Elk moment dat de dhammanuvatti een keuze maakt (sankharas van resp. verlangen en afkeer), creëert hij zijn wereld, ‘wordt’ (!) hij opnieuw geboren. Bhava. ’Weder-geboren’.
Wedergeboorte kan nooit een ‘doel’ vormen voor de beoefenaar. Het enige ‘doel’ dat de beoefenaar zich moet stellen is: bevrijding uit dukkha. In dit leven. Zelfrealisatie. Nibbana. Zie in dit verband de Anuradha Sutta.
Bevrijding van dukkha is énkel mogelijk wanneer de beoefenaar zich bevrijdt van de perceptuele conditionering (P. anusaya) waardoor hij zich en de hem omringende wereld beschouwt als permanent, comfortabel, duurzaam en een deel van zichzelf.
Het ‘worden’ (P. bhava) uit de Pali-canon staat niet voor reïncarnatie, niet voor ‘herbevlezing’. Wedergeboorte moet zo verstaan worden dat alle manifestaties, alle verschijnselen, alle dingen, ontstaan en vergaan in élk moment.
Ontstaan en vergaan als een eeuwigdurend proces van eenzelfde energie. Dit proces onderkennen, kennen en er één mee worden = experiëntieel ervaren, ‘zien’, realiseren (P. paccanubhoti) is wat de Boeddha het Ongeborene (P. ajata), het Doodloze (P. amata) noemt.
Niets blijft ook maar één ogenblik identiek. Door deze constante veranderlijkheid en vergankelijkheid (P. anicca) bezitten de fenomenen géén énkele stabiliteit, géén énkel stabiel ‘zelf’: ze zijn zelfloos (P. anatta).
De wereldling (P. puthujjana) die zich identificeert met deze veranderlijke, vergankelijke, zelfloze verschijnselen hult zich in permanente onvrede (P. dukkha).
De edele volgeling (P. ariya-puggala) daarentegen zíet en wéét—janami passami—dat zijn ‘ik’ (de componenten waaruit hij is samengesteld—de khandha’s) slechts een illusie is, een begoocheling.
Hij wéét uit ervaring: ‘Dit ‘ik’ ben ik niet. Dit is niet van ‘mij’. Dit is niet ‘mijn’.’
Zo doorbreekt hij het rad van samsara.
siebe zegt
“Wedergeboorte moet zo verstaan worden dat alle manifestaties, alle verschijnselen, alle dingen, ontstaan en vergaan in élk moment”.
Als voor iemand in diepe meditatie het lichaamsbesef wegvalt, en dat kan, betekent dit niet dat het lichaam echt verdwijnt op dat moment. Andere mensen zien daar gewoon iemand zitten in diepe meditatie. Net zo met andere zintuiglijke domeinen die tijdelijk
kunnen wegvallen uit je perceptie.
Je kunt hieruit, vind ik, ook niet concluderen dat DUS het lichaam of DUS de wereld elk moment ontstaat en vergaat en product is van je denken of cognitie.
Nee, het lichaam is een product van bevruchting van eicel en diens groei. Dat lichaam heeft voedsel nodig. En is gegroeid door voedsel. De beleving van het lichaam is niet hetzelfde als het lichaam. Het lichaam wordt begraven en gecremeerd. Het ontstaat niet door cognitie of denken maar je lichaamsbeleving wel.
Als er geen verschil zou zijn tussen lichaam en lichaamsbeleving, stel, bestaan er dan wel lijken en worden dan levende mensen gecremeerd en verbrand?
Er lijkt me zeker aanleiding te denken dat je beleving van het lichaam en de wereld elk moment ontstaat, maar niet van het lichaam noch de wereld.
ralph Gelsema zegt
Guy dankje voor de uitleg en Siebe voor jou inzicht en idee
En toch, bij elke wimperslag en adem veranderd je lichaam het is iets ouder ..of je het merkt ..ik niet, maar het is ontegenzeggelijk.. elk moment sterf er iemand op deze wereld elk moment word iemand geboren .. verandering
Ik weet niet, maar ik hou van de enso – voort