Als ze me maar niet in een bioscoop hangen.
Hetty: Je bent niet de film maar het doek!
Hans: Ik ben een doek?
Hetty: En niet de film!
Hans: Als het maar geen lendendoek is.
Hetty: Een filmdoek, sufferd!
Hans: Als ze me maar niet in een bioscoop hangen.
Hetty: Het doek is de film moeiteloos gewaar!
Hans: Sinds wanneer is een doek iets gewaar?
Hetty: Bij wijze van spreken, sufferd!
Hans: O, gelukkig.
Hetty: Jij verhoudt je tot het ware zelf als de film tot het doek!
Hans: Ben ik dan toch de film?
Hetty: Jij bent het doek, zeg ik toch!
Hans: Wie is dan die film?
Hetty: De jij die denkt dat hij de film is!
Hans: Als het maar een spannende is.
Hetty: Je moet het niet zo letterlijk nemen!
Hans: Ik heb me letterlijk nog nooit een film gevoeld.
Hetty: Het gaat om de hoofdrolspeler in de film van je leven!
Hans: Is mijn leven dan verfilmd?
Hetty: Jij bent niet de acteur, je bent de toeschouwer!
Hans: Wie zegt dat?
Hetty: Ik, dat hoor je toch!
Hans: Jij als film of jij als doek?
Hetty: Ik als film natuurlijk!
Hans: Hoe weet ik dan of je de waarheid spreekt?
Hetty: Ik ben het doek, niet de film!
Hans: Waarom spreek je dan niet als doek?
Hetty: Het doek spreekt niet, het doek ziet!
Hans: Ik zie het niet hoor.
Hetty: Je hoort me niet, dove!
Hans: Wat een stomme film.