In den beginne was het Woord en niet veel later Moord.
Het christendom en het boeddhisme spreken zich beide uit tegen moord.
Christenen zeggen: ‘Gij zult niet doden.’ Dat is het zesde van de tien geboden (het vijfde in de telling van de Rooms-katholieken en de Lutheranen.)
Boeddhisten zeggen: ‘Ik neem mij voor geen voelende wezens te doden.’ Dat is de vierde regel van het achtvoudige pad (over juist handelen) en de eerste van de vijf, acht en tien leefregels.
Overeenkomsten en verschillen tussen de joods-christelijke en de boeddhistische insteek
Wat deze tradities delen is de aanname dat we een vrije wil hebben; dat we zelf bepalen of we wel of niet doden, en daarop aangesproken en afgerekend mogen worden.
Ze zijn het er ook over eens dat het slecht met ons zal aflopen als we ons niet aan de regels houden. Doden loont niet. Ooit zullen we de prijs betalen.
Behalve overeenkomsten zijn er ook verschillen. In het christendom mag je niet doden van God, in het boeddhisme niet van jezelf.
Volgens het christendom is doden slecht, volgens het boeddhisme onheilzaam.
Het christelijke gebod beperkt zich tot het doden van mensen, de boeddhistische gelofte gaat ook over het doden van dieren.
Wie zich niet houdt aan het gebod gaat na dit leven naar de hel, onherroepelijk en voorgoed. Wie zich niet houdt aan zijn gelofte creëert negatief karma; daar kun je in dit leven en in toekomstige levens nog flink last van hebben maar het staat je uiteindelijke bevrijding niet in de weg.
Morele dilemma’s
Als het om mensen gaat, leveren het christelijke gebod en de boeddhistische gelofte om niet te doden dezelfde morele dilemma’s op.
Morele dilemma’s zijn niet eigen aan het leven, ze zijn een artefact van de talige regels die we onszelf (laten) opleggen en de daarin gebruikte begrippen.
Je kunt ook redeneren dat begrippen en regels eigen zijn aan talige wezens en daarmee aan het leven.
Hoe je het ook bekijkt, wat wel is toegestaan en wat niet, hangt af van de definities van ‘mens’, ‘doden’ en ‘moorden’.
Zolang we niet precies weten wat we daarmee bedoelen kunnen we ons onmogelijk aan de regels houden of ze zelfs maar overtreden.
Zodra we ons erin gaan verdiepen regent het dilemma’s en begint het grote twijfelen.