Met grote verwondering heb ik de discussie gevolgd na aanleiding van het stuk van André Baets. Kort samen gevat komt het er op neer dat men elkaar in de haren vliegt over de vraag of boeddhisten wel of geen vlees mogen eten. Sommige gaat het er om de bedoeling van Boeddha te verdedigen en bij sommige schemert iets door wat lijkt op angst voor slecht karma.
Welke conclusie ik er uit moet trekken zou ik niet weten maar de boodschap lijkt o.a. te zijn dat je elkaar best wel uit mag schelden als je maar geen vlees eet.
Het is overigens niet de enige keer dat ik met verwondering de reacties gelezen heb. Ik heb inmiddels ook al ontdekt dat als ik niet heilig in reïncarnatie geloof ik me maar beter geen boeddhist kan noemen. Dat doe ik ook niet hoor. Ik ben in mijn denken wel wat door het boeddhisme geïndoctrineerd en zet me er en in mijn vrije tijd voor in dat mensen wat kunnen leren over wat het boeddhisme ons te vertellen heeft. Ik heb daarbij een zwak voor boeddhisme light (soms noem ik het niet eens boeddhisme) omdat je daarmee mensen een heel klein beetje van al het moois wat boeddhisme te bieden heeft kunt aanreiken zonder dat je ze op hoeft te zadelen met een nieuwe identificatie of de vraag wat het ware boeddhisme nu eigenlijk is. Ook graaf ik me bij tijd en wijle als filosoof diep in teksten waar ik jaren geleden werkelijk geen ene jota van begreep. Je had me evengoed het toverboek van Harry Potter kunnen laten lezen. Dit doe ik omdat het boeddhisme een enorme schat aan inzichten herbergt over hoe onze geest werkt en hoe wij tot onze ervaring van de werkelijkheid komen, hoe we ons eigen geluk en ongeluk scheppen.
Daar meen ik onder andere van te begrijpen dat het eten van vlees minder verstorend is voor mijn geest dan de boosheid waarmee ik me druk over wat er gebeurt in de bio-industrie. Dat weerhoud me echter niet om me bij tijd en wijle geraakt te voelen wanneer ik weer eens een plofkipartikel lees. Ik probeer me er daarbij wel rekenschap van te geven dat iedereen die betrokken is bij het ploffen van kippen, net als ik, naar geluk streeft en lijden probeert te voorkomen. Dat ze daarbij het lijden van de ploffende kuikens over het hoofd ziet zal ik ze niet kwalijk nemen, maar als ik ze er op kan wijzen dan doe ik dat uiteraard graag (ik hoef daar niet onaardig voor te worden). Het weerhoud me er ook niet van om nagenoeg geen vlees te eten. In mijn jonge jaren ben ik zelfs enige jaren veganist geweest, ik droeg alleen katoenen kleding, en waar mogelijk biologisch (anders worden er toch weer beestjes dood gespoten).
De kentering kwam toen ik mensen ontmoette die niet eens naar trommel muziek mochten luisteren (een trommelvel is van leer) en ik af en toe in uithoeken van deze wereld was waar mensen uit gastvrijheid vlees voor me bereidden en geen taal spraken waarin er een woord voor vegetariër bestond. Zowel de extreme veganist als de gastvrije onbekende deden dat vanuit een groot hart. Om niet ten onder te gaan aan mijn eigen rigiditeit heb ik het toen opgegeven.
Boeddhisme biedt mij een weg om mezelf te bevrijden van die rigiditeit en van onnodig lijden door wat ik me allemaal in mijn kop haal. Ik kan me druk maken over het karma dat ik me op de hals haal door vlees te eten, of de vliegen op de voorkant van de trein gaan tellen om te weten hoeveel karma ik daardoor nog te zuiveren heb, een feit is dat ik leef en dat alles in het leven gepaard gaat met lijden (mijn eigen lijden en dat van anderen). Ik heb diep respect voor iedereen die probeert om dat lijden te beperken, maar nog meer respect heb ik voor degenen die proberen om geluk te verspreiden.
Ten overvloeden: ik hecht er niet aan of dit boeddhistisch genoeg is of niet, ik hoop alleen hiermee mijn verwondering over te brengen.
Menno Prins zegt
Gaarne sluit ik mij bij hetgeen is gezegd aan. Ook ik ben vroeger jaren strikt vegetariër geweest; maar dat heb ik opgegeven toen ik merkte dat dit zeer regelmatig conflicteerde met andere minstens evenzo belangrijke waarden. Nu ben ik flexitariër die zich eveneens drukker maakt om bio-industrie dan “welles/niets” kwesties. Wat ik heb geleerd is dat “juist handelen” nooit kan bestaan uit “nooit dit” of “altijd dat”.
