Elk jaar op 15 februari wordt in iedere tempel in Japan de dood van Boeddha herdacht door rolschilderingen daarover op te hangen en de Bussetsu Ikkyo sutra te reciteren. De Bussetsu Ikkyo sutra bevat de laatste preek van Boeddha. Op het eind van zijn leven bedacht Boeddha dat het niet goed zou zijn uit het leven te vertrekken zonder de monniksorde te hebben toegesproken en zonder afscheid genomen te hebben. Toen Ananda zijn dierbaarste discipel aan hem vroeg:
“ Ik heb u gezond gezien, Ik heb u ziek gezien, Ik heb u zien lijden, en ofschoon bij het zien van uw ziekte en lijden mijn geest vertroebeld werd en niet helder meer was, putte ik niettemin troost uit de gedachte dat de gezegende niet uit dit leven zou vertrekken eer hij voorschriften voor de monniksorde zou hebben nagelaten.”
En Boeddha sprak:
‘Wat verwacht de Orde van mij Ananda? Ik heb de waarheid gepredikt zonder onderscheid te maken tussen de innerlijke en de uiterlijke leer. Ten opzichte van de waarheid heb Ik niets achtergehouden. Als er iemand is die de gedachte koestert “Ik zal degene zijn die de broederschap leidt”, of denken dat de orde afhankelijk van hem is, zo’n iemand zou alles regelen omtrent alle zaken en voorschriften. Ik denk echter niet dat de orde afhankelijk van mij is, en Ik denk ook niet dat Ik de orde leid. Waarom zou Ik dan voorschriften achterlaten?
Ik ben oud Ananda, Ik ben bijna tachtig, mijn jaren zijn op. Net zo als een oude versleten wagen die met veel moeite tot voortbewegen kan worden gebracht, zo kan Ik met veel zorg en moeite mijn lichaam op gang houden. De enige keren waarop mijn lichaam rust heeft is tijdens de meditatie waarin Ik mijn lichaam vergeet. Daarom, Ananda, wees een licht voor jezelf. Vertrouw niet op uiterlijke hulp, vertrouw op jezelf. Houd de waarheid voor ogen en zoek alleen daarin je heil en zoek niet naar hulp van buitenaf.
Je vraagt je misschien af hoe je een licht voor jezelf zou kunnen zijn? Hoe je alleen op jezelf kunt vertrouwen, zonder hulp van buitenaf te aanvaarden? Hoe je vast kunt blijven houden aan de waarheid? Hoe je licht en heil in de waarheid kunt vinden zonder uit te zien naar hulp van buitenaf?
De sleutel hiervoor is: zolang je in je lichaam verblijft, wakker, oplettend en bedachtzaam te blijven zodat je de wereld van smart die uit de begeerte van het lichaam voortkomt overwint.
En, ondanks dat je aan gewaarwordingen onderworpen bent, wakker oplettend en bedachtzaam te blijven zodat je de wereld van smart die uit de gewaarwording voortkomt overwint.
Ook als je denkt, redeneert of voelt, beschouw je gedachten dan wakker, oplettend en bedachtzaam zodat je de wereld die uit de verlangens van denkbeelden, gevoel en redenering voortkomt overwint.
Zij die nu, of na mijn dood een licht voor zichzelf zijn, alleen op zichzelf vertrouwen zonder hulp van buitenaf verwachtend, de waarheid als hun licht zien en daar hun heil in zoekend;
Zij die niet uitzien naar hulp van buitenaf, zij zijn het die het aller hoogste zullen bereiken.
Maar zij moeten een edele honger naar de dharma hebben.’
