We zijn op viervijfde van de serie die ik naar aanleiding van een cursus Theologie schrijf. De inhoud van iedere les brengt mij op gedachten die ik wel wil delen. Vandaag:
Christelijk maatschappelijk werk
Medio jaren tachtig volgde ik een opleiding tot diaken van de katholieke kerk. Die opleiding heb ik niet af mogen maken, omdat ik hertrouwde – en dat mocht niet van moedertje kerk. Je kunt kennelijk als hertrouwd persoon niet … eh… nou ja, regeltjes zijn regeltjes. Ik heb wel veel geleerd in die tijd en kijk er met voldoening op terug. Er was aandacht voor close-reading; spiritualiteit; maatschappelijke ontwikkelingen; zelfreflectie en nog veel meer. Allemaal nooit weg! En misschien (of wellicht) is het zelfs goed geweest dat ik met die opleiding gestopt ben, want het opende de weg naar verdere ontwikkeling in bredere zin. Zo gaat het vaak. Zolang je in het heden maar vooruit blijft kijken, en niet in wat dan ook blijft hangen. De kerk is waarschijnlijk ook een kritische notenkraker bespaard gebleven.
De cursus theologie waarvan ik de lessen gebruik als aanleidingen voor mijn bespiegelingen, heeft het in les 44 over ‘de wetenschap’ van caritas en diaconie. Het gaat dus over alle kennis die wij systematisch hebben verkregen en nog kunnen krijgen op gebied van onbaatzuchtige naastenliefde (caritas) en de praktische invulling daarvan (diaconie).
De mens in zijn waardigheid beschermen, is één van de doelstellingen van caritas. Solidair met elkaar samenleven in een pluralistische wereld, is een andere. En dat alles niet alleen in eigen kringetje, maar over alle grenzen heen. Christenen horen zich – vanuit hun verbondenheid met de gezalfde (Christus) en in navolging van hem – niet alleen om hun eigen welzijn te bekommeren, maar zeer zeker ook om het welzijn van hun naasten en zelfs vreemdelingen. Met andere woorden, volgens mij zouden christenen geen enkele moeite moeten hebben met de eerste van de vier plechtige bodhisattva geloften: “Hoe talrijk het aantal bewuste wezens ook is, ik beloof ze allemaal te redden.” Hoewel… de meeste christenen die ik ken, gaan ervan uit dat alleen mensen het redden waard zijn. Ze gaan echt geen varkens redden, of koeien, kippen, haringen of ansjovisjes. Maar goed, met het redden van alle zeven miljard mensen die anno 2022 op de wereld rondlopen hebben ze al genoeg om te doen. En zelfs dát is geen vanzelfsprekend voor het merendeel der christenheid. Zij besteden caritas en diaconie graag uit.
Wat mij ook weer direct opvalt, is de verdeeldheid onder christenen. De katholieke kerk vult de begrippen caritas en diaconie anders in dan de protestantse kerken, en niet christelijke invullingen worden niet eens genoemd! Dat is jammer. Ik vind het zelfs een miskleun van de eerste orde, want als er – mijn mening – één organisatie is die caritas en diaconie hoog in het vaandel heeft staan (zonder de begrippen te noemen!), is het het Rode Kruis wel. En ik heb het gevoel dat ook Extinction Rebellion, Greenpeace, Amnesty International; Terre des Hommes, en talrijke andere organisaties het op het vlak van caritas en diaconie goed doen, ieder op een andere manier, maar toch. En vergeet de (niet altijd christelijke) voedselbanken niet! De mensheid en al het leven op aarde behoeden voor een uitstervingsgolf, voorkomen van het vernietiging van ecosystemen, pleiten voor een waardige behandeling van andersdenkenden, zorgdragen voor een veilig thuis en zorgen dat iedereen gezond kán eten… als dat geen caritas en geen diaconie is, wat dan wel?