Michael Hoek zegt
“Daar meen ik onder andere van te begrijpen dat het eten van vlees minder verstorend is voor mijn geest dan de boosheid waarmee ik me druk over wat er gebeurt in de bio-industrie.”
Draait het allemaal om jou?
“Ik kan me druk maken over het karma dat ik me op de hals haal door vlees te eten,”
Draait het allemaal om jou?
Robert Keurntjes zegt
Ten aanzien van je eerste vraag zou ik zeggen: zeker niet, maar de staat van mijn geest heeft wel invloed op hoe ik met anderen om ga. Met een rustige staat van geest veroorzaak ik minder lijden dan met een geest vol boosheid.
Ten aanzien van de tweede vraag: zeker niet, dit is ook enkel het begin van een langere zin, waarmee ik wil zeggen dat mezelf druk maken over mijn eigen karma niks verandert aan het lijden in de wereld. Dat lijden is er en dat kan ik niet volledig oplossen. Ik kan er voor zorgen dat ik voor mezelf en anderen (mens en dier) zo min mogelijk lijden veroorzaak. Meer traditioneel is de oplossing voor het lijden het bereiken van de verlichting, en voor de Mahayana boeddhist geldt daarbij als ideaal om alle anderen eerst naar de verlichting te helpen en pas als laatste mezelf.
Henk Molenaar zegt
Het is jammer dat ik geen inhoudelijke argumenten hoor van de vleeseters en het is inderdaad ook jammer dat je als vegetarier zelfs in hoog opgeleide boeddhistische kringen bijna structureel aangevallen wordt. Soms lijkt het erop dat bodhicitta alleen een aspiratie is en niet in actie wil komen…
Robert Keurntjes zegt
Henk, het ging mij in dit stuk niet om argumenten voor of tegen vlees eten. Ik heb diep respect voor iedereen die vanuit een zorgzame motivatie vegetariër is. Ik hecht echter meer aan die zorgzame motivatie dan aan het al dan niet vlees eten. Vandaar dat ik verwonderd was over de discussie waarin de zorgzame motivatie bij sommige afwezig leek te zijn terwijl ze wel aan het pleiten waren voor vegetarisme.
Stefanie zegt
Dit verhaal kende ik van Kalu Rinpoche en haal ik uit een artikel van Trycicle.com.
In the 1970s, when Kalu Rinpoche first visited the United States, he was at a restaurant with a group of newly inspired Buddhists. They all ordered vegetarian meals except for the Rinpoche who ordered a steak. You can imagine how many jaws dropped.
While everyone enjoyed herbal tea after dinner, one of the students asked how could Rinpoche eat meat: Wasn’t that a direct link to the death of the cow?
Rinpoche’s reply was something like this, “In order to grow this tea we’re drinking now, the earth had to be tilled. Animals that live under the ground are put above the ground, and animals that live above the ground are buried. Countless numbers of beings died as a result of tilling the earth, so you might as well be drinking a cup of blood.”
The value of a being’s life is not measured by its weight or size, or even whether or not it has vertebrae—as defined by the Buddha. We live in a realm where we knowingly or unknowingly continuously inflict harm and even death.
The point of this is not to conjure a nihilistic or depressing view of the world, but to put things into perspective. This should only inspire us to seek out the teachings and methods of the Buddha with more diligence.
clementine zegt
‘Ik heb diep respect voor iedereen die probeert om lijden te beperken, maar nog meer respect heb ik voor degenen die proberen om geluk te verspreiden’. Svaha..Het een mag het ander niet uitsluiten, trouwens. Volgens mij gaat het hier ook om dankbaarheid. Dankbaarheid voor het kostbare leven..
Pjotr Bos zegt
Ik vind het lastig.
Het stuk over Kalu Rinpoche spreekt mij sterk aan, die benadering kan ik erg goed volgen.
Er is altijd wel iets zal ik maar zeggen.
Ik rijdt geen auto maar loop en fiets zoveel mogelijk. Ik doe een extra trui aan en nu nog niet de verwarming, ik laat spinnen in huis wonen ondanks dat ik er een beetje bang voor ben. Ik haal planten in huis die anderen weg doen. Maar ik eet wel af en toe vlees. Tja er is altijd wel iets, maar je kunt daarentegen ook altijd wel weer iets. De een doet dit en de ander doet dat. Ik denk dat mensen zelf moeten bepalen wat op dat moment in hun leven de beste manier is om goed te doen. Misschien eet ik straks geen vlees meer maar doe ik de verwarming wél aan.
Stefanie zegt
Als ik ergens loop of rij met mijn wagen dan breng ik ongetwijfeld mieren of andere kleine beestjes om, maar als ik een mier zie en ik kan hem ontwijken dan doe ik dat. Met vlees is het wat lastiger, maar goede wensen voor waar het vandaan komt is volgens mij altijd goed.