‘Iedere vorm van transcendentie moet overstegen worden.’
Van onze Buitengewoon Onbezoldigd Correspondent J.N. ter Plaatse.
Ego Zwetsloot
‘Om meteen maar met de deur in huis te vallen: wie ten diepste is Zenmeester Hans van Dam?’
‘Ego Zwetsloot.’
‘Wat? Wie?’
‘Hebt u wat aan uw oren?’
‘Ik dacht dat u Het Ware Zelf zou zeggen of zoiets.’
‘Een authentieke zenmeester is altijd verrassend.’
‘Is Ego Zwetsloot uw spirituele naam?’
‘Nee, Ego Zwetsloot is mijn eigennaam.’
‘Wie is dan Hans van Dam?’
‘Hans van Dam is mijn spirituele naam. En zenmeester is mijn ware aard.’
Malafide
‘Wie heeft u de spirituele naam Hans van Dam gegeven?’
‘Iedere naam is Zelfgegeven.’
‘Ik bedoel, van wie hebt u transmissie gekregen?’
‘Ik bedoel, van wie heeft Gautama Boeddha transmissie gekregen?’
‘Een echte zenmeester heeft dharmaoverdracht gehad.’
‘Een echte zenmeester staat op eigen benen.’
‘Wie garandeert ons dat u bonafide bent?’
‘Wie op garanties boogt is malafide.’
‘Iemand moet toch uw transcendentie bevestigen?’
‘Iedere vorm van transcendentie moet overstegen worden.’
Bezeten
‘Wat bent u in het dagelijks leven?’
‘Is er nog een ander leven?’
‘Wat is uw beroep?’
‘Zenmeester Hans van Dam.’
‘Maar waarmee verdient u de kost?’
‘Met Zenmeester Hans van Dam.’
‘Dat zal geen vetpot wezen.’
‘Een vetpot kan geen boeddha wezen.’
‘Hebt u hobby’s?’
‘Zenmeester Hans van Dam.’
‘U lijkt wel bezeten van Zenmeester Hans van Dam.’
‘U niet minder.’
Muppets
‘Is er dan niets anders dan Zenmeester Hans van Dam?’
‘Toch wel.’
‘Mag ik vragen wat?’
‘YouTube.’
‘Aha, filmpjes kijken, hoe menselijk. Waar kijkt u het liefst naar?’
‘De Muppets.’
‘En verder?’
‘Ik kijk eigenlijk alleen maar naar de Muppets.’
‘De Muppets, is dat niet een beetje passé?’
‘Wat moet u dan wel niet van de Boeddha denken.’
‘Met wie identificeert u zich?’
‘Wat ben ik, een muppet?’
‘Volgens mij identificeert u zich met Zenmeester Hans van Dam.’
‘Ik prijs me iedere dag gelukkig dat ik geen interviewer ben.
Ontwaakt
‘Als u zo druk bent met Zenmeester Hans van Dam en Muppets kijken, komt u dan nog wel toe aan uw nachtrust?’
‘Die heb ik niet nodig.’
‘Slapen hoeft voor u niet meer?’
‘Slapen hoef ik niet meer.’
‘Hoe verklaart u dat?’
‘Ik ben volledig ontwaakt.’
‘Ik dacht dat slapen iets lichamelijks was en ontwaken meer iets geestelijks?’
‘Alles ontstaat afhankelijk. Dat is een eeuwige wet.’
Poespas
‘Draagt u altijd die rakusu? Ik heb u nog nooit zonder gezien.’
‘Behalve onder de douche. Maar dat krijg jij niet te zien.’
‘Is dat nou nodig, die Japanse poespas?’
‘De Japanse wijze is van A tot Z uitgekiend door Japanse wijzen.’
‘Met stokjes eten heeft toch helemaal geen zin?’
‘Met stokjes eten traint de aandacht. In mijn zendo eten we zelfs de soep met stokjes. Een trage geest in een traag lichaam, ziedaar de zenboeddhist in optima forma.’
‘Verwart u de leer niet met de vorm?’
‘Vorm is leegte, dat zou u onderhand moeten weten.’
Leugens
‘Het gerucht gaat dat u jarenlang heeft gelogen over…’
‘Roddelen is op geen enkele wijze te verenigen met de gelofte van juist spreken.’
‘Maar is het waar dat u al die jaren heeft gelogen over…’
‘Hoe kan iemand liegen die niet eens bestaat?’
‘Verwijst u naar de doctrine van niet-zelf?’
‘Hoe kan iemand die niet eens bestaat, verwijzen naar doctrines die niet eens bestaan?’
‘Maar om even terug te komen op het gerucht dat u al jarenlang…’
‘Is het waar dat jij al jarenlang boeddhisten interviewt zonder zelfs maar de lekengeloften te hebben afgelegd?’
‘Dat kan ik niet ontkennen, maar…’
‘Mag ik je dan uitnodigen om de lekengeloften af te leggen door het bijwonen van de jukaiceremonie in Zendo Het Lichtend Gat komend weekend?’
‘Is het waar, Zenmeester Van Dam, dat u tijdens dokusan, slechts gekleed in een rakusu, met een vliegenkwast leerlingen van beiderlei kunne…’
‘Dat is dan afgesproken.’
‘Maar…’
‘Dank voor dit openhartige gesprek.’
Woordenlijstje
Lekengeloften: 1. niet doden; 2. niet stelen; 3. niet seksueel misbruiken; 4. niet liegen of roddelen; 5. geen verdovende of stimulerende middelen gebruiken.
Dharma-overdracht: ritueel waarbij twee mensen die menen de boeddhistische leer te begrijpen, elkaar daarin bevestigen.
Dokusan: onderonsje van meester en leerling waarin de eerste doet of hij alles doorheeft en de laatste alsof hij dat niet doorheeft of omgekeerd.
Rakusu: sierslab. Vuistregel: hoe groter de rakusu, hoe groter het ego.
Ego: zenmeester.