Ik denk dat niet het begrip ‘christelijk’ als wel het begrip ‘naastenliefde’ voorop moet staan. Liefde voor de naaste is niet aan christenen voorbehouden. Zorg hebben voor en geven aan al wat leeft is dat evenmin. En redden van alle voelende wezens is nog breder, nog veelomvattender en nog veeleisender dan een naastenliefde die zich tot mensen beperkt! Alles wat leeft is mijn naaste, van huisdier tot wildebeest (gnoe), van kamerplant tot sequoia en van malariamug tot garnaal. Ik geef evenwel onmiddellijk toe dat ik mijn hondje (Dribbel) meer knuffel dan een willekeurige gnoe bij wie ik niet eens in de buurt durf komen, en dat ik de planten op mijn vensterbank meer zorg bied dan een torenhoge boom in een nationaal park; laat staan dat ik liefdevolle affecties ervaar bij malariamuggen of garnalen … maar daar gaat het niet om. Waar het om gaat is dat alles wat is onlosmakelijk met elkaar is verbonden en alleen daarom al – als geheel – liefdevolle zorg verdient.
Je kunt caritas en diaconie samenvatten onder de noemer ‘christelijk maatschappelijk werk’ of, zo je wilt, omschrijven als ‘het in naam van Christus verlenen van diensten aan de mensheid’. Dat is ruim te interpreteren, maar beperkt zich in de praktijk vaak tot hulp aan behoeftigen en aan het verlenen van hand en spandiensten aan de kerk.
Het Leger des Heils is een bij uitstek diaconale organisatie. Deze organisatie wordt in de cursus evenwel ook al niet genoemd. Weer een misser, naar mijn inschatting. Wanneer ik de diaconieën in Nederland nader beschouw, krijg ik sterk de indruk dat zij zich vooral bekommeren om leden van de eigen gemeente of parochie. Niks mis mee, maar beperkt is het wel. En let wel, ik gebruik het woordje ‘vooral’ niet per ongeluk. Er is ook aandacht voor anderen dan eigen volk.
In de Katholieke Kerk is diaken een gewijde functie binnen de kerkelijke hiërarchie en in zeker zin een opstap naar het priesterschap. Dat wil zeggen: de diakenwijding gaat aan de priesterwijding vooraf. Binnen de protestantse kerken ligt dat iets anders (o.a. geen wijding), maar ook in protestantse kerken doet een diaken meer dan alleen maar rondgaan met de collectezak in de zondagse kerkdienst. Diakenen zijn meestal helpers en doeners maar zijn samen met de kerkenraad ook bestuurders. De diaconie heeft oog en oor voor hen die arm en kwetsbaar zijn en zij voert haar taken uit binnen en buiten de gemeente. Zo worden er namens de diaconie bijvoorbeeld verschillende acties ondernomen om geld of middelen in te zamelen voor goede doelen en/of hulpbehoevenden.
In de les mis ik aandacht voor pastorale werkers (Nederland) of parochieassistenten (België). Dit zijn binnen de Katholieke Kerk theologisch geschoolde en door een bisdom gevormde leken (mensen zonder priester- of diakenwijding) die professioneel werkzaam zijn in het pastoraat. Hij of zij brengt God ter sprake in kwesties die het alledaagse leven betreffen, en daarbij kan hij of zij niet om caritas en diaconale activiteiten heen. Anders klinkt alles wel erg hol. Een pastoraal werker ontvangt voor hij of zij aan de slag gaat een zending van de bisschop.
