Het stijgende water van een nieuwe dam in centraal China heeft het gebied onder water gezet waar ooit een 135 jaar oud Tibetaans boeddhistisch klooster stond, evenals een nabijgelegen dorp. Het Atsoklooster, gebouwd in 1889, werd eerder dit jaar gesloopt om plaats te maken voor de uitbreiding van de Yangqu waterkrachtcentrale in de provincie Qinghai. Tibetanen hebben de bouw van de dam veroordeeld en zeggen dat het weer een voorbeeld is van de minachting van de Chinese regering voor hun cultuur, religie en milieu.
Nadat de sluisdeuren voor de dam rond 10 augustus waren gesloten, vulden de reservoirs zich en steeg het waterpeil in stroomopwaarts gelegen gebieden van de Machu-rivier. Satellietfoto’s toonden de volledige overstroming van het 18 hectare grote kloostergebied en het nabijgelegen Chorten dorp en de gedeeltelijke overstroming van de aangrenzende landbouwgronden van het Yangchu dorp. Het waterpeil is bijna 100 meter gestegen waardoor de dorpen onder water kwamen te staan. Het is op dit moment moeilijk te voorspellen of de wateropslag de uiterste hoogte heeft bereikt of nog verder zal stijgen.
De Chinese autoriteiten zeiden dat ze de kosten van de ontmanteling en wederopbouw van delen van het klooster zouden financieren, maar veel van de muurschilderingen en omringende stoepa’s kunnen niet fysiek worden verplaatst en werden dus vernietigd. Tibetanen geloven dat de plaats waar het klooster stond heilig is en dat het heiliger is gemaakt in 135 jaar van gebeden en beoefening door verschillende generaties.