In deze jaarlijkse Buddhist Action Month is het leuk weer eens te kijken naar wat ‘boeddhistisch bezig zijn’ nu echt inhoudt. En omdat dit praatje te maken heeft met een werkretraite, leg ik de focus op ‘boeddhistisch arbeiden/werken’. Wat onderscheidt dit van gewone arbeid, wat is nu onze specifieke ‘zen-factor’? En waar is het verschil met mindful werken in andere tradities, zoals het monastieke Ora et Labora en het Hindoeïsme?
Bedoeling
Binnen veel boeddhistische scholen is fysiek werk door de studenten (en leraren!) een expliciete aparte beoefening. Niet primair om de kosten laag te houden, maar vooral vanwege de spirituele betekenis. Als je kijkt naar de vijf spirituele vermogens (energie versus concentratie, vertrouwen/devotie versus wijsheid en opmerkzaamheid als overkoepeling) dan heeft ‘achtzame arbeid’ te maken met bijna allemaal. (Sorry – ondanks het germanisme vind ik ‘achtzaam’ een betere vertaling van het Pali-woord sati dan ‘aandachtig’.)
- Je hebt energie (viriya) nodig omdat de arbeid meer inspanning eist dan op een kussen zitten. Dit alleen al kan een goede reden zijn om arbeid deel te maken van bijvoorbeeld retraites.
- Werken kan desondanks heel ‘meditatief’ gedaan worden. Dat heeft te maken met ontwikkelen van concentratie (samadhi) maar ook met achtzaamheid (sati). In bijvoorbeeld een zen-sesshin wordt de overgang tussen op het kussen zitten en pakweg tuinieren of koken zo vloeiend mogelijk gemaakt.
- Werken helpt je ook devotie (sraddha) te verdiepen, of ook wel ‘vertrouwen in de Leer en de Boeddha’. Zeker in het begin gaat achtzaam werken lijnrecht in tegen je gevoel van wat efficiënt en zinvol is, en door dat vertrouwen in de instructies laat je dit los en probeer je gewoon wat er gevraagd wordt. Met veelal resultaten waar je zelf versteld van staat!
Instructies
Net zoals je mediteren niet echt kunt leren zonder live instructie, is achtzame arbeid niet in alleen woorden te vangen. Je moet het ervaren, met instructeurs/trices die het voordoen en daarna vrij intensief met je observeren en bijstellen totdat je uiteindelijk een stuk zelfstandigheid bereikt. Met deze slagen om de arm zal ik toch wat kernwoorden geven, zodat je een gevoel krijgt wat dit inhoudt.
- ‘Haast je langzaam’ (festina lente) is een spreekwoord dat zeker van toepassing is. Achtzame arbeid heeft een dimensie van ‘monnikenwerk’ – dus zeer precies en met volle aandacht. Productiviteit in de zin van meters maken (pakweg schilderwerk of slopen/timmeren of koken of tuinieren) is in hoge mate ondergeschikt, meer ambachtelijk dan machinaal. Maar resultaat mag wel een rol spelen; zoals Milarepa door Marpa werd gevraagd eenzelfde klus honderden malen opnieuw te doen is het andere uiterste. En zeker bij koken is er nu eenmaal een duidelijk eindtijdstip dat er iets acceptabels op tafel moet komen, achtzaam gemaakt of desnoods wat minder achtzaam…
- Machinale assistentie wordt dan ook zoveel mogelijk vermeden. Denk aan zelf brood bakken en yoghurt maken, takken met de snoeischaar opknippen in plaats van met inzet van hakselaars of kettingzagen, zo kleinschalig mogelijke grasmaaihulpmiddelen, etc. etc.