De cursus Theologie die ik als uitgangspunt heb genomen voor het schrijven van mijn bespiegelingen, besteedt meer aandacht aan wat er vroeger en nu in Duitsland gaande was en is, dan aan de Nederlandse geschiedenis en toekomst op gebied van kerk en geloven. Jammer. Eerst dacht ik dat de cursus een slechte vertaling uit het Engels was, maar misschien is het een beroerde Duitse vertaling. Wat maakt het uit? Theologie hoort mijns inziens grensoverschrijdend te zijn, en noch Engels, noch Duits of Nederlands. Caritas en diaconie staan voor universele waarden. Door ze in te pakken in een landsgeschiedenis beperk je ze, degradeer je ze tot triviale kretologie. Leeg. Dat christelijke kerken proberen deze leegheid te vullen en met een wetenschappelijk sausje te overgieten, maakt nog niet dat deze begrippen “christelijk eigendom” zijn. Mededogen is van en voor iedereen. Vraag Avalokitesvara er maar eens naar.
kees moerbeek zegt
Je noemt je dharmapelgrim, maar je bijdragen gaan voornamelijk over de katholieke kerk en het christendom en richt ze aan BD. Wat verwacht je daarvan? Waarom zouden christenen aan Avolokiteshvara iets vragen, zoals je indirect in je bijdrage doet?
Dharmapelgrim zegt
Als de cursus waarop ik reageer vooral over de katholieke kerk gaat, gaan mijn bijdragen daar automatisch ook over … lijkt mij logisch. En als de lezers van het BD naar ik aanneem geïnteresseerd zijn in boeddhistisch gedachtengoed, kunnen ze mijns inziens best eens aan Avalokitheswara denken, Chenrezig, de Dalai Lam a … kortom, wat is het probleem dat ik niet zie?
kees moerbeek zegt
De relatie van de RK, christelijke organisaties en sinds de 19de eeuw vooral van Amerikaans protestants-christelijk met het boeddhisme in de koloniale tijd is gevoelig. Een van de excessen van de kolonisatie is gedwongen kerstening. Dit geven religieuze leiders in o.a. Sri Lanka waar men iet zit te wachten op religieuze conflicten.
De Nederlandse situatie is anders, maar veel boeddhisten hier zijn voorbij rk en christendom en hebben op zijn zachtst gemengde gevoelens, maar dat ze denken aan Avolokitesvara is heel voorstelbaar.
Je cursus zal voor jou interessant zijn, vind ik als ex-katholiek en mogelijk anderen ook, maar mogelijk ook gevoelig liggen. Of het een probleem is weet ik niet, maar waarom BD en ons uitkiezen? waarom niet rk-, christelijk en starre prot. chr. organisaties?
Joop Ha Hoek zegt
De publicatie van deze serie is in nauw overleg met de hoofdredactie van het BD tot stand gekomen. Wij zijn er als krant blij mee omdat ze een inkijkje geeft in de beleving en het omgaan met zaken door godsdiensten.
Carla zegt
Ik ben er ook blij mee. :-) Pelgrimeer zelf ook maar wat langs ’s Heeren wegen. Alwaar ik zoveel mooie stapstenen tegen kom die ik of herken of aanzetten tot overwegen. Aan alle ‘etiketjes’ voorbij.
Wieger Schaap zegt
Dit stuk zou en goede aanleiding voor zijn om in het Boeddhistisch Dagblad aandacht te besteden aan caritas en vooral diaconie in het boeddhisme. Volgens HH de Dalai Lama kan het boeddhisme leren van het christendom wat betreft hulp aan armen, hongerigen, daklozen, vluchtelingen en oorlogsslachtoffers. Ik ben benieuwd te vernemen hoe dat er in de boeddhistische praktijk uitziet. Bij voorbaat mijn dank.
kees moerbeek zegt
Een voorbeeld is de Buddhist Compassion Relief Association https://www.tzuchi.org.tw/en/ uit Taiwan, opgericht door Chen Yen. Zie mijn artikel Dharma en democratie uit 2021. Zo zijn er meer voorbeelden te vinden bij BD.
Wieger Schaap zegt
Dank voor uw reactie. Meer specifiek, zijn er in Nederland boeddhistische organisaties die maaltijden verzorgen of onderdak bieden aan mensen in nood? Of inzamelingsacties houden voor vluchtelingen en oorlogsslachtoffers?