Door het lawaai van de airconditioning en de vrolijke kinderstemmetjes die uit de luidspreker klonken en in het Japans ergens reclame voor maakten – waarvoor precies ben ik nooit te weten gekomen – hoorde ik het nog maar net op tijd. ‘Sogenji, dit is Sogenji…’ Ik drukte op het knopje. De bus stopte precies voor een bankgebouw met een rode tomaat als logo. Buiten was het heet, erg heet. Al gauw liep het zweet in straaltjes over mijn gezicht. Voor me raasde het verkeer over de weg. Een oneindige stroom auto’s die er allemaal uitzagen alsof ze zo uit de showroom waren komen rijden. Japanners zorgen goed voor hun auto’s.
Op het kaartje van Google Maps zag ik dat ik hier een zijweg moest aflopen om inderdaad bij Sogenji te komen. Sogenji, het zenklooster waar ik een jaar zou blijven om zen te studeren bij zenmeester Harada Roshi. Dat had heel zelfverzekerd geklonken, maar nu het écht stond te gebeuren sloeg de twijfel toch weer toe. Waar was ik in hemelsnaam aan begonnen? Ik had nog niet de moed om meteen door te lopen. Ik keek nog eens op m’n kaartje en zag dat er iets verderop een riviertje moest lopen. Misschien was dat een goede plek om in de koelte van het stromende water nog even aan het idee te wennen dat het nu dus écht zou gaan beginnen.
Even verderop was er een loopbrug over de weg. Met mijn tas vol met spullen voor een jaar Japan – vooral kleren en schoenen, maar ook een Hollandse kaas die ik op het laatste moment op Schiphol voor de Roshi had gekocht – liep ik er naartoe. Maar het viel nog niet mee om die tas – al gauw een kilo of achttien – langs de steile trappen omhoog te krijgen. Eenmaal boven was mijn shirt helemaal doorweekt van het zweet en besloot ik dat ik zo wel ver genoeg gelopen was.
Vanaf de loopbrug zag je eigenlijk alleen maar huizen. Huizen in allerlei soorten en maten, dicht op elkaar gebouw en vaak omgeven door een krappe omheining, waarbinnen veel Japanners hun best deden om er met mooie ronde stenen en pijnboompjes nog een zen-achtig tuintje op na te houden. Overal zag je dikke bundels elektriciteitskabels hangen. Waarschijnlijk liepen die vanwege de regelmatige aardschokken allemaal bovengronds. En in de verte groene heuvels. Daar ergens zou Sogenji moeten liggen, maar vanaf de loopbrug zag ik nog niets dat op een tempel leek. Alleen ergens halverwege één van de heuvels zag ik een kleine houten pagode staan.
Hoe was ik überhaupt op het idee gekomen om hier naartoe te komen? Eigenlijk had ik het in Nederland prima voor elkaar. Een goede baan bij de provincie Noord-Brabant, leuke collega’s en zinvol werk: Brabant nog groener proberen te maken. En niet onbelangrijk: een goed salaris. Toch had ik die baan opgezegd om hier een jaar lang op een kussentje te gaan zitten mediteren. Ik was namelijk gaan twijfelen. Ik deed dat werk al ruim twaalf jaar en het beviel me dusdanig goed dat ik het makkelijk nog eens twaalf jaar zou uithouden. Maar als ik dán – na vijfentwintig jaar – terug zou kijken, zou ik dan het gevoel hebben dat ik er alles uitgehaald had? Daarvan was ik niet overtuigd, daar was de twijfel begonnen. Ik had het er met mijn zenleraar Rients Ritskes over gehad en die stelde out of the blue voor om een jaar naar Japan te gaan. ‘Of wat dan ook, als je maar iets doet!’
Nou had ik er wel eens eerder over nagedacht om eens naar Japan te gaan. Dat wil zeggen: voor een maandje of zo. Ik deed al meer dan tien jaar aan zen en was benieuwd hoe dat in Japan zelf – waar het zenboeddhisme zijn huidige vorm kreeg – er aan toe zou gaan. Maar een heel jaar lang? Toch was het idee me steeds meer gaan aanspreken en uiteindelijk had ik de knoop doorgehakt, had mijn baan opgezegd en was vertrokken.
En daar stond ik dan, in de verzengende hitte bovenop een loopbrug ergens in Japan. Het werd me al snel te heet daar en ik besloot dat het dan nu maar moest gaan gebeuren.
In 2012 en 2013 plaatste het Boeddhistisch Dagblad elke veertien dagen het relaas over de belevenissen in een Japans klooster van Bertjan Oosterbeek. Hij bracht daar een jaar door. Wij plaatsen nu opnieuw de hele lezenswaardige serie, echter in een hogere frequentie.
De verhalen ‘Sogenji desu – verhalen uit een Japans zenklooster’ zijn gebundeld en verkrijgbaar als boek en e-book.
Bertjan Oosterbeek schrijft nog meer verhalen, ook over zen. En die zijn te lezen op zijn website www.bertjanoosterbeek.wordpress.com?
(c) 2012 Bertjan Oosterbeek