- ‘Going with the flow’ wordt hier nog wat letterlijker geïnterpreteerd dan in discussies rond wijsheid. Je laat je acties écht beïnvloeden door bijvoorbeeld de stevigheid van de grond die je aanharkt, het absorptievermogen van het te schilderen oppervlak of de scherpte van je koksmes. En past steeds je toegepaste kracht en richting aan op wat nodig is; een soms gebruikte frase is ‘laat je gereedschap de richting bepalen en jouw handen aansturen’ in plaats van de richting-andersom die we gewend zijn. Want in onze gewone aanpak speelt te sterk dat je zelf iets wilt ‘bereiken’. Vandaar ook de afkeer van over-conceptualiseren, intellectualisme en denkwerk bij deze arbeid; de malende gedachtestroom in je hoofd moet vertraagd en gepauzeerd worden door deze ‘meditatie in actie’.
- Gekoppeld aan dat willen bereiken zit tevens voorkeur en afkeer, ook verwoord in de Wereldse Winden. Zoals een mooi gezegde luidt ‘Voorkeur is stilstaan bij genoegen, en afkeer is stilstaan bij pijn. Beiden zijn in strijd met hier-en-nu leven.’
In heel wat tradities zorgt de leraar/res er daarom voor dat je regelmatig klussen krijgt die afkeer opwekken – weg uit je comfort zone! Wc’s schoonpoetsen, middenin de composthoop vol wormen staan te scheppen, riool ontstoppen etc etc. Of dit helpt dan wel teveel neveneffecten heeft, dat zal van de situatie afhangen en laat ik aan de lezers. Toen ik op een retraite in ons Tibetaanse centrum de zorg had voor de afvalstromen, en met grote boslaarzen en werkhandschoenen aan in de vuilcontainer stond om foutief gedumpt glas eruit te vissen – de herinneringen zitten meer in de hoek van ‘cool’ dan van ‘neus dicht uit afkeer van de stank’… - Het gaat niet om technische perfectie, het eindproduct mag best nog wat niveaus liggen onder wat een professionele timmerman/bouwer/hovenier met al diens hulpmiddelen en training bereikt. Maar het moet ‘het betere amateurniveau’ worden, en doelbewust met een beduidend lagere productiviteit-per-uur dan wat ‘niet specifiek achtzame’ arbeid behaalt. Het fysieke werk is immers geen doel op zichzelf, het is een middel voor je spirituele ontwikkeling.
Dharma-bronnen
Waarom dit onderwerp niet zo sterk in soetra’s en andere teksten is uitgewerkt als pakweg meditatie weet ik niet. Het hoge gehalte aan persoonlijke instructie kan zeker een rol spelen. Je ziet achtzame arbeid volop binnen een aantal Dharma-tradities.
Bij Zen/Ch’an misschien wel het sterkste. Het is nu eenmaal de meest op meditatie gerichte hoofd-stroming, en gegroeid in de Japans-Chinese cultuur waar sowieso het praktische denken en zelfredzaamheid in hoog aanzien staan en intellectualisme doorgeprikt wordt. De zen-theeceremonie is een mooi voorbeeld van meditatie-in-aktie, zoals ook bloemschikken en de meeste anderen van de ‘wabi sabi’ beoefeningen. Hoewel voor allen betwist kan worden of het nu primair achtzame arbeid danwel primair meditatie is.
De meest bekende tekst over arbeid-als-leraar is Dogens Tenzo Kyokun oftewel ‘Instructies voor de Zen kok’ https://www.de3juwelen.org/project/instructie-van-de-kok/; hij doet primair aan uitleg van de Chinese vinaya-afgeleide Chanyuan Qinggui. Mooi is dat de focus niet alleen maar op het achtzaam koken ligt, maar ook op een aantal afgeleiden van boeddhistische compassie en ethiek zoals dat alle ingrediënten even ‘bruikbaar’ zijn. Gelijkmoedigheid als hoeksteen voor het koken!
