Ik ben geen deskundige op het gebied van de Lotus-soetra, maar dat hoeft toch ook niet? De soetra brengt mij op allerlei gedachten en die wil ik met lezers van het BD delen. Hoeveel afleveringen deze serie gaat tellen, is pas na de laatste aflevering bekend. Deze keer:
Bronnen van Verdiensten
(deel 5 en slot van de “Soetra van de ontelbare betekenissen; eerste deel van de drievoudige Lotus-soetra, te beschouwen als inleiding op de Lotus-soetra)
Mooi, al die verdiensten, maar waar komen die vandaan? Wat zijn de bronnen? Wat ligt er aan ten grondslag. Boeddha’s leer, zoals vastgelegd in de soetra’s grossiert in drie dit, vier dat, zes zus en (noem een willekeurig getal) zo. De reden voor al die korte en lange rijtjes is dat het door rijtjes te maken gemakkelijker is een en ander te onthouden. Een rijtje van tien is om een of andere reden gemakkelijker te onthouden dan een opsomming van negen of elf items. En vier is in bepaalde gevallen beter dan drie en soms is dat precies andersom. Je gaat de leer van Boeddha (volgens mij, houd me ten goede) beslist niet beter begrijpen door je het hoofd te breken over de redenen waarom het de ene keer over drie huppeldepup gaat, de andere keer over vier flepperdeflap. Begrijpen is sowieso ondergeschikt aan ‘verstaan’. Begrijpen doe je met je hoofd, je verstand. Verstaan doe je met je hart, de kern van wie of wat jij ten diepste bent. Als de zin van welke opsomming ook dáár niet landt, is die hele opsomming eigenlijk ‘paarlen voor de zwijnen’. (Matth. 7:6 “Geef het heilige niet aan de honden en werp je parels niet voor de zwijnen…”.)
Shakyamuni Boeddha benoemt allerlei verdiensten, en geeft een opsomming van bronnen waar al die verdiensten uit opwellen. Ze zijn volgens overlevering ‘ondoorgrondelijk’. Dat wil zeggen dat ze niet te begrijpen zijn, onpeilbaar diep in betekenis, onbevattelijk en ga zo maar door. Christenen zeggen hetzelfde van Gods wegen, die zijn ook ondoorgrondelijk. Als gewone sterveling kun je daar met je pet niet bij! Ehhh… wacht even. Heeft hij zelf niet al gezegd dat hij slechts één leer heeft? En die verwijst naar het vormloze. Zit ik er dan ver naast als hij het vormloze als bron der bronnen aangeeft?
Laten we eens zien waar we op uitkomen door drie bronnen van verdiensten iets nader te bestuderen. Let wel, ik bestudeer ze niet zozeer met mijn verstand als met mijn intuïtieve hart dat (bij wijze van spreken) de bron ingaat, zich er in onderdompelt, het water proeft en weer van zich af laat glijden wanneer het weer uit de bron stapt. (Dat laatste moet, anders verzuipt het, niet echt erg, maar – nog – niet de bedoeling).
Een van die bronnen is: onbevreesdheid. Gewoon niet bang zijn! Nergens voor. Dat is geen oproep om roekeloos de straat over te steken, want dat is gewoon behoorlijk dom, maar het is wel een oproep om áls je de straat oversteekt niet bang te zijn. (Je kunt ongetwijfeld zelf andere voorbeelden bedenken.) Door onbevreesdheid ontstaat er ruimte om mededogend te zijn voor anderen, anderen te kunnen zien als gelijkwaardig, je in hun successen te verheugen en nog veel meer. Waarom? Omdat je niet meer bang bent dat die anderen jouw beconcurreren, jouw proberen de loef af te steken, jouw plaats proberen in te nemen op de arbeidsmarkt of – erger nog – in het gezin! Je moet ook niet bevreesd zijn voor ziekte, ouderdom of dood. Het voorkomt niet dat je een keer ziek of ouder wordt en zeker dood gaat. Ziek en oud worden zijn inherent aan leven op aarde, voordat je er een keer vanaf gaat. Het treft vroeg of laat iedereen.
Een andere bron is: volhardend zijn. Niet opgeven, maar doorzetten en tegenslagen accepteren om het nog eens en desnoods nog eens te proberen. Ik ben ervan overtuigd dat vallen op de dharmaweg helemaal niet erg is, zolang je maar weer opstaat. Liggen blijven betekent namelijk het einde. Wanneer je één keer vaker opstaat dan valt, kom je aan het einde van elke weg. Dus: volharden. Je wordt dan ook automatisch geduldiger en verdraagzamer.
Een derde bron is: onthechting. Wanneer je alles wat je in je leven ontvangt met je mee blijft slepen of dragen, wordt die last op den duur te zwaar om te slepen of te dragen. Neem dat maar van mij aan. En het gaat niet alleen maar om materiële spullen. Ook familiebanden, vriendschapsbanden, arbeidsverbanden tellen meer. Ze binden je letterlijk en figuurlijk vast aan mensen, plaatsen, taken, noem maar op. Door te onthechten maak je je vrij om te gaan en te staan waar je wilt en om te doen en te laten wat jij wilt doen of laten. Er is niets en niemand meer die je tegenhoudt. Onthechting leidt tot openheid. Je krijgt door onthechting ook de vrijheid om werkelijk ‘goed’ te zijn en vrijgevig. Het is trouwens in veel gevallen een liefdevol iets om geheel ongebonden bij iemand te blijven. Niet omdat het moet, maar omdat jij daar vrij voor kiest.
Nadat Boeddha zijn inleidende preek voor de Lotus-soetra heeft afgerond, gaat de op Gierentop verzamelde menigte verheugd en met een opgeruimd hart uiteen in broederschap. Ehh… en die Lotus-soetra dan? Nou, blijkbaar komen ze daar later weer voor terug, want ook die predikt Boeddha op diezelfde Gierentop, een van zijn lievelingsplekken om te preken.
Samenvattend: In de soetra van ontelbare betekenissen zegt Boeddha dat alle wetten voortkomen uit één en dezelfde wet. Die wet houdt in dat alles in het universum voortkomt uit één en hetzelfde. Alles. Mensen dus ook. Net als planten, dieren, planeten en zonnen… alles, niets uitgezonderd. En alles komt, gaat, komt op een andere manier weer terug en gaat weer. Verandering is wat de klok slaat en die klok verandert natuurlijk zelf ook. Mensen kunnen gemakkelijk onzeker worden en in de war raken en zo op een dwaalspoor belanden. Dat gebeurt vooral door een ziekelijke bezorgdheid over alle (schijnbare) ongelijkheid en onvoorspelbaarheid. De remedie is: je moet je daar allemaal niks van aantrekken. Kijk onbevreesd naar de diepere werkelijkheid die onveranderlijk onder alle veranderingen en ongelijkheid verborgen ligt. Hoewel je als sterveling in het dagelijks leven op aarde te maken hebt met een onoverzichtelijk gedoe, kun je met je hart daarboven uitstijgen en zien / ervaren dat niets op aarde is wat het lijkt. Wat het dan wel is … daar gaat de Lotus soetra over.
(wordt vervolgd)