), de eenheid met de Dao verkrijgen. Dan richt je je als volgeling van de Dao op ‘DIT!’ en niet op ‘Dat’.
De Wijze verblijft in het waarachtige en vermijdt de schijn
Hij richt zich niet op Dat maar op DIT! (H.38)
Pas de juiste methode toe
om je innerlijke sfeer (helend) te beheersen
Wees zo slim niet de strijd (met jezelf) aan te gaan
Hoe weet ik dat?
Door DIT! (H.57)
Toelichting: DIT! staat voor innerlijke schouwing, voor meditatie. Je richt je naar binnen, het waarachtige in plaats van naar buiten, naar Dat, de uiterlijke wereld, de schijn.
De Oude Meester gaf veel aanwijzingen voor meditatie om deze eenheid te bereiken
De Wijze beoefent op een natuurlijke manier
een helende methode van beheersing (van het Zelf)
Hij leegt zijn ‘Hart’, zijn denken/voelen
vult de ‘buik’,
verzwakt begeerte
versterkt zijn botten (H.3)
Toelichting:
Hij leegt zijn ‘Hart’, zijn denken/voelen
Het ‘Hart’, Xin, staat voor het denken/voelen, het Engelse mind. In Lao Zi’s Qing Jing Jing: ‘Maak het Hart grondig leeg dan komt het Zelf tot Zuivere Leegte.’
vult de ‘buik’: Hier mee wordt gedoeld op het energiecentrum in het lichaam even onder de navel, in het latere daoïsme de ‘onderste Dantian’ genoemd, bij Zen de ‘Hara’; bij yoga de tweede (buik)chakra.
verzwakt begeerte: het laten varen van verlangen en begeerte wordt bij alle vormen van meditatie genoemd.
versterkt zijn botten: Tijdens meditatie met concentratie op de ‘buik’, de Hara, voelt het lichaam krachtiger, energieker. Je kunt het ook interpreteren als: ‘Zit als een rots’.
De Wijze hanteert een methode van
helende zelfbeheersing
en richt zich op de ‘buik’
en niet op het ‘oog’
Hij richt zich niet op ‘Dat’
maar vat ‘DIT’ (H12)
De ‘buik’, het energiecentrum onder de navel (Zen: de hara), het ‘oog’, de zintuigen.
De Aloude Meesters van de Dao
hielden zich niet bezig
met het (laten) verwerven van kennis of geleerdheid
maar gaven de voorkeur aan één-voud
Door een ‘helende methode van zelfbeheersing’
voorkwamen zij problemen
Het innerlijke land proberen te beheersen
door middel van kennis en concepten
leidt tot geestelijke armoede
Het innerlijke land beheersen
door kennis te laten vallen is een goede zaak
Dit te begrijpen leidt tot een diep inzicht in de eigen aard,
de hoogste Deh
Wie dit echt begrijpt neemt dit onderzoek (van de Geest)
als maatstaf, als model
Wie voortdurend dit model toepast
kan het diepste inzicht,
de hoogste Deh bereiken
Hoe diep dit inzicht, hoe hoog en verreikend de Deh!
Door dit toe te passen kan je als levend wezen
terugkeren in en meegaan met
de grote doorstroom (de DaDao) (H.65)
Toelichting: deze tekst wordt meestal politiek-filosofisch vertaald als zou het gaan om ‘heersen’ en een ‘staat’ of land: het Chinese karakter Zhi4 kan vertaald worden door ‘heersen’, maar net als in H.3 hierboven ook door ‘beheersen van het zelf’, meditatie. Voor het karakter Guó2 heb ik in plaats van ‘land, volk of staat’ gekozen voor ‘innerlijk land’, zoals Schipper dit weergeeft inde toelichting bij zijn vertaling van de Dao Deh Jing: “Het innerlijke land verkennen is een zeer oude vorm van meditatie”.
Een leerling vroeg Lao Zi hoe een Wijze, een volgeling van de Dao, stand kan houden in een veranderende wereld van de schijn, van de vorm, vol begeerlijke zaken:
Degenen met een hoge mate van zelfbeheersing kunnen het
Zelf bewaren terwijl alle schepselen veranderen
Als er door veranderingen toch verlangens opkomen worden
deze gekalmeerd door hun naamloze eenvoud zonder begeerte
Zonder begeerte, in Innerlijke Rust
Alle schepselen ondergaan verandering maar zij zijn in het Zelf gevestigd (H.37)
Nederigheid
De Oude Meester benadrukt steeds dat een Wijze (volgeling van de Dao) nederig, wars van verwaandheid dient te zijn en het ego, het zijn van een ‘Iemand’, eer en oneer, moet laten vallen:
Eer en oneer zijn met elkaar verbonden
Geëerd worden geeft iemand veel stress
Waarom?
Geëerd worden kan omslaan
in verguisd worden!
Wie het ten deel valt wordt erdoor gebonden
Wie het verliest wordt erdoor gebonden
Het is nu eenmaal zo dat eer en oneer
met elkaar verbonden zijn
Waarom?
Als we zeggen dat geprezen worden
tot veel spanningen leidt,
gaan we er van uit dat er een iemand,
een persoon is (die geprezen wordt)
Begrijp dit: zolang er (nog) een iemand is,
is er sprake van spanningen en lijden
Als er geen iemand meer is, hoe kan er dan nog lijden zijn?
Door eenwording met ‘alles onder de Hemel’,
wordt men daarvoor beschermd
Bij gehechtheid aan je persoon in de wereld
moet je bereid zijn alle verandering in de wereld te ondergaan (H.13)
De Wijze plaatst zichzelf achteraan
en is het meest vooraanstaand
Doordat hij niet zelfzuchtig is
behoudt hij het Zelf
Juist omdat er geen iemand meer is,
kan de Wijze iemand zijn (H.7)
Laat vanuit het Zelf
zaken als macht, rijkdom en zegeningen
ver achter je
Arrogantie die je daaraan ontleent
geeft alleen maar problemen (H.9)
De Wijze is nederig, maar houdt er rekening mee:
dat hij geprezen zal worden
dat hij geducht zal worden
dat hij geminacht zal worden (H.17)
Mensen haten het geplaatst te worden (gezien te worden)
in de positie van wees, geminacht, afgescheiden, arm te zijn
Toch noemen de edele volgelingen van de Dao zich zo
Door zich te verminderen kan men vermeerderen
Door zich te vermeerderen vermindert men (H.42)
Deze uitspraak is te vergelijken met Mattheus 23.12:
“Wie zichzelf verhoogd zal worden vernederd, wie zichzelf vernederd zal verhoogd worden.”
Tot slot tekst 81 uit ‘De Zenmeester die blafte’:
Net als de lege ruimte kent Het geen grenzen.
Toch is Het precies op deze plek.
Hier! Nu!
Diep en helder!
Het spreekt als ik stil ben.
Het zwijgt als ik spreek.
De grote poort van mededogen staat wagenwijd
open om genade te verlenen:
er staat geen menigte in de weg!
Commentaar:
Behalve de menigte in je geest…
Geef een reactie