Op 15 februari herdenken we dat Boeddha het nirvana is binnen gegaan, althans, we noemen zijn dood soms – ‘Boeddha is het nirvana binnengaan’, maar strikt genomen was Boeddha al door nirvana omarmd bij zijn verlichting onder de bodhiboom. Het is dus dubieus om deze term alleen voor zijn dood te gebruiken. Daarom zijn later boeddhisten van twee soorten nirvana uitgegaan. Nirvana-met-lichaam en nirvana-zonder-lichaam. Als we dit idee toepassen kunnen we zeggen dat Boeddha al omarmd was door nirvana met zijn lichaam, terwijl hij leefde. En het nirvana-zonder-lichaam binnenging toen zijn lichaam dood ging.
Maar ik denk dat dit nog steeds een lastig concept is. In de doctrine van twee soorten nirvana is nirvana-met-lichaam imperfect in vergelijking met nirvana-zonder-lichaam. We denken dat, voor zover we een lichaam in deze wereld hebben, we geen perfect nirvana kunnen bereiken omdat het onmogelijk is om alle wanen uit te roeien terwijl we een lichaam hebben. Het houdt in dat we moeten sterven om een perfect nirvana te bereiken of dat we het nirvana in deze wereld moeten opgeven. Is dit echt de boodschap van de Boeddha?
In het mahayanaboeddhisme is er een zin: “Zonder wanen uit te roeien, bereiken we nirvana”. Hier is nirvana geen wereld ergens ver weg van ons, maar een wereld van realiteit waarin we hier en nu leven. De Nehan-e viering is een goede gelegenheid voor ons om een heel belangrijk concept in het boeddhisme, ‘nirvana’, te heroverwegen, je laten leiden door het begrip “dat geboorte en dood nirvana zelf zijn, er is niet alleen geen noodzaak om ze te vermijden, maar ook niets om te zoeken, want dat wordt nirvana genoemd. Als je nu meent dat je niets hoeft te doen, laat ik het zo zeggen. Elke avond reciteert de Jikido, diegene die patrouilleert in de meditatiehal na de laatste meditatie periode de han-sutra.
Iedereen die het pad beoefent luister:
Geboorte en dood zijn de enige zaken die van belang zijn
Tijd verdwijnt als sneeuw voor de zon
Wijd je aan je training en verspil je tijd niet
Voor inzicht in nirvana lijkt training een vereiste om in te zien hoe je lichaam en geest kunt laten vallen. Training moet je niet verwarren met meditatie, meditatie is een onderdeel van je training, al je doen en laten is training, je werk en vrijetijd en ook de tempeldiensten, ceremonies, samu, dood en leven. Er zit geen scheiding tussen, het is allemaal nirvana.
Siebe zegt
De Pali sutta’s zijn niet zo duidelijk vind ik maar het idee schijnt te zijn dat zolang er cognitie is, gevoelens en waarnemingen, is er ook nog altijd een subtiel element van belasting zelfs als in dat cognitieve proces geen hechting meer functioneert.
“They understand: ‘Rebirth is ended, the spiritual journey has been completed, what had to be done has been done, there is nothing further for this place.’
They understand: ‘Here there is no stress due to the defilements of sensuality, desire to be reborn, or ignorance. There is only this modicum of stress, namely that related to the six sense fields dependent on this body and conditioned by life. (MN121)
Het lijkt alsof de sutta’s leren dat dit de ultieme leegte is tijdens dit leven, want in een totale leegte kun je niet functioneren in deze wereld. Er moeten wel waarnemingen zijn.
“And so they regard it as empty of what is not there, but as to what remains they understand that it is present. That’s how emptiness manifests in them—genuine, undistorted, pure, and supreme”
En wat dus tijdens leven blijft, ook voor een Boeddha, zijn gevoelens en waarnemingen die komen en gaan en kennelijk zelfs zonder hechten nog altijd een element van belasting vertegenwoordigen.
Ook sommige hemelse wezens hebben geen lichaam maar dat kun je toch niet gelijkstellen aan nirvana in de sutta’s.
Het gaat dus meer om het nog bestaan van de zintuiglijke domeinen, ook het mentale domein.