Als je zen beoefent krijg je instructies van je leraar, hij houdt teisho’s, er komt een stroom aan informatie op je af en je had juist geleerd dat zen buiten de geschriften om gaat. Dat is ook zo, zen gaat buiten de verbale en geschreven informatie om. Maar eer je tot een punt gekomen bent waar er geen tekst en woorden meer nodig zijn, zijn er heel wat woorden en tekst verspilt. Zen is ‘van hart tot hart’, en dan nog, dan zijn er nog steeds woorden om van hart tot hart te bevestigen.
Als je woorden gebruikt ben je verloren.
En als je je mond houdt dat je schuldig bent aan je eigen ondergang.
Een niet-boeddhist vroeg aan Boeddha: ‘Ik vraag niet om woorden, noch vraag ik om geen woorden’.
Boeddha bleef zitten, zei niets en verroerde geen vin.
De niet-boeddhist begon Boeddha te prijzen, hij zei:
‘Het grote mededogen van de alom geëerde hebben de wolken van mijn onwetendheid weggeblazen, waardoor de mogelijkheid tot verlichting zich aan mij heeft geopenbaard.’
En na een buiging als dankbetuiging vertrok hij.
Ananda vroeg daarop aan Boeddha:
‘Wat realiseerde deze niet Boeddhist dat hij u op deze wijze prees?
Boeddha antwoordde: ‘Hij is een renpaard dat bij de schaduw van de zweep al begint te lopen.’
Wat realiseerde deze ‘niet-boeddhist? Wat is het verschil tussen jou en de ‘niet-boeddhist?’
Als je het niet weet dan steel ik jouw antwoord , als je het wel weet geef ik je het antwoord.
Concentreer je op je hara, je buik, geef je over aan mu, (niet hebben/niet zijn). Pas als je leeg bent kan dat wat jou zoekt binnen komen. Alles wat je hebt te doen is je ademhaling tellen, en dan zijn er woorden, we reciteren de kai kyo ge sutra, het verlangen naar verlichting.
‘De dharma, onpeilbaar als het universum en subtiel als een dauwdruppel’
De dharma, onpeilbaar als het universum- de dharma zijn niet de lessen van Boeddha, de lessen van Boeddha wijzen je naar de dharma. Ja, de dharma zijn de lessen van Boeddha. Nee dit is niet onsamenhangend of tegenstrijdig. Als je deze woorden tot je door laat dringen is alles helder maar als je ze wilt begrijpen ben je verloren. Hoe blauw is blauw? Begrijp je blauw? Als je wilt weten hoe een vlinder vliegt kijk er dan naar, als je hem determineert doet hij het niet meer. Het willen weten is een bodemloze put waar elk antwoord een vraag is. Noch voor, noch tegen, alleen maar doen, alleen maar zijn, dat is waar zen over gaat, en dan nog zijn er woorden die trachten weer te geven wat we bedoelen. Er word gesproken over ‘De werkelijke schat’, dat je moet werken als een mijnwerker om de schat te vinden. Het is net andersom- het werken als een mijnwerker is je rotzooi opruimen en ruimte creëren zodat de werkelijke schat kan binnentreden. Werken om woorden, betekenissen, weten, begrijpen, los te laten.
Ik vraag niet om woorden, noch vraag ik om geen woorden, kijk, de bloesem keert dwarrelend terug naar zijn tak.