Bij volgers van de Pali-teksten zie je bijvoorbeeld dat de teksten over bewustzijn, zoals de Sattipatana soetra, gebruikt kunnen worden voor konstante achtzaamheid in je leven inclusief achtzame arbeid. Wijlen Thich Nhat Hanh, qua wortels half uit Zen en half uit de Pali-canon puttend, schrijft er bijvoorbeeld het nodige over https://www.executiveconnections.ie/blog/2022/01/15-practical-ways-to-find-your-zen-at-work?source=google.com. En het leven in zijn woongemeenschappen is er ook best door geïnspireerd – de ‘telefoonmeditatie’ (4 x laten rinkelen, en diep ademhalen, voordat je opneemt) is een klassieker die elke Boeddhist zou moeten proberen juist ook in het app-tijdperk.
En tot slot bij Vajrayana heet het veelal karma-yoga https://www.lamayeshe.com/advice/benefits-karma-yoga, hetgeen overigens vooral een term in het Hindoeïsme is met deels andere betekenis. Karma yoga is in lijn met Marpa’s opdrachten aan Milarepa. De nadruk ligt wat meer op energie en devotie/altruïsme dan op achtzaamheid, maar dat is de aard van Vajrayana. Desondanks is dit wel degelijk een belangrijk deel ook van Vajrayana-beoefening.
Kruisbestuiving en verschillen met achtzaamheid-elders.
Net zoals Boeddha in zijn leringen en vooral taalgebruik beïnvloed is door het toenmalige brahmanisme, heeft ook boeddhistische achtzame arbeid de nodige invloeden van (en naar!) en andere spirituele tradities. Welke overeenkomsten en verschillen er zijn is lastig uit te leggen in generieke zin, juist omdat elke spirituele traditie anders om gaat met achtzaamheid en andere doelen zegt na te streven dan wat wij boeddhisten Verlichting noemen. Zelf was ik voor mijn Dharma-tijd betrokken bij een traditie met veel invloed van Gurdjieff/Ouspensky, en merk ik een heel stuk overlap op tussen hun werk-aanpak en boeddhistische achtzame arbeid. Net zo vind je in Hindoeïstische Karma yoga en Bhakti yoga (devotionele beoefening) overlappen; en ook in Christelijk contemplatieve tradities zoals ora-et-labora (o.a. Benedictijnen) vind je veel parallellen met Zen-arbeid.
Je zou kunnen zeggen dat al deze tradities een stuk basis delen, het langzaam-werken-met-volle-aandacht, en dat ieder daarvan dingen uit de eigen school daaraan toevoegt. Het bidden van de Benedictijnen, of het je-leven-tot-poedja-maken van Hindoes bijvoorbeeld. Unieke dingen die boeddhisten aan achtzame arbeid toevoegen bovenop die basis zijn o.a.
- Werken vanuit Metta en compassie voor alle betrokkenen. Dus niet alleen de ‘klanten’ (denk aan de gasten voor de Zen-kokkin) maar ook de leveranciers. Je behandelt ze met respect, spreekt geen oordeel uit doch observeert slechts, etc etc.
- Rust, eenvoud en tevredenheid, ook zo’n hoeksteen. Daarom legt Dogen in detail uit dat de kok geen ‘onbruikbare’ zaken kent in wat geleverd wordt. Minder geschikte groenten gebruikt (z)hij voor andere gerechten dan meer geschikte groenten, en sommige stukken worden desnoods veevoer, maar het echt terzijde schuiven getuigt van ontevredenheid en wat-willen-eisen en komt dus voort uit niet-behulpzame emoties.
- Uiteindelijk kom je de hele boeddhistische ethiek tegen in de adviezen, dus Budddhist Action Month komt écht van pas ook bij deze achtzame arbeid. Denk maar aan milieuvriendelijkheid: natuurlijk is tuinieren en koken gif- en kunstmestvrij, maar ook klusmateriaal/verf kies je zo milieuvriendelijk mogelijk. (Eten in zo’n context smaakt me overigens beter dan in pakweg een kantine – mede door het biologische en achtzaam gekookte karakter.) En juist omdat achtzame arbeid beschikbaar is (maar ook voor de kosten en voor de ecologische voetafdruk) ligt de nadruk bij dharmacentra op repareren-oplappen-repareren en zo min mogelijk dingen weggooien en nieuw kopen.
