Aan onze poort hangt een mooie bronzen trekbel. Dat het mooi brons is is niet meer te zien sinds onze vriend Phan de poort heeft geschilderd en daarbij de bel ook maar meteen een kleurtje heeft gegeven. Maar over dingen die anders gaan dan we ze bedoeld hadden hebben we al genoeg geschreven, dus daar gaan we het nu niet over hebben. Of toch een klein beetje. De bel is namelijk bedoeld voor mensen die willen laten weten dat ze aan de poort staan. Als wij ergens op het landje bezig zijn hebben we dat namelijk niet altijd in de gaten. Thaise mensen zijn echter niet gewend aan bellen. Die roepen, of ze toeteren. Dan beginnen de honden te blaffen en als die bezig blijven gaan we kijken of er misschien iemand aan de poort staat.
Zo af en toe wordt er wél gebeld. Buurman Toey komt namelijk minstens één keer per maand langs om de waterrekening te incasseren. Als de poort niet op slot is loopt hij gewoon binnen, maar zit het slot er op, dan trekt hij aan de bel. Voor de honden is dat eigenlijk hetzelfde als roepen; ze racen blaffend naar de poort. Wat dat betreft is de bel overbodig hier.
Vanmorgen klonk de bel en aangezien Toey nog niet met de waterrekening was geweest lag het voor de hand dat hij er zou staan. Ik had alleen duizendjes in mijn portemonnee, dus ik pikte wat kleinere coupures van Mieke en liep naar de poort. “Song phan saam roi baht,” lachte Toey (2300 baht = €60). “O nee, zó veel? Dat is voor het hele dorp,” antwoordde ik geschrokken. Het is zijn standaard grapje om een 10x hoger bedrag te noemen dan we feitelijk moeten betalen.
Ik gaf hem 250 baht. Normaal gesproken zegt hij dan dat hij geen wisselgeld heeft maar dat hij dat later nog wel even komt brengen. Wij zeggen dan dat dat niet hoeft, maar dat accepteert hij pas als we erbij zeggen dat hij er maar iets lekkers voor Foe, zijn kleinzoon, voor moet kopen. Vanmorgen bleef dat ritueel achterwege en zei hij niets over wisselgeld. Het was ons ook al opgevallen dat we hem een tijdje niet gezien hadden en dat er andere koeien in de wei naast ons landje stonden.
“Sa baai die mai?” (alles goed?) vroeg ik. “Hm, no money”
“Woeaw joe tinai?” (waar zijn de koeien?). “Finished.”
In onze gesprekken probeer ik het altijd zo goed mogelijk in het Thais, terwijl hij antwoordt in zijn beste Engels. “Mister Mieke sa baai die mai?” (alles goed met Mieke?) gooide hij het over een andere boeg. Thais maakt geen onderscheid tussen meneer en mevrouw dus is Mieke hier ook vaak mister. “Kap kap khun Mieke sa bai die kap.” Ja hoor, alles goed met Mieke.
Als Toey weg is hebben we het erover dat hij wat bedrukt over kwam terwijl hij meestal vrij opgeruimd is. En dat hij zo nadrukkelijk liet weten dat het financieel niet mee zat. Dat had hij niet eerder gedaan en is ook tamelijk on-Thais. We vragen ons af of we hem niet op een of andere manier kunnen ondersteunen, maar kennen de risico’s van zo maar geld geven. In januari schreven we daar al eens een blog over. Dus we gaan dat eerst maar eens bespreken met Somtjid, de vrouw van het plaatselijke restaurantje, die altijd goed op de hoogte is van wie ondersteuning nodig heeft en daar dan ook voor zorgt.
Toey is geen uitzondering als het gaat om “no money.” Afgelopen week ben ik meegeweest op schoolbezoek met FERC, de stichting die het kinderen uit armere gezinnen mogelijk maakt om hun middelbare school af te maken. Zonder ondersteuning zouden die na hun 15e verjaardag thuis gehouden worden. De aanvragen voor een zogeheten scholarship komen rond deze tijd binnen. De komende weken wordt bekeken wie er voor in aanmerking komen in het nieuwe schooljaar, dat hier van mei t/m april loopt. Om een indruk te geven van de financiele situatie in de gezinnen van de aanvragers: het gezinsinkomen ligt voor vrijwel allemaal tussen de 50.000 en 75.000 Baht per jaar. Dat is omgerekend tussen de 1330 en 2000 euro.
Ieder jaar kunnen we 30 nieuwe scholieren een soort van beurs geven, waarbij ze 3 jaar lang iedere maand 1000 Baht (27 euro) krijgen. Als je dat afzet tegen het jaarinkomen van het gezin zie je dat dat een wezenlijk bedrag is. De meeste scholieren krijgen hun beurs dankzij sponsoren, die gedurende 3 jaar de bijdrage voor een scholier voor hun rekening nemen. Daarnaast zijn er donaties en acties om extra geld in te zamelen, waardoor we ook scholieren die geen sponsor hebben aan hun beurs kunnen helpen.
Een van de scholieren die we zelf sponsoren zit nu in zijn examenjaar en is inmiddels toegelaten tot de Universiteit van Chiang Mai, waar hij massacommunicatie wil gaan studeren. Uiteindelijk wil hij films en video’s gaan produceren. Zonder ondersteuning van FERC was hij 3 jaar geleden al van school gehaald om ergens in een plaatselijke winkel te gaan werken. Het is mooi om te zien hoe een kleinschalig initiatief als FERC voor individuele scholieren een enorm verschil in toekomstperspectief kan maken.
Dus durf ik het nog wel een keertje aan om FERC te promoten. Overweeg ook eens om het verschil te maken voor een Thaise scholier, door voor 3 jaar sponsor te worden of een eenmalige donatie te doen. FERC kent geen strijkstok. Alle medewerkers zijn vrijwilligers die geen onkosten in rekening brengen. Je bijdrage komt dus altijd terecht bij de scholieren. Sinds een paar maanden heeft FERC een IBAN-bankrekening. Overschrijven is daardoor net zo gemakkelijk als een binnenlandse betaling.
Als je meer wilt weten kun je kijken op www.fercthailand.org
Vind je het lastig om die Engelstalige website te lezen of heb je nog vragen, dan kun je ook mij een mailtje sturen lapoutre@protonmail.com