Poëtische inspiratie (Be here now)
Zoals wel vaker kwam ik populaire media tegen die het achtzame-arbeid gebeuren ten voeten uit beschrijven, en vanwege de poëtische tekst en/of script op andere niveaus inspiratie kunnen geven dan puur een dharmatekst. Eerst een jaren ’70 film (en boek): Being There, met Peter Sellers in de hoofdrol. Los van alle ironie en verborgen kritiek op een samenleving-vol-schone-schijn toont het ook de denkwereld van een achtzame-op-elk-moment tuinman. Los van de vraag of hij nu wel 100% goed bij zijn hoofd is naar de maatstaven van ‘onze’ wereld. En van die bewustzijnstoestand kunnen we allemaal bést nog wat leren – ik kreeg de film destijds te zien via mijn Gurdjieff-geïnspireerde leraren, dus ik ben niet de enige met die indruk!
Dan een stuk muziek: van ex-Beatle George Harrison, uit de jaren dat hij veel beïnvloed werd door de Indiase hindoe-wijze Maharishi Mahesh Yogi https://www.youtube.com/watch?v=7Pc2tfmuWwU . Maar de tekst van ‘Be here now’ gaat echt over die gemeenschappelijke basis tussen boeddhisme en vele andere contemplatieve tradities, dus is inspirerend voor mij en hopelijk ook de lezers!
Remember now, be here now
As it’s not like it was before
The past was, be here now
As it’s not what it was before it was
Een typisch stuk achtzaamheid-training. Kijk niet naar het verleden, kijk naar het hier en nu en wees daar met volle aandacht bij. Vanuit die achtzaamheid doe je ook wat er op dat moment aan werk nodig is – een overdaad aan gedachten is ballast, niet behulpzaam!
Why try to live a life that isn’t real
No how a mind that wants to wander
Around a corner Is an unwise mind
Afdwalen van de geest, ‘om de hoek verdwijnen’ dus, is iets wat we in vrijwel alle meditatievormen willen opmerken en vervolgens bijsturen naar het hier-en-nu. Maar je uiteindelijke doel is om de grens tussen op-het-kussen en buiten-het-kussen door te prikken. Dus in feite 24 uur per dag achtzaam te zijn, en je geest te trainen op focus houden. En daarmee een meer ‘echt’ leven te gaan leiden dan wat er gewoonlijk in pakweg je winkel- en werk bezigheden binnen je geest (en daarmee ook je spraak en handelen) gebeurt. Die achtzaamheid is de basis; wij vanuit boeddhisme voegen dan toe dat het meest echte/authentieke gedrag dat je gaat tonen dat van de ethisch levende student is, denk aan de eerder besproken verticale integratie. En dat gedrag helpt je om niet alleen maar in een Boeddhistische-Aktie-Maand goede voornemens te gaan beoefenen, al is dat een prima start. Einddoel is een boeddhistisch handelende permanente leefstijl!
Afronding
Hopelijk heb je nu wat meer handvatten om je meditatief-geïnspireerde leven uit te breiden tot buiten-het-kussen. Zoals al eerder gezegd, puur met instructie op papier/online (of video) kom je niet echt ver; je moet de handarbeid samen met spirituele vriend(inn)en oppakken, en instructie en een klankbord-rol krijgen van anderen over hoe je met volle aandacht ‘de flow vindt’. En voor zij die in hun sangha al bezig zijn met dit soort werk, geeft het praatje hopelijk wat inspiratie tot verdieping van de ‘zen-factor’ en tot nog meer benadrukken van de boeddhistisch-ethische aspecten van de arbeid.